Sport
NOS

Zó blij voor Jill. De beloning voor het breekijzer

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Zó blij voor Jill. De beloning voor het breekijzer

"Ik ben zó blij voor Jill dat die bal er in de laatste minuut alsnog ingaat", zegt Vivianne Miedema na de narrow escape tegen Nieuw Zeeland. Dat vind ik in al z’n eenvoud een fascinerend zinnetje. Miedema, de goaltjesdief op jacht naar het doelpuntenrecord van Manon Melis, kan er goed mee leven dat iemand anders scoort. En: ze is niet zomaar blij. Ze is 'zó blij'. Dat is geen politiek correcte vreugde, dat is oprecht gunnen.

De reactie van Miedema laat zich deels verklaren door hun gezamenlijke verleden. In de jeugdelftallen vormden de twee, beiden gezegend met een neus voor de goal, een ware doelpuntenmachine. Maar nu in het grote Oranje liggen de verhoudingen anders. Miedema is onder bondscoach Wiegman een vaste waarde in de spits. Roord is het breekijzer, de invaller in de tweede helft.

Zo beschouwd bevindt Roord zich in een niemandsland tussen basis en bank. Een ondankbare positie, want in de weinige speelminuten die ze krijgt moet ze het ongelijk van de coach bewijzen. En áls ze al eens een basisplaats kreeg, medio november tijdens de play-off-finale tegen Zwitserland, dan werd ze binnen tien minuten weer naar de kant gehaald omdat Anouk Dekker met rood van het veld was gestuurd.

Tactisch gewisseld, doffe ellende. Natuurlijk riep Roord voorafgaand aan het WK dat ze dit keer voor een basisplaats zou gaan. Maar na de trainingen in Le Havre moest ze concluderen: er is helemaal niets veranderd. Ik ben nog steeds de bankzitter, die haar kans moet afwachten.

Nee echt, bezwoer ze, ik weet hoe daarmee om te gaan, ik zit al zo lang in die positie. Erover praten met ploeggenoten is soms wel lastig, want hé, je kan je team daar niet mee lastigvallen. En dus trainde Jill Roord zich een slag in de rondte om zichzelf én het team scherp te houden, nam ze de complimenten van de staf na gedane arbeid in ontvangst, om daarna weer als vanouds plaats te nemen op de bank.

Merel van Dongen, ook zo’n pendelaar tussen de hoofd- en de reserverol, vertelde mij afgelopen week hoe ze omgaat met in die lastige positie. Een kwestie van prioriteiten stellen. "Het team staat echt op één. En mijn eigen belang is ondergeschikt. Het mag geen last voor het team zijn als ik teleurgesteld ben. Ik moet niet met een grafkop op de bank gaan zitten."

Dat je je zo dienend op kunt stellen voor het team, vind ik knap. Er zijn in het voetbal genoeg elftallen ten onder gegaan aan tweespalt en muitende reserves. Maar niet bij dit Oranje, waar saamhorigheid en opofferingsgezindheid meehelpen om dat grote, gezamenlijke doel te verwezenlijken: het winnen van de wereldtitel.

In de 92ste minuut van Le Havre is er de beloning. Na voorwerk van de andere invallers, Merel van Dongen en Lineth Beerensteyn, komt het magische moment van Jill Roord. De kopbal, de oerkreet, de vreugdesprint. De hoofdrol. Na alle verkapte teleurstelling en frustratie zijn de spotlights op haar gericht.

Is zij het stralende middelpunt van het Oranje-feest. Het is daarom dat iedereen, Vivianne Miedema voorop, Jill Roord dit succes van harte gunt. Maar of het voor bondscoach Wiegman ook reden is om Roord in het rijk der basisspelers toe te laten, dat blijft afwachten.

Ster advertentie
Ster advertentie