Mart Smeets: De schoonheid van schijn
- Nieuws
- Mart Smeets: De schoonheid van schijn
Heeft u de openingsceremonie van Rio gezien? En vond u ook dat het met de Spelen an sich weinig te maken had?
Er waren sportlieden die niet meededen. Om goede redenen ook: ze moesten de volgende dag(en) aan de bak en wat heeft het dan voor zin uren in de benen te staan, moe te worden, je te vervelen en als heel, heel klein onderdeel voor een grote Braziliaanse show te fungeren.
Er waren er ook die het stadion binnenkwamen, even zwaaiden naar de plaats waar de Koning en Mark zaten en meteen doorliepen naar de uitgang. Wegwezen.
Wat had het voor zin daar, al afwachtend, moe te worden?
Er waren er ook die het geweldig vonden en blij en lachend, dansend en springend het stadion binnenkwamen en foto’s en selfie’s namen en opgewonden het geheel meemaakten. Blijkbaar kon hun geestelijk en fysiek gestel het wachten en staan en nietsdoen wel aan en was 'het erbij aanwezig zijn' voldoende sterk dat het andere bijwerkingen direct wegwerkte.
Tot zover de deelnemers, de bijrolspelers van de opening, hoe gek het ook klinkt.
Openingsceremonies bij Spelen zijn uitgegroeid tot grote televisieshows die geaccepteerd (door het IOC) zijn, die duur tot in de derdemacht zijn en die in feite een zeer vluchtige indruk achterlaten op de kijkers rond de wereld.
Van tevoren werd gesteld dat er misschien miljarden mensen naar Rio zouden kijken. Miljarden? Vijf honderd miljoen, een miljard? Meer? Hoeveel meer? In welke hoeveelheden spreken we?
Wie op het platteland van Mongolië heeft zitten kijken? Waren de mensen van de Canal Pride in Amsterdam geïnteresseerd, hoe beleefden vissers in Victoria, Canada deze beelden? Zaten onze koene militairen in Mali op hun gemak te kijken, watertje in de hand?
Rond die ceremonie, rond de kijkers ernaar, rond eigenlijk alles van die heel lange show, of het nu in Rio, London, Peking of Athene was of is, hangen voiles van onduidelijkheid.
Wie herinnert zich nog de kernpunten van de avond in Athene?
Ja, ik weet nog van het huilende beertje in Moskou 1980. Dat was een aardige vondst; de rest was bekend, strak communistisch geladen werk, knap uitgevoerd, maar dus vooral 'bekend werk' en dat kenden we dus al.
Ceremoniën van Olympische omvang gaan allemaal op elkaar lijken. Dans, muziek, kleuren, toespraken, kunstjes, o’s en a’s te over en ten slotte komt er iemand in beeld vertellen dat we het hiermee moeten doen.
Klink ik verveeld omdat ik er zoveel gezien heb, omdat ik er soms ook iets bij moest zeggen, omdat ik wellicht blasé ben geworden?
Ik denk het niet.
Ik heb al tijden geleden ingezien dat het doel in dezen niet alle middelen heiligt.
De Olympische Spelen zijn veel meer dan twee weken sporttoernooitjes op één plaats organiseren; het heeft te maken met geld, politiek, de cultuur van het land, de wil naar voren te komen als een progressief land waar veel mogelijk is en dan is zo’n ceremonie een fraai uithangbord voor het gastland.
Trek de trukendoos maar open, laat maar zien wat choreografen, regisseurs, filmers, ideëenmakers, artiesten, technici en verlichte geesten allemaal samen op kunnen hoesten.
Rio vormde daar geen uitzondering op; eigenlijk was de mars der sporters een vervelend intermezzo voor de makers van de show, zo bleek.
O neen, ik stel niet dat het vervelend was om naar te kijken. In tegendeel zelfs. De show was fraai, gewaagd, soms even traag, maar kleurrijk en levendig. We balanceerden tussen onze nieuwe, technische, digitale wereld en de heftige kreet ons leven toch ook 'groen' te gaan invullen.
Aan de ene kant vernietigen we onze wereld en denken ook meteen dat digitaal bestaan een verrijking is.
Een contradictie dus, gevat in een fraaie show.
Maar wat blijft van deze show over op uw eigen harde schijf?
Als men over acht jaar vraagt wat je je kunt herinneren van de ceremonie van Rio? Wat zegt u dan?
Zeg niet de lange, prachtige last catwalk van Gisele Bünchen, het Braziliaanse topmodel. Haar echtgenoot, de American football-speler Tom Brady, quarterback van de New England Patriots, heeft nog nooit zo lang 'onaangevallen' voorwaarts mogen lopen in een groot stadion, maar dat terzijde.
Toch werd haar optreden gezien als 'episch' in de vele commentaren omtrent de ceremonie. Een mooie vrouw, 'the girl from Epanima', een internationaal herkenbaar lied, een simpel beeld van een voortstappende vrouw… was dat het super-moment?
Won de eenvoud en het ideaalbeeld van de schoonheid van de vrouw het van alle ingewikkelde dansen, beelden, stukken vuurwerk en de tergend lange en volkomen ridicule toespraken?
Ik weet niet of u naar Radio 1 hebt geluisterd die nacht, maar ik deed dat in Rio dus wel. Het beeld kwam van de Braziliaanse televisie en het commentaar, oerdegelijk Hollands, vanuit mijn laptop (en zeg dus niet dat ik niet met mijn tijd meega…).
Toen kwam de vlam. Of het niet goed in de draaiboeken was opgenomen of wat dan ook (mijn Braziliaanse tv gaf geen ondertitels), maar bij mijn collega’s bleven ineens vraagtekens boven de drie mensen hangen die de vlam binnenbrachten. Het had de wereldberoemde Pele moeten zijn, maar die kon niet. Bezigheden buitenshuis, zoals dat politiek correct heet. Het smoesje was: het was té zwaar voor hem.
Toen kwamen, in volgorde, Gustavo Kuerten, de leuke, pluizige tennisser van twee decennia terug, vervolgens Hortencia Maria de Fatima Marcari, een grootheid in de Braziliaanse basketbalsport en tot slot de meest onfortuinlijke marathonloper ooit: Vanderlei de Lima, de loper die in Athene 2004 van de weg werd geduwd door een gek geworden Ierse priester.
De Lima werd derde in Athene en kreeg later een hoge IOC-onderscheiding, maar dit was in feite de grootste goedmaker van zijn eigen volk. Hij mocht het vuur aansteken.
Enfin, het ging dus over de impact, over de inhoud, over de lengte van alles (veel, veel te lang) en het feit dat de sportmensen maar als figuranten optraden.
En wat IOC-baas Thomas Bach en de voorzitter van het organisatiecomité, Carlos Nuzman (oud-volleyballer), nou wilden met hun soms warrige en moeilijk te verstane bespiegelingen omtrent een nieuwe en betere wereld waar we met zijn allen voor klaar staan?
Geen idee.
Toen deze eerbiedwaardige heren spraken, lummelden de nog aanwezige atleten een beetje rond in het stadion. Hun feestje was business as usual geweest. Op deze avond telden ze nauwelijks mee. Dit was voor de meerdere glorie van anderen. In dit geval Rio, Brazilie, de politiek, het IOC en haar niet bepaald sterk optredende voorzitter en vooral om de grootheid van een begrip dat we allen kennen: de Olympische Spelen, duidelijk te maken.
Een, in mijn optiek, vaak overdreven groot gemaakt sporttoernooi.