Hoogbegaafde Femke liep vast op school: 'Ik leerde over planeten, de rest stond in de poppenhoek'

Te weinig uitdaging, niet herkend worden, geen erkenning krijgen en uit pure frustratie zelfs thuisblijven. Ondanks de toenemende aandacht voor hoogbegaafde kinderen in het onderwijs gebeurt het nog te vaak dat deze groep achtergesteld wordt op de rest. En dus kwam de Tweede Kamer bij elkaar om nieuwe onderwijs plannen te bespreken die wel effectief zouden moeten zijn.

Vastlopen op school

Daar zou Hovinga, ervaringsdeskundige en begeleider van hoogbegaafden veel aan hebben gehad. Vroeger liep ze vast op school. "Ik was bezig met het leren van het sterrenstelsel terwijl andere kinderen blokken bouwden en in de poppenhoek stonden. En ik dacht: er is iets mis met mij."

Uit onderzoek werd al snel duidelijk dat ze hoogbegaafd is. "Toen bleek eigenlijk dat ik in groep drie, waar ik toen zat, al bijna alle leerdoelen van de basisschool onder de knie had. Alleen, ik was natuurlijk niet klaar, want ik was gewoon een klein meisje." De uitkomst gaf haar in ieder geval rust.

2,5 procent is hoogbegaafd

Dit verhaal is heel herkenbaar, ook vandaag de dag nog, zegt Anouke Bakx, die als lerarenopleider bij Fontys Hogeschool aankomend leraren lesgeeft in hoogbegaafdheid en zelf ook bijzonder hoogleraar begaafdheid aan de Radboud Universiteit is.

Hoeveel mensen hoogbegaafd zijn, is een beetje afhankelijk van de definitie die gebruikt wordt. "Als je kijkt naar een smalle groep dan is het ongeveer 2,5 procent."

Het probleem is, zegt Hovinga, dat ze niet altijd opvallen in de klas. Mede doordat er in een reguliere basisschoolklas een heel spectrum aan leerlingen zit, vertelt ze. "Laatst was ik op een school. Daar zat een jongen met een IQ van 165. Dat is extreem zeldzaam. En hij zat naast een jongen met een IQ van 75. En dan ben je de leerkracht van die groep. Nou, die benijd ik niet."

Aandacht hoogbegaafdheid is winst

Minister Wiersma van Onderwijs pleitte maandag voor maatregelen die moeten zorgen voor meer erkenning van hoogbegaafdheid. Maar ook voor het vergroten van de kennis rondom het onderwerp. En het beter passend en dekkend maken van het lesaanbod.

"Wat heel positief is, is dat er aandacht is voor hoogbegaafdheid", reageert Bakx. "En dat de minister ook nu erkent dat er op dit moment nog niet goed genoeg wordt aangesloten bij de ondersteuningsbehoefte van hoogbegaafde kinderen. Dat is al winst." Maar ze heeft ook kritiek. "De maatregelen zijn niet heel concreet. En daarnaast zijn de middelen ook niet structureel en dat vind ik een punt van zorg."