Play Ball
- Nieuws
- Play Ball
Het mag idioot klinken, maar vandaag begint de professionele honkbalcompetitie op Taiwan. Tenminste dat was tot gisteravond de bedoeling en het had er alle schijn van dat het ook ging gebeuren.
Is het daar dan 'safe', zult u zich afvragen. Neen, maar waar is het dat wel en hoe weten we dat?
Feit is dat het grote Aziatische eiland vrij snel en met ijzeren tucht en discipline een stevige lockdown afkondigde, waar de overgrote meerderheid van de bevolking zich ook aan hield. Er wonen daar meer dan 23 miljoen mensen. Ja, inderdaad, op elkaar gepakt. En toch kende Taiwan opmerkelijk lage cijfers in alle categorieën (besmette mensen, ic-klanten en overledenen), terwijl het toch niet al te ver van de grote coronahaard China af ligt. Met dat resultaat in de hand hebben de honkbal-leiders gevraagd of er vandaag begonnen kon worden met een op dat eiland zeer geliefde en ook uitstekend georganiseerde sport.
Het antwoord van de regering was 'ja, mits' en die mits houdt in dat er niet meer dan 500 toeschouwers in de stadions aanwezig mogen zijn en dat er 2 meter afstand dient te bestaan op de tribunes en ook in de dug-outs van beide teams. Het spreekt vanzelf dat alle spelers vooraf getest zijn en alleen mogen spelen als ze corona-vrij zijn; bij de minste twijfel: quarantaine en direct wegwezen.
Als buitenstaanders vragen hoe het komt dat dit grote, dicht bevolkte eiland zo relatief schadevrij door deze tijd is gerold, komt er slechts een antwoord: "Wij hebben geleerd van de Sars-uitbraak van 2003 en hadden alle toen opgedane ervaring keurig in kaart gebracht en klaarliggen voor een volgende uitbraak."
Het klinkt simpel en voor die lieden daar is het ook simpel gebleken: op ervaring kan je bouwen, als je het nooit meegemaakt hebt, weet je nauwelijks waar je beginnen moet. En dus staan vrij iele, hard gooiende werpers weer de smerigste curve-ballen op hun tegenstanders los te laten en laten de honkballers van daar hun zo typerende 'korte spel' zien; snelheid gepaard met een zekere lichtvoetigheid. Geen long-ballhitters zoals de westelijke honkbalwereld ons voorlegt, maar kleine, vinnige acties van lichte, snelle kereltjes.
En is het niet toevallig dat ze in Zuid-Korea ook al weer aan het trainen zijn, collectief, welteverstaan en dat ze daar de eredivisie over twee weken willen laten beginnen. Ook in dat land werd corona met harde hand aangepakt en werd er direct opgetreden, steunend op ervaringen van vroeger met virussen. De KBO-teams lijken, nog meer dan de teams van Taiwan, een testcase voor vele andere sporten in de wereld te zijn. Zuid-Korea staat, als het ware model voor de rest van de georganiseerde sportwereld, met dien verstande dat de discipline bij dat volk en de daar toegepaste technologie superieur aan die van ons in de westerse wereld waren/zijn.
In Zuid-Korea, zo liet de Amerikaanse sportzender ESPN weten, staan grote apparaten bij alle ingangen van een stadion. Iedereen die erin wil (spelers, scheidsrechters, persmensen, later supporters) moeten door die apparaten lopen die je kunt vergelijken met grote thermometers. Heb je lichte verhoging, dan wordt je er al uitgepikt; helaas no baseball.
Wat me naar de westerse wereld en honkbal (baseball) brengt. Terwijl in Nederland de bijna traditionele Haarlem Honkbal Week (26 juni tot en met 5 juli) al doorgestreept is en niemand weet of er in Nederland überhaupt nog competitie gespeeld gaat worden, net zoals dat bij alle andere georganiseerde sporten het geval is, zitten ze in de Verenigde Staten te kauwen op een uiterst merkwaardig, maar wel interessant en eigenlijk ook spannend om aan te horen idee.
In grote lijnen: de 30 organisaties die samen M(ajor) L(eague) B(aseball) vormen willen de mogelijkheid bekijken in de staat Arizona te beginnen met de competitie van 2020. Waarom in Arizona? Omdat het in die staat buitengewoon honkbalvriendelijk weer is. Omdat de helft van de MLB-teams in die staat hun 'springtraining' doormaken en dus bekend zijn aan de omgeving en het leven in die staat.
Omdat in de omgeving van Phoenix, Tempe en Scottsdale er kasten van hotels staan, leeg nu, die mooi gebruikt kunnen worden door de ploegen. Restrictie: een ploeg per hotel; geen andere gasten, uitsluitend spelers en coaches, artsen en personeel van één organisatie, hetgeen neerkomt op ongeveer 40 mensen per ploeg.
