Overgewicht als overlevingstactiek van het lichaam? Bewijs is flinterdun
- Nieuws
- Overgewicht als overlevingstactiek van het lichaam? Bewijs is flinterdun
[NTR] De westerse mens is zo dik omdat ons lichaam gewend is energie efficiënt op te slaan. Handig in tijden van schaarste, zoals vroeger, funest in tijden van overvloed, zoals nu. Dat is althans de populaire theorie. Die blijkt echter zo moeilijk te onderbouwen, dat wetenschappers er nu serieuze vraagtekens bij zetten.
Het was zo’n mooie theorie: obesitas als bijeffect van een aan voedselschaarste aangepast lichaam. Onze voorouders kregen geregeld met schaarste te maken. Individuen die in tijden van voorspoed meer vet opsloegen, waren beter bestand tegen schrale periodes. Terwijl hun slanke tijdgenoten verhongerden, konden dikke oermensen nog even vooruit op hun vetreserves. Zij waren vervolgens degenen die nakomelingen kregen en zo veroverden de dikmakende genen hun plek in de menselijke populatie.
Nieuw onderzoek geeft deze populaire theorie een flinke dreun. In vakblad Cell Metabolism presenteren Guanlin Wang en John Speakman resultaten waaruit blijkt dat de genen die met obesitas in verband worden gebracht misschien helemaal geen evolutionair voordeel opleveren.
Waarom is dan niet iedereen dik?
Eerdere kritische kanttekeningen bij de theorie stellen dat als de genen die zorgen voor vetopslag zo’n enorm voordeel boden, iedereen vandaag de dag dik zou moeten zijn. Miljoenen jaren evolutie zouden daartoe geleid hebben. Dat is overduidelijk niet zo. Voorstanders van de theorie pareren dat door te stellen dat schaarste pas sinds het ontstaan van de landbouw (12.000 jaar geleden) voorkomt. De periode daarna was niet lang genoeg voor de genen om zich door de hele populatie te verspreiden. Anderen stellen dat obesitas een secundaire eigenschap is die gelinkt is aan het stabiel houden van de lichaamstemperatuur. Speakman heeft hier ook over geschreven.
Op zoek naar bewijs voor de thrift gene-theorie bestudeerden Wong en Speakman publiek toegankelijke genetische data. Ze keken naar 115 genen die geassocieerd worden met een hoge BMI (body mass index). Van die 115 genen konden de onderzoekers er bij slechts 9 positieve selectie vaststellen. Vijf daarvan gaven juist een selectievóórdeel voor de variant van het gen dat slanker maakt. De onderzoekers plaatsen zelf wel een aantal kanttekeningen bij hun onderzoek (zo is BMI geen perfecte maat voor obesitas) en vinden uiteraard dat het nog verder onderzocht moet worden. Maar omdat het bewijs voor de theorie überhaupt al slap was, betwijfelen ze het bestaan van enig evolutionair voordeel waarvan obesitas bijeffect is.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).