Bovenmenselijke prestaties in de wielersport, ondanks verbannen doping: hoe kan dat?

Dekker denkt dat de wielersport op dit moment "gedeeltelijk brandschoon" is wat betreft doping. "Ik kan me niet voorstellen dat ze in groepsverband dat risico nemen." Bovendien is de sport verder geprofessionaliseerd en de controles worden beter uitgevoerd. Daarnaast moeten wielrenners één uur per dag beschikbaar zijn voor een controle.

Stoer

In tegenstelling tot veel andere sporten, zoals voetbal, zie je wielrenners bijna direct weer op hun fiets springen na een val. Volgens Dekker heeft dat alles met de tijd te maken. "Het peloton blijft voortbewegen. Dan kan je dus niet terugkomen en zit de wedstrijd erop."

"Die intrinsieke drive wordt vanaf een jonge leeftijd getriggerd. Als je stopt, is de wedstrijd over", gaat Dekker verder. "De waanzin van het wielrennen in combinatie met fanatieke ouders, het zit er ingebakken. Ik heb nul empathie voor fysieke pijn, daar kan ik niets mee."

Matchfixing

Dekker meent dat er "absoluut" geen sprake is van matchfixing in de wielersport. "De belangen zijn zo groot en de salarissen zo hoog, wat voor voordeel heb je er dan bij?" Maar wieleraars die samen in een team zitten kunnen wel afspreken wat voor hen het beste werkt.

Dames

In het wielrennen doen ook de dames het bijzonder goed. Is dat iets typisch Nederlands? Dekker legt uit dat meisjes al vanaf zeven- of achtjarige leeftijd kunnen gaan wielrennen en het dan vaak opnemen tegen jongens van hun leeftijd. "Het is toch vaak een mannensport geweest, wat gelukkig nu verandert."

Bovendien kent Nederland succesverhalen met Leontien van Moorsel en Marianne Vos, die weer een inspiratie zijn voor jonge meisjes. Daarnaast is het een dure sport, maar is Nederland een welvarend land. "De dames worden serieus genomen. De mogelijkheden zijn groot en voorbeelden helpen enorm."

Voeding

Kan het dan aan de voeding van tegenwoordig liggen dat die topprestaties ook zonder doping behaald worden? "Het was standaard om 60 koolhydraten per uur in te nemen, nu is dat 120", vertelt Dekker, maar benadrukt ook dat íedere wielrenner dat doet. "Alle concurrenten rijden met dezelfde voeding. Het verschil met de groten der aarden zou kleiner moeten zijn."