'Afrika heeft geen schijn van kans'
- Nieuws
- 'Afrika heeft geen schijn van kans'
Het coronavirus slaat wereldwijd om zich heen, maar Afrika is tot dusver redelijk buiten schot gebleven. Toch zeggen epidemiologen dat een grote uitbraak een kwestie van tijd is. En dus zijn de voorbereidingen in volle gang, maar dat blijkt buitengewoon moeilijk.
Hoe Afrika zich voorbereidt op het virus bespreekt Patrick Lodiers in De Nieuws BV met Karline Kleijer, coördinator taskforce Covid-19 bij Artsen Zonder Grenzen, met Bente van der Meijden, tropenarts in Malawi, en met Sander de Kramer, journalist die veel voor Afrikaanse mensen heeft betekend de afgelopen jaren.
Video niet beschikbaar
Kleijer beschrijft hoe de situatie er op dit moment in veel arme landen voor staat en dat zij weinig kans maken op de markt van beschermingsmiddelen: "Als je al kijkt naar Nederland, waar er bijna geen beschermingsmiddelen zijn en die geprioriteerd worden in de ziekenhuizen, kunt u zich voorstellen dat er in landen die minder rijk zijn, er een nog veel groter probleem is."
"Bovendien is de uitbraak in de Afrikaanse landen, en in sommige andere arme landen, nog niet zo heel groot. Volgens de deskundigen gaat het wel groot worden. Wat betekent dat de rijkere landen eigenlijk de wereldmarkt leeg trekken. En je ziet dat rijke landen enorme hoeveelheden geld bereid zijn neer te leggen. Dat betekent dat arme landen maar ook Artsen Zonder Grenzen niet eens meer in staat zijn om überhaupt maskers te kopen op die markt."
Kleine partijen opkopen
Kleijer geeft aan dat Artsen Zonder Grenzen alles probeert te doen met de middelen die ze hebben. Kleijer legt uit hoe ze toch nog proberen aan beschermingsmiddelen te komen. Dit doen ze door de kleine partijen op te kopen die door de grote landen niet snel gekocht worden. Met al deze kleine hoeveelheden hopen ze toch nog voldoende middelen te kunnen vinden voor de medische operaties onder leiding van Artsen Zonder Grenzen.
Maar de schaarste is een groot probleem, "en het gaat veel verder dan Artsen Zonder Grenzen", beaamt Kleijer. Daarbij zegt Kleijer: "Overheden hebben daar simpelweg niet de capaciteiten of de financiële middelen voor om op grote schaal in te kopen en te concurreren met de hele rijke landen." Ze geeft aan dat dit landen zijn zoals Sudan, Sierra Leone, maar ook Syrië of een Afghanistan.
"Ieder voor zich"
Het is een combinatie van factoren die invloed hebben over welke landen wel of geen toegang hebben tot deze medische middelen. Kleijer: "Er is een tekort, ik heb begrepen van de Wereld Gezondheidsorganisatie dat ze denken dat het vier tot zes maanden duurt voordat de productie aan de vraagkant voldoende is, dus er is ook gewoon een wereldwijd tekort."
"En daarnaast is het inderdaad een kwestie van heel veel geld en dat wordt ook veel politiek gespeeld. Dus die landen die grote productiecapaciteit hebben die gaan ook op een politieke manier beslissen waar dat heen gebracht mag worden, waar het naar geëxporteerd mag worden en aan wie het verkocht mag worden."
"De wereld is ondanks de waarschuwingen in het verleden, met SARS en MERS, niet goed voorbereid op een pandemie en daardoor is er ook geen systeem dat bepaalt hoe we het eerlijker kunnen aanpakken. Daardoor is het op dit moment iedereen voor zich," aldus Kleijer.
