Smeets op maandag: C’est la vie
- Nieuws
- Smeets op maandag: C’est la vie
Waarom weet ik niet, maar er is de eerste negen dagen van de Franse fietsronde een heleboel afgebaald. Als dat een werkwoord is.
In Düsseldorf stonden te weinig mensen te kijken en won geen aansprekende tijdrijder. Na 14 kilometer was de Ronde voor Jos van Emden afgelopen. Hij had er toen goed aan gedaan de trein naar huis te nemen. Dat hij volkomen afgemat en compleet doorzichtig en leeggezogen door koerste en pas gisteren, op een van God verlaten onsympathieke kale berg ergens middenin Frankrijk zijn remmen dichtkneep was voer voor psychologen.
Waarom, in herennaam, reed hij die verwenste berg nog op, waarom stopte hij waar hij stopte, waarom niet gewoon in het dal. Ook daar reed een busje van zijn sponsor als een soort opgepimpte lijkwagen achter hem aan. Neen, de renner stoempte zielloos door. Officieel gekkenwerk, maar er zijn er ook die zeggen: wat een fantastisch karakter!
En toen hadden we de dagen van de uitzichtloze ontsnappingen. De jongste generatie wielerjournalisten wond zich er erg over op: het was toch zottenwerk om de godganselijke dag in een groepje over het asfalt te zoeven en op drie kilometer voor de streep bijgehaald te worden.
Waarom deed men dat?
Kijk, dat is van alle dagen, van alle jaren ook. Al heel, heel lang gebeurt dat; het hoort bij deze publicitair zo hoog aangeschreven koers. Hier rijden kleine renners van nog kleinere ploegen, gesponsord door arme sponsors, vooruit, omdat het gebeurt zoals het gebeurt. Het heeft ook een naam: ze rijden op scherm.
Ze bestaan bij de gratie van die zielloze inspanning die op de tv wordt uitgezonden als een topsportprestatie en een soort testbeeld. Dat gebeurde in de tijd van Jan Janssen, in de tijd van Steven Rooks, in de tijd van Johnny Hoogerland en het zal altijd gebeuren. Dat die imbecielen van de Franse organisatoren de werkelijk onbestaanbare brutaliteit hebben de hele dag beelden van het absolute niets aan te bieden aan diverse veel geld neerleggende televisiestations over deze wereld, is ook van alle dag.
Dat wil zeggen, het zat er natuurlijk aan te komen dat de hele Tour in beeld gebracht zou worden. In andere tijden, met andere technische middelen en andere minder geldwolverige mensen aan het bewind begon een keurige Tourdag om halfvier in de middag. Anderhalf uur koers, korte uitlui en bonjour. Dat was acceptabel, dat was netjes. Daar is in dertig jaar de grote ommekeer in gekomen. Eerst waren er nog vijf dagen, met veel klimwerk, die geheel “en direct” gingen, toen werden het er twaalf, maar nu dus helemaal. Neen, natuurlijk doe je daar bijna niemand een plezier mee, maar de Tour-televisie uitzetten is als het dooddrukken van een muis: dat doe je niet snel.
Nu zegt men dat het goed is voor al die mensen in de bejaardencentra: een prima overlevingskans voor de zomer…ja, mijn hoeven. Het is een immorele actie al die beelden aan te bieden omdat we allemaal weten dat de Belgen alles zullen uitzenden, liefst nog met beelden van ontbijtende coureurs en liefst ook nog van beelden van na afloop onder de douches.
Wees gerust, dat gaat nog komen.
En omdat de Fransen het product maken en de Belgen ALLES uitzenden moeten alle buurlanden mee…de oude wet die al jaren bestaat. Alleen de Basken en de Reto-Romaanse Zwitsers zijn afgehaakt. Die doen wat anders in juli.
Overdaad schaadt en dat gebeurde in de eerste week en uitgerekend de kinderen van de snelle wereld, de Internetgeneratie, de mensen die vanaf het moment van opstaan tot en met het te rusten leggen van het moede hoofd, aan een open Twitterkanaal hangen, vonden het allemaal niets. Het kon niet, het mocht niet, het was schadelijk voor de gezondheid.
Een beetje historisch besef had hen doen inzien dat dit wieler-evolutie inhield. Dit hoort bij de koers. Al zo heel lang. Niet de koers is veranderd, de normen van de televisiebazen daarentegen wel. Als er iemand aangeduid moet worden de schade van de koers bij ons in huis te brengen…Moet je dan niet snel naar de televisiebazen wijzen of mag je de hand ook omdraaien en naar jezelf wijzen.
