Onderzoek naar alternatief voor bètablokkers bij hartpatiënten
- Nieuws
- Onderzoek naar alternatief voor bètablokkers bij hartpatiënten
Ruim 400.000 Nederlanders hebben het, vaak zonder dat ze het weten: boezemfibrilleren. Het is de meest voorkomende hartritmestoornis in ons land. Het vergroot de kans op een beroerte vergroot en kan je leven flink kan ontregelen. Op dit moment wordt het meestal behandeld met een bètablokker. Maar er wordt nu onderzoek gedaan of een ander medicijn - verapamil - niet een betere behandeling is voor de ziekte. Cardioloog Robert Tieleman leidt het onderzoek bij het Martini Ziekenhuis in Groningen en licht het onderzoek toe in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Zo'n 400.000 mensen hebben last van boezemfibrilleren. "Als je zo nu en dan een overslag hebt is dat niet erg en hoef je je geen zorgen te maken. Maar als je een geheel van symptomen hebt, moet je dit even melden aan je huisarts", vertelt cardioloog Robert Tieleman. Gaat die versnelde, onregelmatige hartslag bijvoorbeeld ook gepaard met andere klachten zoals vermoeidheid en kortademigheid, dan is het verstandig om even de dokter te bellen. Deze zal dan waarschijnlijk een hartfilmpje maken tijdens de klachten.
De kans is dan aanwezig dat je last hebt van boezemfibrilleren. En ook dat is geen reden tot paniek. "De meeste mensen worden behandeld met de bètablokker. Dat zijn medicijnen die heel vaak voorgeschreven worden. Het zijn veilige medicijnen en ze zijn effectief in het onderdrukken van de hartslag", vertelt hij. "Voor heel veel mensen verdwijnen de klachten daarmee."
Nadelen bètablokker
Maar er zijn ook nadelen aan de bètablokker. "Je kan er moe van worden, je kan er kortademig van worden, sommige mensen krijgen seksuele functiestoornissen", legt Tieleman uit. "Je kan er ook somber van worden, tot depressief aan toe", vertelt hij verder. Hoewel het dus effectief werkt in het bestrijden van de versnelde en onregelmatige hartslag, kunnen de bijwerkingen echt vervelend zijn. "Dat wordt niet altijd onderkend", zegt hij. "Voor de dokters zijn het hele fijne medicijnen. Ze zijn veilig en ze werken goed. Maar wij denken dat er betere alternatieven zijn", vertelt hij.
En daarom wordt er nu een grootschalig onderzoek gestart naar een ander medicijn genaamd verapamil. Het verschil met de bètablokker is dat dit medicijn de hartslag alleen maar afremt op het moment dat de hartritmestoornis oplaait. Bij een bètablokker wordt de hartslag altijd verlaagd. Daardoor kan je je vaker moe voelen en ook moeite hebben met bijvoorbeeld inspanning, omdat die hartslag dus laag blijft.
Verapamil
"Het lijkt dat verapamil de progressie van de ziekte voorkomt", legt hij uit. Zo lijkt uit een eerste onderzoek dat mensen met boezemfibrilleren minder snel in het ziekenhuis belanden wanneer ze verapamil gebruiken ten opzichte van een bètablokker. Volgens Tieleman is het een heel goed alternatief, maar zit het zo in het systeem van artsen om een bètablokker voor te schrijven. "De bètablokker is goed voor alles." Het is het eerste waar artsen naar grijpen bij bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk, hoge hartslag of hartritmestoornissen. En vaak dus heel effectief.
Bij het gebruik van verapamil moet er iets beter worden nagedacht. Er moet bijvoorbeeld meer rekening worden gehouden met andere medicatie. "Als er een makkelijk alternatief is, wordt die vaak gekozen", stelt Tieleman. En daardoor valt de keuze nu bijna altijd op de bètablokker. Met dit onderzoek wordt de werkzaamheid van veramapil verder onderzocht. Want volgens Tieleman is dit een goed - vaak zelfs beter - alternatief.
Gerelateerd