Scheidsrechters, altijd vier per wedstrijd plus een 'alternate', hokken ook samen op en worden streng medisch gecontroleerd. Omdat de hoofdscheidsrechter vlak achter de slagman en de catcher staat, kunt u me nog volgen, honkbalonwetende, en dus geen anderhalve meter afstand heeft met de spelers, wordt een technisch hulpmiddel ingeschakeld waardoor de hoofdscheidsrechter, geholpen door mensen die de techniek bedienen en interpreteren, met een korte vertraging kunnen zeggen of een bal 'slag' of 'wijd' is.
Spelers zitten niet samen in de dug-out, maar op de tribunes boven dat ding, met een minimale afstand van 2 meter tussen elkaar. Over publiek is nog niet gesproken. De eventueel te verspelen wedstrijden worden integraal uitgezonden via de bekende honkbalzenders, inclusief reclames tussen de innings in. Business as usual, nietwaar, behalve het feit dat er geen toeschouwers bij zijn en dat er niet volop vettigheid en bier geconsumeerd kan worden.
Er zijn stadionnetjes genoeg daar, het weer nodigt in Arizona altijd al uit aan honkbal te gaan doen, er is huisvesting te over, er bestaat een zekere vorm van controle op het lichamelijke wel en wee van de spelers… Gemeten en aangetoonde verhoging of koorts betekent ook hier ophokken en veertien dagen niet spelen.
Dus? Is het een fata morgana… Is het een trillende luchtspiegeling omdat de Amerikanen nou eenmaal niet zonder hun 'national pastime' kunnen? Donald Trump schreeuwde het eergisteren ook al: er moest weer gesport worden. Is het ver doorgeduwde bijna-dwingelandij omdat ook de Amerikaanse fan het leven zonder live sport nu al wel beu is? Kunnen we, als mensheid, niet zonder sport en worden er dus overal van dit soort kunstgrepen bedacht? En misschien ook wel uitgevoerd?
Waar men in Azië nu het voordeel heeft van de strenge en goed toegepaste regels ten tijde van het uitbreken van corona, hobbelt de westerse wereld thans achter die Aziatische landen aan en zie je de Europese voetbalwereld schipperen en op drijfzand lopen. In Amerika, waar vandaan nog iedere dag de grootste horrorverhalen komen, probeert een grote sportbond, MLB, met kunst- en vliegwerk een competitie op te tuigen.
Ook hier heet de achterliggende gedachte: money, zoals bijna in alles en overal het geval is. De honkbalindustrie moet geholpen en gered worden, zoals onze voetballeiders in Europa het van hun speelgoedje voelen en vinden. Zoals de NBA, de tenniswereld, en straks de NFL de Formule 1 en de NHL dat ook zullen gaan doen; zoeken naar mogelijkheden om toch te kunnen spelen of rijden en via het blauwe oog 'uitgezonden' te worden. Televisiecontracten fungeren nu immers helemaal als reddingsboeien voor de grote sportorganisaties. En televisie-uitzendingen houden mensen binnenshuis, nietwaar?
De Belgen zijn ons afgelopen weekend voorgegaan met virtueel hardfietsen in Vlaanderen (zelfs uitgezonden op de nationale televisie), op Taiwan en straks in Zuid-Korea wordt 'echt' sport gespeeld en de Amerikanen bekijken het ambitieuze plan en popelen om te beginnen. In Europa wachten alle clubs op de uitingen van de grote bonden alvorens zij met daden (acties, competities) komen. Ook in Europa geldt het adagium dat niet spelen en het leven zonder televisiewedstrijden voor vele organisaties de directe doodsteek zullen betekenen.
De economische belangen rammelen per nu steeds steviger aan de deuren die ineens overal op een kiertje lijken te staan. En omdat dat kiertje te zien en te voelen is, proberen sportorganisaties hun voet tussen de deur en deurpost te krijgen. Ook op continenten en in landen waar men niet de kennis van het counteren van gevaarlijke virussen had, waar men in de eerste twee weken te laks (en zelfs lacherig) reageerde op 'dat Chinese griepje' en waar we vaak met enige jaloezie naar de beter-voor-dit-soort-zaken ingerichte Aziatische landen konden kijken, probeert men nu het schier onmogelijke: tóch te gaan sporten.
Doortastend en juist optreden kreeg echter deze weken vanuit Azië een echte betekenis. Of zoals de wielrenners Hennie Kuiper, Rob Harmeling en Erwin Nijboer mij altijd voorhielden: "Heus, de wijzen komen echt uit het oosten."
Dat laatste mag dan, met een knipoog, zo zijn, feit lijkt te worden dat de anderhalvemeter-regel in ons leven waarin we nu terechtkomen, alle ploegsporten van amateurs tot profs zal lamleggen tot er een afdoend middel is gevonden tegen het virus en de wereld zich weer vrij kan en durft te bewegen. Ook over een sportveld.
Tennis anyone?