Sinds wanneer hebben mensen bindingsangst?

Het woord bindingsangst zou volgens de hoogleraar wel iets van de laatste tijd kunnen zijn, maar het bestaat dus al veel langer. De hechtingstheorie gaat erover dat kinderen tijdens hun opvoeding de eerste jaren het gevoel moeten krijgen dat ze gezien worden zoals ze echt zijn, vertelt Vonk. "Dat ze geliefd worden zoals ze zijn en dat ze geaccepteerd worden zoals ze zijn. Dat ze er op kunnen vertrouwen dat die ouder niet opeens wegloopt zonder terug te komen."

Veilige hechting

Dat geeft je vervolgens een veilige hechting, vervolgt Vonk. "En een veilige hechting betekent dat je vertrouwen hebt in jezelf dat jij leuk genoeg bent. Waardevol genoeg dat iemand van jou kan houden, dat jij de moeite waard bent."

Bij sommige mensen gaat het mis in die eerste levensjaren. Als die reactie van die ouders niet onvoorwaardelijk is, of als kinderen verwaarloosd worden, dan kunnen allerlei soorten van onveilige hechting ontstaan en één daarvan is dus bindingsangst, legt de hoogleraar uit. "Bij bindingsangst hebben we het over een afwijzend vermijdende hechting."

Verlangen naar intimiteit

"Dan heb je het gevoel dat jij wel oké bent, maar andere mensen niet." Mensen die dat hebben hebben volgens Vonk moeite met intimiteit. "Die mensen hebben vaak dat verlangen ook helemaal niet naar intimiteit, dus die hebben moeite om dat toe te laten."

Het omgekeerde kan ook, dan heb je wel vertrouwen in de ander, maar niet in jezelf. "Dat noemen we dan bindingsdrang."

Persoonlijke vrijheid

Vonk denkt dat het wel nog zou kunnen lijken alsof er meer bindingsangst is omdat mensen nu hun persoonlijke vrijheid heel belangrijk vinden. "Mensen vragen zich af: wil ik me wel vastleggen aan mijn partner. Want heb ik eigenlijk wel de allerbeste die mogelijk is?" Dat kan je als bindingsangst ervaren, legt de hoogleraar uit, "maar dat betekent niet per se dat die persoon een hechtingsstoornis heeft."

Gelukkig heeft maar een minderheid van de Nederlanders last van bindingsangst, vertelt Vonk. "Onderzoek laat zien dat 70 à 80 procent van de mensen een veilige hechting heeft."