Politiek
BNNVARA

Aanpak wangedrag in Tweede Kamer niet op orde

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Aanpak wangedrag in Tweede Kamer niet op orde

De Tweede Kamer en de verschillende partijen hebben het integriteitsbeleid rondom grensoverschrijdend gedrag nog niet op orde. Dat concluderen experts na onderzoek van De Nieuws BV. Voor het eerst is daarbij onderzocht wat verschillende fracties precies doen om de kans op misstanden te verkleinen.

Video niet beschikbaar

Uit diepgravend onderzoek en gesprekken met diverse experts blijkt dat het integriteitsbeleid nog lang niet op orde is. “Er vallen mensen buiten de boot”, aldus Inge te Brake, Voorzitter Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen. “Fracties en partijen zijn niks verplicht”, zegt hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’Eert. “De Tweede Kamerorganisatie neemt niet de verantwoordelijkheid maar je schuift het af”, aldus de hoogleraar.

Dat er goed beleid ligt, is van belang. Grensoverschrijdend gedrag is een probleem in de Tweede Kamer. Dat erkent ook Kamervoorzitter Vera Bergkamp tijdens een vergadering vorige maand: “Ik krijg structureel te veel signalen dat er zorgen zijn over de sociale veiligheid in de Kamerorganisatie.”

Ook uit eerder onderzoek van De Nieuws BV blijkt dat vrouwen in de Tweede Kamer nóg last hebben van seksisme. "Kom maar binnen, lieverd!", "Mooi is ze he? En ze is nog slim ook!", "Doe je de volgende keer weer dat rokje aan?" of "Dat moet wel een lekker ding zijn, anders was ze niet aangenomen", een kleine selectie van opmerkingen die vrouwen in de Tweede Kamer naar hun hoofd geslingerd krijgen. Maar wat doen fracties en de Tweede Kamer eraan om dit gedrag een halt toe te roepen?

Willekeur en verwarring

Stel, je bent een medewerker van een politieke fractie in de Tweede Kamer. Er is iets voorgevallen en je wil daarvan een melding doen of het gesprek aangaan. Waar kan je dan terecht? Het komt erop neer dat je dan maar net pech of geluk hebt bij welke fractie je zit. Uit onderzoek van De Nieuws BV blijkt namelijk dat dit bij elke fractie anders geregeld is.

Sommige fracties hebben voor de Kamerleden en medewerkers van hun partij interne en externe vertrouwenspersonen die gecertificeerd zijn, andere fracties verwijzen naar de vertrouwenspersonen van de Tweede Kamer, veel fracties verwijzen naar de vertrouwenspersonen die het partijbureau heeft en er zijn fracties die überhaupt niet willen reageren: de PVV en FvD. De nieuwe partijen, JA21, VOLT, BBB en BIJ1, moeten nog een structuur uitdenken en opzetten.

Wil je weten hoe het precies is geregeld bij de partijen? Dat kan je hier lezen.

Het is belangrijk dat fracties vertrouwenspersonen aanbieden die aan een paar eisen voldoen, zeggen de verschillende experts. Ten eerste is het belangrijk dat er een externe vertrouwenspersoon is, dus niet een collega die je wellicht kent en niet voor jouw gevoel misschien niet objectief en onafhankelijk is. Ten tweede is het van belang dat een vertrouwenspersoon gecertificeerd is, ook als het gaat om MeToo-gesprekken. Vertrouwenspersoon zijn en de gesprekken op een juiste manier voeren is namelijk een vak dat niet iedereen zomaar kan. Tenslotte is het van belang dat de route naar de vertrouwenspersonen - naast duidelijk - ook zo kort mogelijk is, dus het liefst gewoon in Den Haag. Slechts twee fracties voldoen aan deze drie eisen.

