Hoogbouw of woontorens: hoe maak je een gebied waar mensen graag wonen?

Woontorens

Waar mensen graag wonen of zijn, heeft niet alleen te maken met het gebouw zelf maar juist met factoren eromheen, zegt Suurbenbroek. "Je bouwt niet alleen torens, maar ook laagbouw", zegt de onderzoeker naar leefbaarheid in stedelijk gebied.

Volgens Suurenbroek werkt hoogbouw vooral goed als het contact met de straat niet verloren gaat. De hele omgeving speelt mee, en daarom is het beter om hoogbouw als totaalplan te ontwikkelen waarbij hoog- en laagbouw zich afwisselen. Deze afwisseling zorgt ervoor dat je ook nog het gevoel van ruimte hebt tussen de hoge gebouwen, en dat het niet beklemmend aanvoelt.

Neuro-architectuur

Maar hoe een nieuw gebied precies aanvoelt kun je bij architectuur vaak pas achteraf aan mensen vragen. Omdat het hier over miljoenenprojecten gaat waar duizenden mensen komen te leven, maakt Suurbroek en zijn onderzoeksteam gebruik van neuro-architectuur.

In een van die onderzoeken kunnen ze door middel van een bril zien hoe mensen de omgeving ervaren. "Soms kom je op een plek waar het onprettig aanvoelt, dan wil je er zo snel mogelijk weg. En soms ben je op een plek waar het fijn voelt en dan blijf je er juist langer hangen."

Brein en omgeving

Met behulp van neuro-science wordt dus gekeken hoe ons brein met onze omgeving werkt, en als je deze kennis toepast op architectuur en stedenbouw kun je uiteindelijk een omgeving creëren waar mensen ook echt graag willen wonen en lekker kunnen leven. Want volgens Suurbroek gaat het bij het oplossen van de wooncrisis niet alleen over de woonbehoefte van nu, maar over grotere dingen. "Hoe laten we onze stad straks achter voor de komende generaties?"