'De gespletenheid: niet Joods willen zijn terwijl je weet dat je het bent'
- Nieuws
- 'De gespletenheid: niet Joods willen zijn terwijl je weet dat je het bent'
In het boek Verdriet en boterkoek vertelt journalist en schrijver Margalith Kleijwegt hoe verschillende karakters uit verschillende generaties van haar Joodse familie allemaal op hun eigen manier met het verleden omgaan. Centraal daarin staat haar moeder, oud radiocoryfee en documentairemaker Netty Rosenfeld die verwoede pogingen deed de oorlog van zich af te vechten.
Margalith Kleijwegt, schrijver en journalist - Kunststof
'Je moet het bloed verdunnen'
"Ze was een grote persoonlijkheid, heel warm", vertelt Margalith in Kunststof. "Maar ze kon heel depressief zijn omdat die oorlog op haar drukte. Ze was een moeder die heel graag moeder wilde zijn, maar dat niet altijd kon omdat het verdriet van de oorlog eronder zat." Ze zei zelfs tegen Margalith: "Je moet het bloed verdunnen, je moet niet met een Joodse man trouwen, want dat kan gevaarlijk zijn."
Verwonderlijk is dat niet gezien het verleden van Netty. In de oorlog werd haar familie grotendeels uitgemoord. Zelf zat ze tijdens de oorlog ondergedoken in Eindhoven. Nog tijdens de oorlog begon ze haar carrière als omroepster bij Radio Herrijzend Nederland. Bij terugkeer in Amsterdam bleken andere mensen in het ouderlijk huis te wonen. De buren, bij wie de familie alle kostbare spullen in bewaring had gegeven, zeiden doodleuk dat alles was verdwenen, terwijl het vloerkleed van de Rosenfelds onder hun voeten lag. Later vielen bij de directie van de radio met regelmaat brieven op de mat waarin werd opgeroepen dat Joodje achter de microfoon vandaan te halen.
De gespletenheid
Netty besloot dat ze niet Joods wilde zijn. De Joodse feestdagen, de spijswetten, ze wilde er niet van weten. "Maar ze noemde mij Margalith, wat een Hebreeuwse naam is. Dat is heel dubbelzinnig. Dat is de gespletenheid; dat je niet Joods wil zijn terwijl je weet dat je het bent, omdat het nu eenmaal zo is. En je jezelf ook niet verloochenen wil ten aanzien van hen die allemaal vermoord zijn."
Tante Esther, die gelijktijdig met Netty onderdook, ging op een heel andere manier met het verleden om. Margalith hield zielsveel van haar. "Ik vond het prettig dat ze niet zo met het Jodendom tobde en dat ze het niet zag als iets om je van af te wenden of je te voor schamen. Bij haar was het nooit een gevecht." Waar Netty dertig jaar lang in psychotherapie zat, daar ging haar zus vrij ontspannen door het leven.
'De oorlog is verdwenen, maar het antisemitisme niet'
De worsteling met de Joodse identiteit heeft Margalith van haar moeder overgeërfd. Als kind heeft ze het probleem altijd weggedrukt, terwijl ze gelijktijdig alles van de geschiedenis wilde weten. Als journalist heeft ze er een voelspriet aan overgehouden voor onrechtvaardigheid, discriminatie en mensen die aan de rand van de maatschappij staan. Ze maakte furore als sterverslaggever van Vrij Nederland die haar voet tussen de deur wist te krijgen bij achterstandsgezinnen in Amsterdam West.
Met jaloezie kijkt ze nu naar de generatie van haar zoon Kers die veel ontspannener met hun achtergrond omgaat, die het Jodendom als iets leuks ziet, als iets cools. Hoewel. Haar zoon had zich op school tijdens een discussie over concentratiekampen laten ontvallen dat er niet zo luchtig over gedaan moest worden, omdat een deel van zijn familie daar is vermoord. Nadien werd hij 'de Jood Kers' genoemd. "De oorlog is verdwenen, maar het antisemitisme niet."