Omdat het per fractie verschillend geregeld is, ligt er een verantwoordelijkheid bij de Tweede Kamerorganisatie. Paul Bovend’Eert: “De Tweede Kamer laat het aan de willekeur van de fracties over. Sommigen doen hun best, en anderen niet. Daarom moet de Tweede Kamer verantwoordelijkheid nemen”. Wat heeft de Tweede Kamer dan geregeld?

Naar de vertrouwenspersoon van de Tweede Kamer

Als je fractie geen vertrouwenspersoon heeft, of alleen een interne of niet gecertificeerde vertrouwenspersoon aanbiedt waar jij je niet prettig bij voelt, kan je naar een van de vertrouwenspersonen van de Tweede Kamer. Die kan een luisterend oor bieden en je adviseren over de vervolgstappen die je kunt nemen: aangifte doen bij de politie, of een officiële klacht indienen bij het College van onderzoek integriteit.

Het College kan dan besluiten of ze je klacht onderzoeken. Zo ja, dan maken ze een onderzoeksrapport en stellen een sanctie voor waar de Tweede Kamer uiteindelijk over moet stemmen. Jij bent als slachtoffer dan niet meer anoniem. Hoogleraar Bovend’Eert vindt dit niet toereikend: “Het College is gericht op integriteit als het gaat om bijvoorbeeld belangenverstrengeling, nevenfuncties of giften. Er is geen vastgestelde code of regeling over grensoverschrijdend gedrag.”

Tweede Kamer tandeloos bij klacht over Tweede Kamerleden

En als het gaat om een klacht over een Tweede Kamerlid, wordt het al helemaal ingewikkeld. De gekozen leden van de Tweede Kamer hebben namelijk geen werkgever. “Er bestaat geen gezagsverhouding tussen de Voorzitter van de Tweede Kamer en de Kamerleden. Dat betekent dat de Voorzitter en het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer – het Presidium - geen mogelijkheden hebben om onderzoek te doen naar kwesties”, valt te lezen op de website van de Tweede Kamer.

“Nu valt er een groep mensen buiten de boot”, zegt Inge te Brake. Jouw werkgever is volgens de ARBO wet namelijk verantwoordelijk voor een veilige werksfeer. “Zowel de Kamerleden als de fracties vallen niet onder de wettelijke verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer, omdat de Tweede Kamer niet hun werkgever is. Dus als er binnen jouw fractie niks geregeld is of geen actie onderneemt, kan je eigenlijk niet terecht”, aldus de Voorzitter van de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen.

Dat dit problematisch is, bewijst het recente voorbeeld van de affaire rondom PVV-Kamerlid Dion Graus. Medewerkers van de PVV voelden zich onveilig, hebben zich gemeld bij de Tweede Kamerorganisatie, maar daar konden ze uiteindelijk niks betekenen. Zij zijn geen werkgever van de Tweede Kamerleden en niet van de medewerkers. Dan ligt de bal voor de veiligheid van de werknemers bij hun werkgever: de fractie. Maar de PVV-fractie besloot ook geen actie te ondernemen. Kortom, je bent weer terug bij af.

“Onze Tweede Kamer is hierin heel ouderwets”, zegt hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’Eert. “In de 19e eeuw werden volksvertegenwoordigers gekozen in het parlement. Dat waren mensen met een andere baan en die af en toe in het parlement vergaderden.” Maar dat ambt is nu veranderd. “Het zijn niet zomaar 150 ZZP’ers bij elkaar. Het is nu een fulltime baan, Kamerleden krijgen een salaris, er is wachtgeld, ze krijgen pensioen. Het zijn gewoon personen die een publiek ambt uitoefenen tegen een bezoldiging.” Je zou het in dat opzicht kunnen vergelijken met een minister of een ambtenaar, zegt de hoogleraar.

