Opinie & Commentaar

Honkbal anyone...

foto: Pixabayfoto: Pixabay
  1. Nieuwschevron right
  2. Honkbal anyone...

Kijk, wij, het Nederlandse sportvolk hebben al heel erg weinig op met de honkbalsport uit eigen land. Weet u nog tegen welk land, Team Koninkrijk der Nederlanden, zoals “we” officieel heten, de Europese titel 2016 won?

Neen.

Het was Spanje. Op 18 september. Bijna gisteren.

Op het moment van schrijven (ik doe dit vanuit New York) zijn de Chicago Cubs en de Cleveland Indians bezig met het verspelen van de World Series.

Ik geef toe, ik behoor bij de groep mensen die ’s nachts (in Nederland) opstaat om naar honkbal, basketbal en American football te kijken. Dat is een redelijke pikante afwijking, maar ik ben niet de enige die dat heel lang gedaan heeft. Het volgen van de Series in Amerika geeft je dus het voordeel op normale tijden te kunnen slapen. Vandaar.

Die groep van die slapeloze nachten heet officieus “Amerikanofielen” en dat zijn mensen die ook de opstellingen van de Cubs en Indians redelijk uit hun hoofd weten op te dreunen, die weten waar OKC voor staat in de NBA en die ook op zondagavond likkebaardend bij FOX Sport kijkt naar football en niet naar voetbal. Want die mogelijkheid is er dus wel voor die specialisten; het is een soort speeltuin voor ietwat verdwaasde sportfans.

Ja, ik geef het besmuikt toe; het is een leuke afwijking en je kan er vrij gelukkig oud mee worden.

Terug naar de World Series. Dit jaar gespeeld door ploegen die enorme verhalen met zich meedroegen toen ze tegenover elkaar kwamen te staan. Chicago won in 1908 voor het laatst de strijd om de World Series. Juist, dat is lang geleden. De Indians deden het voor het laatst in 1948 en ook dat is best een leven geleden.

Beide ploegen dragen ook een “curse” met zich, zeg maar een vloek.

Daar is de afgelopen weken werkelijk prachtig over geschreven in de Amerikaanse sportpers.

Misschien is het wel dat aspect dat ik zo prettig vind in het “beleven” van de Amerikaanse sport. Volgers zijn zich, mede door de manier van journalistieke behandeling in de VS, veel meer bewust van hun historie dan wij in onze cultuur doen.

Het gaat veel te ver om die “vloek” van beide teams uit te leggen, maar wees er zeker van dat de Amerikaanse sportjournalistiek dit aspect aan werkelijk alle kanten belicht heeft.

Waar het mij om gaat is dat binnen onze beleving van topsport dat aspect “vroeger” licht ontbreekt. Als ik U voorleg dat Hamilton Richardson, Hudson John en Simon Arrindel de Antilliaanse basis vormden voor honkbal in Nederland, denk ik niet dat velen dat a. weten en b. weten wie die mannen precies waren.

Ik had de eer afgelopen zomer, bij de Haarlem Honkbalweek, een klein tiental beroemde ex-internationals aan het publiek van nu voor te stellen. Een van hen was Hudson John, een gebouw van een man, een late zeventiger die de golf aan applaus lachend over zich heen liet gaan. Hij zwaaide met ingehouden blijheid naar de volle tribunes en zei me later: ‘Dit is zo mooi man, dat ik hier naar voren geroepen werd…dit publiek weet nog wat wij oudjes ooit gedaan hebben…prachtig.’

Bij honkballiefhebbers in Nederland (en dat is een klein groepje) leeft er tenminste het bewustzijn dat voorgangers van de huidige generatie sporters de basis vormden voor de cultuur van nu. Om het simpel te stellen: je geschiedenis kennen is erg belangrijk om in je toekomst te slagen.

Dat “normale” sportvolgers geen idee hebben wie de Cubs en Indians zijn, wie er spelen en wat de uitkomst van de World Series dit jaar is, maakt niet veel uit. Wij, in onze Nederlandse sportbeleving en in onze cultuur, doen dus niet zo heel veel aan sporten van andere culturen en aan de mooie verhalen uit verloren tijden die eigenlijk niet verloren zijn. For the Record: de Indians leiden de serie, 3-2 en morgenavond is wedstrijd nummer zes in Cleveland.

Even een klein uitstapje. Eergisteren zat ik in Madison Square Garden bij de New York Knicks. In de rust van de wedstrijd tegen Memphis werden twaalf “oudere vedetten” naar voren gehaald om de 70ste verjaardag van de Knicks te vieren.

Need I say more… geweldig en prachtig, 20.000 mensen die staande ovaties gaven, mooi gemaakte filmpjes en trotse oud-spelers, vertegenwoordigers van de Knicks uit vroegere tijden die over een blauwe loper mochten opkomen. Het publiek genoot.

Dus?

Ik preek natuurlijk voor eigen parochie, maar ik probeer al zo lang duidelijk te maken hoe je met onbekende (en onbegrepen) sporten dient om te gaan en hoe je, ook als Nederlandse sportjournalistiek, wel meer aan het nooit afgesloten verleden kan doen.

Ik bedoel eigenlijk dit: een jaar geleden gaf ik op de Hogeschool Amsterdam een gastcollege. Er zaten ongeveer 60 studenten in de zaal en ik vroeg wie van hen ooit van Ard Schenk gehoord hadden. Dus geen moeilijke vraag over honkbal of wat dan ook, ik noemde slechts de naam van een van de grootste sportmensen ooit in ons land.

Elf van de 60 aanwezigen van de Johan Cruijff Academie (sportmensen-studenten) staken de hand op, mij volkomen perplex achterlatend.

Ik heb er dagen over gedaan dat te begrijpen en het is me niet gelukt.

Mart Smeets bespreekt elke maandagmiddag in Radio EenVandaag op NPO Radio 1 het sportnieuws van het afgelopen weekend

Ster advertentie
Ster advertentie