De demonisering van het platteland: 'Wat schieten we op met stigmatisering?'
- Nieuws
- De demonisering van het platteland: 'Wat schieten we op met stigmatisering?'
In de nieuwste aflevering van Op z’n Kop! gaan Marianne Zwagerman en Rick van Velthuysen in gesprek met Jesse Baak en Hendrik Jan Bökkers over de demonisering van het platteland. Vroeger werd er alleen maar lacherig gedaan over boeren, maar nu ontstaat het frame dat plattelandsjongens gevaarlijke macho’s zijn die zich grensoverschrijdend gedragen.
Een van de aanleidingen voor het gesprek is het WODC-rapport over anti-institutionalisme in Nederland. Uit het onderzoek blijkt “dat aanhangers van anti-institutioneel extremistisch gedachtegoed veelal mannen zijn van 40 jaar en ouder, woonachtig in ruraal Nederland.” Daarnaast is Rutgers een campagne gestart over groepsdruk onder jongens, voornamelijk gericht op jongeren op het platteland. Plattelandsjongeren zouden ‘schadelijke traditionele mannelijkheidsnormen’ opleggen aan leeftijdsgenoten. Hoe verantwoord is het om op basis van zo’n dunne basis hele regio’s als risicogroep te framen? En hoe zien bewoners van de regio dit zelf?
#220 - OP Z'N KOP! De demonisering van het platteland - Op z’n Kop!
Het platteland als 'gevaarlijk gebied'
Afgelopen week kwam het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) naar buiten met een onderzoeksrapport naar anti-institutionalisme in Nederland. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de minister van Justitie en Veiligheid. Uit het onderzoek blijkt dat "aanhangers van anti-institutioneel extremistisch gedachtegoed veelal mannen zijn van 40 jaar en ouder, woonachtig in ruraal Nederland." Het onderzoek is een 'exploratieve overzichtsstudie', een kwalitatief onderzoek waarbij mensen van het platteland werden ondervraagd. Volgens Zwagerman framet het WODC-rapport het platteland als een risicogebied, een voedingsbodem voor extremisme en een bedreiging voor de democratische rechtsorde.
Wat schieten we op met stigmatisering?
Ook is er een nieuwe campagne van Rutgers over groepsdruk onder jongens, voornamelijk gericht op jongeren op het platteland. "Het zijn allemaal macho’s die de andere jongetjes op het platteland dwingen om ook macho te worden", stelt Zwagerman sarcastisch. In het WODC-rapport worden geen negatieve conclusies getrokken over plattelandsjongeren, legt Zwagerman uit: "Dat weerhoudt ze er niet van om vervolgens wel een hele stigmatiserende campagne te lanceren. Ook allemaal aandacht in de media om te vertellen dat er vooral op het platteland een heel groot probleem is."
"Ik heb geen onderzoek gedaan. Ik kan alleen maar putten uit mijn eigen ervaringen, maar in mijn eigen ervaringen is dat niet zo", stelt Hendrik Jan Bökkers, zanger van de Sallandse rockband Bökkers. "Ik kom uit deze streek, ik woon hier al bijna 50 jaar en ik sta elk weekend weer voor een tent met jongelui uit deze regio. Ik zie dit niet, wat die campagne zegt." Daarnaast vraagt Bökkers zich af wat het doel is van het rapport en de campagne: "Over elke groep kun je een stigmatisering maken, dat is niet zo moeilijk. De vraag is: wat schiet je ermee op? Nou, niets volgens mij."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
'De Biblebelt zou voor ons een hel zijn'
"Je ziet, ze hebben in het onderzoek enorm gefocust op die Biblebelt", stelt Zwagerman. "Daar wordt dus wel de indruk gewekt dat de norm op het platteland is dat je nou eenmaal hetero moet zijn, want die zijn er nou eenmaal meer." Jesse Blaak herkent zich totaal niet in dit beeld en schreef een column over dit onderwerp: "In die column beschreef ik eigenlijk dat er vanuit de Randstad en vanuit Den Haag vaak wordt neergekeken op het platteland en op hoe er daar met LHBT’ers, waar ik dus ook onder val, wordt omgegaan. De Biblebelt zou voor ons een hel zijn om te leven: we worden hier door iedereen weggekeken, we zijn hier niet welkom. Terwijl ik het heel anders ervaar", vertelt Blaak.
"Wij kunnen hier gewoon ons ding doen en staan hier ook regelmatig in het café of in de kroeg", vertelt Blaak. "Zo erg als het wordt geschetst, is het helemaal niet. Ik zie juist meer een probleem in de stad." Blaak vertelt dat hij in Amsterdam wel wordt uitgescholden of nageroepen, maar in Nunspeet niet. Ook Bökkers merkt dat het rurale gebied inclusiever is dan wordt gedacht: "Mijn vrouw is draagmoeder geweest voor een bevriend homostel dat in Heino woont. Zij worden op handen gedragen door het hele dorp."
Groeiende woede
Zwagerman stelt dat ze moedeloos wordt van het gevoel dat er niets verandert, ook voor de boeren: "En uiteindelijk word je daar dus wel, als je niet oppast, extremistisch van, omdat je denkt: 'Ja, alle middelen die we hebben: programma’s maken, liedjes maken, aan verkiezingen meedoen, de verkiezingen winnen, alles heeft geen zin.'" Blaak herkent dit beeld: "Het is helemaal niet heel gek dat in die agrarische gebieden de boeren compleet het vertrouwen hebben verloren in de overheid in al die jaren. Ze lopen al 20, 30 jaar tegen regelgeving van de Nederlandse overheid aan, en elke vier jaar komen er weer nieuwe regels bij en moet alles op de schop."
"Natuurlijk zijn mensen boos, boeren zijn boos, dat snap ik heel goed", stelt Bökkers. "En dan komen ze in opstand, er wordt geprotesteerd en dat is helemaal niet erg. Je mag gewoon protesteren." Wat volgens Bökkers wél kwalijk is, is de framing: "Dan wordt het geframed als anti-institutioneel en extreem, en dan wordt er een voedingsbodem gecreëerd om heel makkelijk dingen te gaan verbieden. Mensen worden monddood gemaakt op deze manier. Ik vind dat een hele slechte zaak."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Benieuwd naar het hele gesprek tussen Marianne Zwagerman, Rick van Velthuysen, Hendrik Jan Bökkers en Jesse Baak? Beluister dan nu de nieuwste aflevering van Op z’n Kop!
Gerelateerde podcast
Op z’n Kop!
Gerelateerd