“Het is niet zo Kamerleden volksvertegenwoordigers zijn die een vrij mandaat hebben en blij hun gang kunnen gaan”, zegt Bovend’Eert. “Er zijn allerlei regels waar ze aan moeten voldoen: Kamerleden mogen bepaalde functies niet uitoefenen, ze moeten hun inkomsten naast hun salaris opgeven, ze moeten hun nevenfuncties melden, ga zo maar door”. Het argument van de Tweede Kamerorganisatie dat ze simpelweg niks kunnen doen omdat ze niet de werkgever zijn van de Kamerleden is, naast dat het ouderwets is, kortom onzin volgens de hoogleraar Staatsrecht.

“De Tweede Kamer moet zich aan internationale regels houden”

Daarnaast is het de vraag of niet ingrijpen door de Tweede Kamerorganisatie überhaupt mag. “Het is maar net hoe je het bekijkt”, zegt Natasa Nedeski, strategisch juridisch adviseur van Bureau Clara Wichmann, de club die het initiatief nam voor het opstellen van een brandbrief aan Vera Bergkamp, de Voorzitter van de Tweede Kamer. Hierin roepen vrouwenorganisaties de Kamervoorzitter op om vrouwen in de Kamer beter te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag.

“De huidige regels zijn inderdaad niet toereikend”, zegt Nedeski. “En er moet gekeken worden naar hoe dit aangepast kan worden. We hebben ons als Nederland namelijk te houden aan mensenrechtenverplichtingen”. In de brief wordt uiteengezet waarom de Tweede Kamer hiermee ingaat tegen het VN-Vrouwenrechtenverdrag en het Verdrag van Istanbul. “(Seksueel) grensoverschrijdend gedrag jegens personen werkzaam in de politiek vormt een ernstige en onaanvaardbare inbreuk op de fundamentele mensenrechten van betrokkenen”, stellen de vrouwenorganisaties in de brief.

“Kijkend vanuit de Istanbul Conventie valt te beargumenteren dat er een verantwoordelijkheid of mogelijk verplichting ligt voor het presidium van de Tweede Kamer”, zegt Renée Römkens, hoogleraar gender based violence met specialisatie mensenrechten en internationale regelgeving. “Het parlement heeft een wetgevende en controlerende taak en dient dus primair ook zichzelf aan internationale regels te houden.”

Daarbij benadrukken alle experts dat je van de politiek ook mag verwachten dat ze een goed voorbeeld geven aan de rest van de samenleving. Bovend’Eert: “Je moet voorkomen dat mensen die betrokken zijn bij het parlement in opspraak raken want dat tast de waardigheid van de Kamer aan.” Kortom, er moet iets gebeuren, maar wat en hoe?

Oplossing 1: Drempel om melding te doen moet omlaag

Uit recent onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat in de afgelopen tien jaar 16 procent van de Nederlanders te maken heeft gehad met seksuele intimidatie op de werkvloer. Dit waren twee keer vaker vrouwen dan mannen. 37 procent doet slechts een melding. Dat patroon is ook terug te zien in de Tweede Kamer. De Nieuws BV onderzocht ook de meldingen bij de Haagse fracties. Op de vraag of er meldingen zijn geweest van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag willen veel partijen niet reageren (PVV, FvD, VVD, DENK). Van de overige fracties geeft slechts 1 partij aan dat er in de afgelopen jaren een melding is geweest.

Dit staat in schril contrast met de resultaten uit eerder onderzoek van De Nieuws BV. De nieuwskoppen liegen er ook niet om: 'PVV’er Dion Graus opnieuw beschuldigd van seksuele intimidatie en misbruik' kopt NRC vorige maand, RTL Nieuws publiceert in 2018 een artikel met de kop: 'Zeven medewerkers Tweede Kamer slachtoffer #MeToo' en Trouw meldt in april dit jaar: 'D66 stelt onderzoek in naar Kamerlid om mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag'.

