Een kunstmatig knuffelhormoon: is dat goed nieuws?
- Nieuws
- Een kunstmatig knuffelhormoon: is dat goed nieuws?
[NTR] Wetenschappers hebben het zogenaamde knuffelhormoon oxytocine kunstmatig verbeterd. Hun synthetische variant heeft de positieve effecten van de natuurlijke versie, maar niet de fysieke bijwerkingen, aldus de onderzoekers. Maar hoe zit het met de negatieve sociale bijwerkingen?
Oxytocine dankt zijn rozige imago aan zijn relatieversterkend effect. Door positief contact, zoals aanraking, oogcontact, knuffelen en seks stijgen oxytocinewaarden in je bloed, wat de band met de ander versterkt. Tijdens de bevalling heeft het ook een belangrijke rol: het bevordert weeën, en zorgt voor een band tussen moeder en pasgeboren kind.
De afgelopen decennia suggereerden talloze onderzoeken dat het knuffelhormoon ook een breder positief sociaal effect kan hebben. Het zou vertrouwen en sociaal gedrag bevorderen, en angst en stress verminderen. Geen wonder dat het in spuitbusvorm te koop wordt aangeboden en gemarket wordt als ‘wondermolecuul’.
Slecht voor je hart
Oxytocine wordt ook gezien als veelbelovend medicijn tegen autisme, psychopathie en angststoornissen. Alleen: het kan slecht zijn voor hart en vaten. Momenteel wordt natuurlijk oxytocine in de geneeskunde alleen gebruikt als weeënopwekker.
Om de weg vrij te maken voor bredere toepassingen, wilden de onderzoekers de negatieve bijwerkingen eruit halen. Dus knutselden ze een verbeterde variant van het hormoon in elkaar, dat de sexy naam [Se-Se]-OT-OH kreeg. Toen de onderzoekers dat kunstmatige hormoon aan opgekweekte hartspiercellen voerden, reageerden die er niet op. Het leek dus niet slecht voor het hart.
Voerden ze het aan stukjes baarmoederwandweefsel, dan trokken die wél samen: de weeënopwekkende eigenschappen werden dus behouden. Dat gold ook voor een positief sociaal effect: muizen die het kunstmatige hormoon toegediend kregen, vertoonden veel minder sociaal angstig gedrag.
Knuffelhormoon heeft ook agressieve kant
De fysieke nadelen zijn dus uit het kunstmatige hormoon geknutseld. Maar naast die fysieke bijwerkingen zijn er de laatste tijd wel meer negatieve effecten van oxytocine aan het licht gekomen. Onderzoek wees bijvoorbeeld uit dat oxytocine ook defensieve agressie kan bevorderen naar mensen buiten ‘de eigen groep’. Dat het hormoon vertrouwen tussen mensen bevordert - het idee dat sterk bijdroeg aan de opkomst van commerciële oxytocinesprays - wordt inmiddels betwist. Zelfs de gevoelens naar de eigen moeder leken soms negatief te worden beïnvloed door het hormoon.
Kortom, het lijkt erop dat het hormoon een Januskop heeft, met aan de ene kant een liefdevol moedergezicht en aan de andere een lelijk bakkes vol vooroordelen en xenofobie.
Of de nieuwe, kunstmatige variant die nadelige effecten ook heeft is niet onderzocht. Maar er is weinig reden om aan te nemen dat dat niet zo is, en hij blijft bovendien tweemaal zo lang in je systeem als de natuurlijke. Voorlopig lijkt een bijsluiter dus nog steeds nodig.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).
NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap
Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co