Sport
NOS

De magische krachten van de sport

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. De magische krachten van de sport

Het mooie van sport is dat je elkaar soms kunt aankijken met een blik van: hoe kan dit? En dat is precies wat er op een broeierige woensdagavond gebeurde in Lyon. In de 80ste minuut begaf ik mij naar de catacomben van het stadion om de speelsters te spreken, direct na het verlaten van het veld. Maar eigenlijk wist ik toen al dat het moment nog een tijdje op zich zou laten wachten. De verlenging hing in de Franse avondlucht.

Op een klein tv-schermpje volgde ik met een Franse en een Zweedse collega de 30 bonusminuten. Op de achtergrond hoorden we via de spelerstunnel de geluiden uit de arena. Het gejoel van het publiek, de aanwijzingen van de speelsters. Alleen horen, uitzicht op het veld hadden we niet. Behalve via het beeldscherm, dat met regelmaat op zwart sprong en de melding ‘no signal’ gaf. Dit soort technisch malheur was in deze zenuwslopende ontknoping het laatste wat wij konden gebruiken.

Knäckebröt

De Zweedse naast mij had het niet meer. Ze hief de handen regelmatig ten hemel, beklaagde zich over tactische keuzes en technische futiliteiten die mijn voetbalverstand te boven gingen. De Fransman zag in mij een wandelende Wikipedia en stelde allerlei vragen, waarop je in een dergelijke spannende ontknoping helemaal niet zit te wachten. Wanneer was de laatste penaltyreeks van Oranje? Welk toernooi? Welk jaar? Wie miste en wie scoorde?

Op het beeldscherm zagen we Jackie Groenen scoren. Tegelijkertijd kwam door de tunnel een enorm gejuich door. De Zweedse, telefoon aan het oor geplakt, riep iets wat klonk als ‘knäckebröt’ maar ongetwijfeld een Scandinavisch scheldwoord was, en stoof de ruimte uit. Ik liet de essentie van de goal van Groenen eens tot mij doordringen. Oranje, finale? Zonder dat ik het doorhad, viel mijn mond langzaam open.

Hoe dan?

Dat kan toch haast niet? Op het tweede WK in de geschiedenis waaraan Oranje deelneemt. In een toernooi dat voor Nederland zó stroef begon. En dan het geluk tegen Japan, dat zoveel sterker was maar toch verloor. Hoe maakbaar is geluk? Kun je het afdwingen dat een ploeg als Zweden de paal raakt en niet scoort? Of spelen er dan magische krachten mee die maken dat je niet te kloppen bent.

Het waren nogal overpeinzingen die door mijn hoofd schoten in de laatste tellen van de wedstrijd. Terwijl ik mijn gedachten probeerde te ordenen, zag ik op het beeldscherm de speelsters de polonaise lopen op het veld, Sherida Spitse voorop. Blinde euforie na een ongekend succes. Maar toen ik dames Groenen, Van Lunteren, Van Veenendaal en Van de Sanden voor mijn microfoon had, merkte ik: voor hen is dit net zo lastig te bevatten.

Iets surrealistisch

Natuurlijk, Oranje vormt een hechte groep. De speelsters zijn opofferingsgezind en bereid te vechten voor elkaar. Nederland is ook niet zomaar een ploeg. Het is de Europees kampioen. En -Amerika uitgezonderd- de meeste topploegen komen uit Europa. Maar dan nog… de Oranje-vrouwen in een WK-finale? Het heeft iets surrealistisch.

Daarom kozen sommige speelsters, aanvoerder Sari van Veenendaal voorop, ervoor te genieten van dit bijzondere moment. Terwijl iemand als Shanice van de Sanden nu al staat te popelen om aan te treden tegen Amerika. Normaal gesproken zes maten te groot voor Oranje. Maar wat zegt dat? Als de magische krachten van het voetbal op je hand zijn, dan kan het met de voeten toch eigenlijk niet misgaan?

Ster advertentie
Ster advertentie