Het is daarom belangrijk dat de drempel om melding te doen zo laag mogelijk is, al helemaal op een plek als de Tweede Kamer. “Een reden voor veel mensen om geen melding te doen, is dat mensen ook een loyaliteit voelen naar hun werkgever, je wil mensen te vriend houden en geen knuppel in het hoenderhok gooien”, zegt hoogleraar gender based violence Renée Römkens. “Uitgerekend bij de politiek is het daarom moeilijk om melding te doen. In je werk is de gunfactor, loyaliteit, aardig gevonden worden heel erg belangrijk om je taak goed uit te voeren”, zegt Römkens. “Het professionele en persoonlijke grijpt heel nauw op elkaar in.”

Grensoverschrijdend gedrag moet openlijk en duidelijk veroordeeld worden, zegt ook Te Brake: “Eigenlijk zouden de fracties samen een statement moeten maken dat ze dit gedrag niet accepteren. Daar zijn ze al niet eens toe in staat. Maar denk met elkaar na, laat openlijk en duidelijk zien dat het je bezighoudt: hoe kunnen we hier iets mee?”, aldus Te Brake.

Oplossing 2: Een externe vertrouwenspersoon aanstellen

Een manier om die drempel te verlagen is bijvoorbeeld het aanstellen van een externe vertrouwenspersoon binnen de fracties in Den Haag: “Wij zijn daar voorstander van”, zegt Te Brake. “En als je een kleine fractie hebt, kan je het oplossen zoals in het Europees Parlement. Daar zie je samenwerkingen tussen fracties voor externe vertrouwenspersonen, waarom heeft de Tweede Kamer dat niet?”

Het is echter niet verplicht voor een werkgever om een vertrouwenspersoon (intern of extern) aan te stellen. Daarom diende Wim Jan Renkema een wetsvoorstel in toen hij nog Tweede Kamerlid was voor Groenlinks. “Als je kijkt naar wat mensen overkomt, is het raar dat je niet het recht hebt tot toegang tot een vertrouwenspersoon”, zegt Renkema. De behandeling van de wet staat nog in ‘de wacht’ door corona en het demissionaire kabinet. “Ik ben niet per se altijd voor extra wet- en regelgeving, maar je wil vooral dat er iets in gang wordt gezet”, zegt het oud-Kamerlid. “Het is vooral van belang dat het thema wordt aangesneden en er een heldere route is.”

Oplossing 3: Gedragscode voor grensoverschrijdend gedrag opstellen

Uit het rapport van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat mensen meestal geen melding doen, omdat werknemers bang zijn dat ze zich aanstellen, niet weten wanneer het seksuele intimidatie is of een grapje, of dat de situatie niet 'erg genoeg' zou zijn. Daarom is het belangrijk om een heldere code op te stellen: wat is normaal en wat niet? Te Brake: “Het is belangrijk om te zorgen dat er een code op orde komt.”

Dat zegt ook hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’Eert: “Er is nu, nadat we meerdere keren op de vingers zijn getikt door internationale instanties, eindelijk een gedragscode integriteit. Echter, die is niet gericht op omgangsvormen, maar op integriteit als het gaat om giften of belangenverstrengeling”.

Hierin lopen we achter volgens de hoogleraar Staatsrecht: “In heel veel andere landen zijn die regels er wel. Die kan je bij wijze van spreken gewoon overnemen”. Zo hebben ze in het Britse Lagerhuis een gedragscode rondom pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Omdat de melding dit soort klachten om een speciale benadering vraagt, hebben ze daar zelfs een panel met experts op dit gebied.” In Amerika is er een gedragscode rondom discriminatie, waar seksueel grensoverschrijdend gedrag ook onder valt: “Rondom de MeToo discussie is daar veelvuldig gebruik van gemaakt, met succes”.

“We lopen achter de feiten aan”, zegt Bovend’Eert. “De tijden zijn veranderd. Het idee dat Kamerleden vrije volksvertegenwoordigers zijn die zich niet aan de regels hoeven te houden is achterhaald.”

Meer van De Nieuws BV?

Volg ons op Instagram, TikTok en Facebook.

Ster advertentie
Ster advertentie