Politiek
BNNVARA

Hoe het oude inburgeringsbeleid statushouders dieper in de problemen bracht

foto: Unsplashfoto: Unsplash
  1. Nieuwschevron right
  2. Hoe het oude inburgeringsbeleid statushouders dieper in de problemen bracht

Soms worden beleidsmaatregelen met de beste bedoelingen ingevoerd, maar pakt het resultaat juist averechts uit. Het oude inburgeringsbeleid is daar een pijnlijk voorbeeld van. In plaats van statushouders op weg te helpen in hun nieuwe land, onthield het tienduizenden mensen juist van onderwijs, werk en sociaal contact. Kortom: niet goed geïntegreerd en dat door het beleid. "Inburgering zou mensen moeten helpen, niet moeten tegenwerken", zegt Tamar de Waal in De Nieuws BV.

Video niet beschikbaar

Het beleid werd in 2013 ingevoerd onder Kabinet-Rutte I. Een belangrijke gedachte achter het beleid: mensen moesten de zaken zelf regelen. "Het idee daarvan toentertijd was dat de inburgeraar zelfredzaam moest zijn", vertelt Tamar de Waal. Zij is hoofddocent rechtsfilosofie en burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam en vertelt ons waar het misging.

Financiële prikkel

Zelfredzaamheid stond hoog in het vaandel en dus moesten statushouders zelf hun inburgering regelen. "Dit betekende concreet dat ze een sociale lening moesten afsluiten, tot 10.000 euro. En dat ze op een markt van inburgeringstaalscholen hun taallessen moesten inkopen", legt De Waal uit.

Als de examens binnen een bepaald aantal jaar werden behaald, werd deze sociale lening kwijtgescholden. Maar lukte dat niet, dan begon je je nieuwe leven in Nederland dus met een flinke schuld. Daarnaast kon je tijdens het inburgeringstraject nog meer boetes krijgen, op het moment dat je bepaalde dingen niet haalde. Flinke financiële gevolgen dus, én de verantwoordelijkheid voor een succesvolle integratie lag bij mensen die nog maar net in Nederland waren.

Falend sociaal beleid

De Waal ziet paralellen met een ander schrijnend voorbeeld van falend sociaal beleid: de toeslagenaffaire. Ook dat viel onder het bestuursrecht en was bedoeld om mensen te helpen. Maar het toeslagensysteem zorgde in de praktijk voor wantrouwen. "Het kreeg een ander soort toon", vindt de Waal.

Het Europese Hof heeft zich inmiddels uitgesproken over dit oude inburgeringsbeleid. "Het ging om een zaak waarin iemand én boetes had gekregen én die lening had afgesloten én die lening moest terugbetalen." Het oordeel was alles behalve mild: het beleid zou in strijd zijn het Europese recht. "Inburgering zou mensen moeten helpen, niet moeten tegenwerken", stelt De Waal. Maar precies dat gebeurde wel.

Ontheffingsregeling

Er was wel een ontheffingsregeling om te zorgen dat mensen niet in de problemen kwamen. Deze was gericht op mensen die bijvoorbeeld laaggeletterd waren of psychische problemen hadden. Voor deze groep werden de schulden kwijtgescholden. Wel moesten zij eerst aantonen dat ze écht hun best hadden gedaan om de Nederlandse taal te leren. "Je moest 600 uur taallessen hebben gevolgd en je moest alle examens die er waren vier keer niet halen", legt De Waal uit.

De regeling voorkwam weliswaar schulden, maar zorgde er tegelijk voor dat deze mensen geen taallessen meer konden volgen. "Het feit dat ze die toetsen niet hebben gehaald, laat zien dat ze dat vereiste taalniveau niet hadden", zegt De Waal. Deze mensen vielen uit het systeem en kregen geen extra hulp. En dat terwijl juist die groep mensen extra ondersteuning nodig heeft. Het niet beheersen van de Nederlandse taal heeft bewezen gevolgen, zoals slechte baankans en minder sociale contacten.

Wat we hiervan moeten leren? Volgens De Waal is de les van de toeslagenaffaire glashelder: in het sociale domein moet de menselijke maat altijd voorop staan. En dat begint bij een fundamenteel andere houding. Niet wantrouwen, maar vertrouwen.

Meer van De Nieuws BV?

Volg ons op Instagram, TikTok en Facebook.

Ster advertentie
Ster advertentie