Een verre onderschatting van de werkelijkheid
Bente van der Meijden, tropenarts in een groot district ziekenhuis in Malawi, treft op dit moment voorbereidingen voor een grote corona-uitbraak. "Op dit moment hebben wij zestien casussen geïdentificeerd met corona, waarvan twee mensen overleden zijn. Maar er zijn hier gewoon heel weinig testmogelijkheden, dus het is een verre onderschatting van de werkelijke aantallen."
"Afrika zit nog in het begin proces van de epidemie, dus ook hier verwachten we dat de komende weken de nummers echt omhoog zullen gaan. We proberen het ziekenhuis klaar te maken voor corona. Je merkt ook gewoon in het land, dat er veel onrust begint te ontstaan. Mensen zijn bang wat corona gaat bieden en ook omdat hier heel weinig mogelijkheden zijn om jezelf te beschermen."
Van der Meijden geeft aan dat mensen in dorpen weinig stromend water hebben en dicht op elkaar zitten, en dat het daarbij lastig is om je eigen hygiëne goed te houden. "Dat zijn grote problemen," aldus Van der Meijden.
Twee problemen
Ook herkent Van der Meijden de schaarste in de beschermingsmiddelen die zij tot haar beschikking heeft: "Ik denk als de echte epidemie gaat losbarsten dat we al door ons materiaal heen zijn. Dat gaat een groot probleem zijn." Echter ziet ze ook nog een ander groot probleem waar ze zich ook zorgen over maakt. "Doordat mensen bang zijn voor corona, komen ze niet meer naar het ziekenhuis."
"Ook worden er allemaal maatregelen getroffen waardoor het vervoer veel duurder wordt, dus mensen ook voor gewone dingen niet meer naar het ziekenhuis gaan. Je gaat op meerdere vlakken problemen krijgen. Mensen gaan ook veel later voor malaria naar het ziekenhuis. Er gaan veel meer mensen overlijden aan dingen waar je wel iets aan kunt doen."
"Zij denken dat het een soort tweede Ebola is"
Sander de Kramer staat in nauw contact met de mensen in Sierra Leone en heeft in het verleden veel voor deze mensen weten te betekenen. Hij legt uit dat Ebola bij deze mensen nog vers op het netvlies staat en dat ze daar ontzettend bang zijn dat dit weer hetzelfde zal zijn. "Dat is aan de ene kant een voordeel in die zin dat we door middel van radio en door middel van hygiënische producten, we eigenlijk dezelfde dingen kunnen vertellen als die een paar jaar geleden speelden bij Ebola. Maar nu is het corona."
"Zij denken dat het een soort tweede ebola is, dus zij zijn allemaal als de dood voor dit virus. En dat werkt een beetje in het voordeel dat ze allemaal de afstand van twee meter proberen te waarborgen." De Kramer geeft aan dat zelfs de boodschap ver in de jungle al was aangekomen om die twee meter afstand te houden.
Enorme problemen
Ondanks dat de mensen daar goed afstand houden van elkaar, om zo verdere verspreiding te voorkomen ziet hij wel een ander groot probleem. "Iedereen is daar dagloner, en die leven met de dag en hebben kleine handeltjes, of het nou fruitverkoop is of broodverkoop of visverkoop is. Ze komen elke dag bij elkaar op marktjes. Dat zijn de dagelijkse markten en daar zorgen ze eigenlijk voor zichzelf zodat ze ’s avonds hun gezin te eten kunnen geven."
Met die totale lockdown kan dat niet. Dus je krijgt nu enorme problemen op meerdere plaatsen in Afrika, dat je een soort spanning krijgt van: 'wij moeten onze spulletjes gaan verkopen, want we krijgen gewoon honger'", aldus De Kramer.
Daarnaast zegt De Kramer dat het heel erg lastig is om in de sloppenwijken afstand van elkaar te houden. "Mensen zitten daar hutjemutje, kuchen en hoesten en de mensen zijn daar ziek. En de middelen zijn er niet om daardoor heen te breken."