Binnenland
BNNVARA

Excuses slavernijverleden namens de staat 2,5 jaar geleden: wat is er met de 200 miljoen euro gebeurd?

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Excuses slavernijverleden namens de staat 2,5 jaar geleden: wat is er met de 200 miljoen euro gebeurd?

Ruim 2,5 jaar geleden zette oud-premier Mark Rutte 'geen punt maar een komma'. Dat zei hij toen hij namens de staat excuses aanbood voor het slavernijverleden. Het kabinet Rutte IV stelde een fonds van 200 miljoen euro beschikbaar voor de erkenning, herdenking en verwerking van het Nederlands slavernijverleden. Alleen is het geld nog niet op de juiste plek terechtgekomen, vertelt GroenLinks-PVDA Kamerlid Raoul White in De Nieuws BV.

Video niet beschikbaar

"We hebben nog steeds niet de juiste stappen gezet om het hele verwerken, het hele herdenkingsvraagstuk omtrent de nazaten van tot slaaf gemaakten goed vorm te geven. Er ligt nog steeds geen nationaal plan met concrete doelen. Geen lange termijnvisie. En er is ook geen echte stem voor Caribische mensen aan diverse tafels en dat moet echt anders", aldus White.

Geen prioriteit

Als er prioriteit aan zou worden gegeven, zegt White, dan zou er wel wat op papier komen. Alleen met het huidige demissionaire kabinet is dat niet het geval. Sterker nog: de grootste partij in de Tweede Kamer, de PVV, ziet geen enkele prioriteit in dit vraagstuk. Maar ook 2,5 jaar terug toen de excuses namens de staat werden aangeboden was het politieke klimaat al zo: coalitiepartij VVD vond de 200 miljoen euro in het fonds te veel.

Lokaal vs nationaal niveau

Wel zijn er inmiddels afspraken gemaakt rondom de herdenking van het slavernijverleden en de viering tijdens Keti Koti. Zo wordt de jaarlijkse nationale herdenking door de overheid betaald en wordt het slavernijmuseum gesubsidieerd, legt emeritus hoogleraar Caribische Geschiedenis Alex van Stipriaan uit. Om dat fonds van 200 miljoen heen wordt er op lokaal niveau meer gedaan om bij het Nederlandse slavernijverleden stil te staan. Denk aan herdenkingen en feesten die op provinciaal en stedelijk niveau worden georganiseerd.

Maar: volgens Kamerlid White is het essentieel dat het op nationaal niveau goed wordt geregeld. De intrinsieke motivatie van lokale overheden om iets te organiseren is goed, maar als het nationaal wordt geregeld zal iedereen verplicht aandacht moeten besteden aan wat immers onze collectieve geschiedenis is.

Bovendien is een deel van de 200 miljoen geoormerkt voor de Caribische eilanden en Suriname, vertelt Van Stipriaan. Het fonds kan onder andere besteed worden aan bewustwording. "Dat is voor Nederland van belang", zegt Van Stipriaan, "maar voor de eilanden en Suriname is dat minder belangrijk omdat men zich daar logischerwijs al bewust is van het slavernijverleden." Voor hen is het belangrijk dat het slavernijverleden de plek krijgt die het verdient in context van sociaal-economische zaken, onderwijs en bijvoorbeeld de medische situatie.

Slavernijgeschiedenis op scholen

Als het gaat om het bespreken van het slavernijverleden in de klassen op de basis- en middelbare school, is het aan de docent om dit in te delen. Oftewel: die mag bepalen of er 10 minuten over wordt gesproken, of zes hele lesuren. Uit onderzoek blijkt dat hier dan ook een groot verschil in zit: soms wordt bijvoorbeeld alleen gesproken over het Amerikaanse slavernijverleden. Volgens White moet men tijdig meekrijgen wat het verleden heeft gebracht en moet het bespreken van het Nederlandse slavernijverleden verankerd worden in het onderwijs.

Wij hebben allemaal als individuen een geschiedenis, maar ook als land hebben wij een collectieve geschiedenis. En dat laatste wil men nogal eens romantiseren, legt Van Stipriaan uit. Maar net als de geschiedenis van onze ouders en grootouders is ook de geschiedenis van een land een van hoogte- en dieptepunten. Zo moet de geschiedenis dus ook worden verteld. "Daar kun je van leren, als mens, maar ook als land", aldus de emeritus hoogleraar.

Meer van De Nieuws BV?

Volg ons op Instagram, TikTok en Facebook.

Ster advertentie
Ster advertentie