Dit zou wel eens de doorslaggevende eigenschap van succesvolle mensen kunnen zijn

De onderzoekers volgen al sinds de jaren 70 een groep van de allerslimste kinderen in Amerika – kinderen die al in hun vroege puberteit de intelligentie hebben om aan een universiteit te gaan studeren. Daarbij richt de test zich vooral op de wiskundige talenten van mensen.

Aangezien de studie al zo lang loopt, is de eerste groep al diep in de vijftig, en kun je dus heel mooi zien hoe het met hun carrière is gegaan. Een aantal voorbeelden van (nog iets jongere) mensen die zeer goed door de test kwamen: Mark Zuckerberg (oprichter en CEO van Facebook), Sergey Brin (mede-oprichter en CEO van Google) en Stefani Germanotta (beter bekend onder haar artiestennaam, Lady Gaga).

Bouwe van Straten vertelde over dit onderzoek in De Ochtend op NPO Radio 1. Luister hier naar het fragment:

Je kunt je natuurlijk afvragen of het niet voor de hand ligt dat slimmeriken het verder schoppen. Daar zit wat in, maar deze test laat wel minder ruimte voor de rol van bloed, zweet en tranen dan vaak wordt aangenomen. De afgelopen jaren hebben we veel gehoord over de zogenoemde 10.000 urenregel. Dat is het idee dat als je redelijk intelligent bent, met een IQ van 120 of hoger, het niet zoveel meer uitmaakt hoe hoog dat IQ precies is. Belangrijker is dat je heel veel tijd – 10.000 uren - steekt in iets wat je leuk vindt of waar je goed in wilt worden. Volgens dit onderzoek maakt dat wel degelijk uit: als je echt heel slim bent, dan komt je echt verder dan de anderen.

Ruimtelijk inzicht: nog steeds een talent in ruste

Daarbij is een speciale rol weggelegd voor ruimtelijk inzicht: het vermogen om bijvoorbeeld te kunnen voorspellen hoe de dwarsdoorsnede van een grillig gevormd stuk hout eruit ziet. Of hoe de waterspiegel zal zijn van verschillend gevormde flessen die je schuin houdt. Jongeren die nog niet eens heel goed in wiskunde zijn, maar wel een heel goed ruimtelijk inzicht hebben, wordt vaak uitzonderlijk goede ingenieurs, architecten of chirurgen.

Een van de onderzoekers noemt ruimtelijk inzicht zelfs het grootste onaangebroken reservoir aan menselijk talent. In veel toelatingstesten wordt het überhaupt niet gemeten. Geen wonder dat hij pleit voor extra aandacht en aangepaste toelatingstesten voor de slimste 1 procent: dat is van groot belang voor de toekomst van de VS, is het pleidooi, omdat ze in de toekomst waarschijnlijk voor belangrijke innovaties en daarmee voor economische groei en welvaart zullen zorgen.

Programma’s voor de superslimmen hebben de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen in de VS en Azië. In Europa daarentegen zijn we meer geneigd om het niveau van iedereen omhoog te halen, in plaats van alleen een kleine elite. Een aanpak die in het licht van de toenemende ongelijkheid in de wereld niet moeilijk te begrijpen is.

Ook slimmerik kan pech hebben

Er is ondertussen ook nog wel iets af te dingen op dit onderzoek. Daarin is namelijk niet alleen de intelligentie van deze jongeren getest, de wetenschappers hebben ook een speciaal programma opgesteld om deze jongeren zo goed mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling. Het is daarom moeilijk vast te stellen hoe die jongeren het zouden hebben gedaan zonder dat programma, puur op basis van hun intelligentie.

Bovendien gaat het hier om gemiddelden. In het leven van een slimmerik kan van alles mislopen, en iets minder slimme mensen kunnen met hard werken en een beetje geluk nog heel ver komen. Er zijn natuurlijk ook talloze voorbeelden van mensen die heel ver zijn gekomen zonder dat ze superintelligent waren.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.