Natuurlijk zijn die bazen gek en vullen zij voor lange tijd op tamelijk simpele manier het kijkglas, maar wat doet de kijker zelf? Zitten en staren. Kijken naar niets. Zet dat toestel uit en ga leuke dingen doen, ga zelf fietsen, doe iets anders in ieder geval.
Je hoeft niet te kijken!
Maar de huidige Tourvolger kan niets anders doen dan stom voor zich gaan zitten uitstaren, toch? Hoewel? Heeft U ook de sterk slinkende kijkcijfers naar “de koers” gezien? Toen ineens werd het weekend en verdween de lethargie bij de volgers.
Mopperen werd juichen. Menselijker kon niet.
Fantastische etappes, veel strijd, bloed op de weg, uitvallers, geweldige valpartijen, favorieten die weggevoerd worden, lede poppen vlogen door de lucht en Froome stond nog steeds in het geel. Shit. Excuse me. Nu hadden we andere mopperpunten: Aru reed onsportief, want Froome had iets aan zijn stuurlint. Porte speelde voor Oe Thant en hield de kopgroep politiek correct.
Astana reed als een zwakzinnigeninrichting, de FDJ-ploegleider moest worden weggestuurd wegens kortzichtigheid, waar reed de eerste Nederlander? Neen, die Porte, die was pas sportief… Als bewijs van goed gedrag mocht hij in stukjes van het glibberige asfalt opgepakt worden.
In het weekend werden we fan van Gesink en liepen we vervolgens in een korte rouwstoet achter hem aan het ziekenhuis binnen. En we gingen ons afvragen hoe het toch kwam dat hij zo vaak viel, terwijl al sinds de Franse renner Gérard Saint (1.98 meter) in de laat jaren vijftig van de vorige eeuw vaststaat dat renners boven de 1.92 meter geen grote stuurmannen zijn. Er zijn vast wel universitaire groepjes in Leiden of zo die een belangwekkend onderzoek naar lange renners en hun kans op vallen, willen gaan opstarten. Lange renners die epo gebruiken rijden dan ook niet harder, zo zal de uitkomst zijn.
En nog even dat politiek correcte. In alle praatprogramma’s, in alle welbedoelde filmpjes en in alle voor- en nabeschouwingen ging het erover…de politieke correctheid van het aanvallen van een tegenstander als die een fietsmalheur heeft. Rijden zegt de een, stoppen prevelt de ander.
Ook hier: het is van alle tijd.
Brave borsten als Froome, Breukink of Porte stopten. Kolerelijders als Aru, Jaskula en Contador reden door de morele barrière heen en riepen “Kus toch mijn edele delen, het is koers en geen jeugdkamp op Soefi-basis.” Ja, ook van alle tijd, inderdaad. Maar ja, we moeten mopperen als er in dit zomerse speelgoedje voor velen niet gebeurt wat wij graag willen.
Ooit sprak ik een heel wereldlijke, zeer intelligente man die professor was en nog een aantal titels meer meevoerde. Hij vroeg of ik ter controle bij hem langs kon komen en ik antwoordde dat ik in de Tour de France aan het werk was. Ik was bezet. Hij zei:” De Tour de wat…?” en ik was er zeker van dat hij geen idee had.
Later kreeg ik die bevestiging: er bestaan zovele lieden aan wie dat Franse gefiets geheel voorbij gaat. Hij wist het echt niet, hij hield zich met geheel andere dingen bezig: mensen beter maken om maar iets te zeggen. Dat deed hij bij mij. In 1994 al en ik kan nog steeds ademen. En om die toon door te trekken: er keken de afgelopen dagen zo’n anderhalf miljoen Nederlanders naar iets van de Tour. Dat kon zijn via de NOS, via Eurosport of via de VRT. Er werden praatprogramma’s uitgezonden vanaf acht uur in de avond tot na twaalven: RTL 7, NOS, VRT, Eurosport.
Voor ieder wat wils, de keuzeknop stond en staat tot Uw beschikking, maar ook hier, voordat er gezegd en geschreven gaat worden dat er zoveel van die praatprogramma’s zijn: je hoeft niet te kijken. Sommigen in mijn omgeving pikten daar afgelopen dagen dan ook nog even de tenniswedstrijden van Wimbledon bij, inclusief, uiteraard, Sue Barker bij de BBC; het rust- en ijkpunt van de dag. Sue zien en dan rustig een middagtukje maken.
Er mopperden dus delen van pak weg (op zijn best) anderhalf miljoen vaderlanders. Naar de wedstrijd keken over het algemeen minder mensen dan naar de praatprogramma’s en dat is een veeg teken. Ook van alle jaren. Maar als er anderhalf miljoen mensen WEL keken (en zich druk maakten) wat deden die dertien of veertien miljoen dan die NIET keken?
Was en is dat niet het verstandigste deel van het volk?