Wat is eerlijk?
- Nieuws
- Wat is eerlijk?
Als je in een land leeft waar polderen bijna automatisme is geworden voor mensen die ergens een keuze in moeten maken, is het bijna logisch dat er binnen de KNSB (Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond) een ziel is opgestaan die ooit geroepen heeft: "We hebben hier te maken met een aanwijsplek."
Als je, om wat voor reden dan ook, niet mee kunt doen aan een kwalificatiewedstrijd/toernooi voor een nog komende wedstrijd of kampioenschap dan weet je bij de KNSB zeker dat er gepolderd gaat worden.
Schaamteloos zelfs, hoewel de betrokkenen dat zeker anders zullen zien. Daar waart dan de vraag rond: met wie kunnen we gaan winnen? Wie geeft ons brave sportland Nederland de grootste kans op winst of medailles.
Polderen zit ons in het bloed en we maken het overal mee: vooral in de politiek, in ons sociale leven, in het zaken doen, in de financiële wereld, de kunst en dus ook in de sport. Daar in die sport kunnen we dan namelijk altijd roepen dat we iedereen en ook diegenen die zwak, ziek en misselijk waren altijd een eerlijke kans hebben gegeven om zich te kwalificeren voor een hoog aangeschreven toernooi. Niet meedoen in Nederland betekent dus dat je eigenlijk wel meedoet, omdat je een zekere reputatie hebt.
De polderknop
Over alleen dat feit struikel je als je koel, klinisch en rechtdoor denkt. Dat is iets dat ze bij de KNSB in ieder geval niet doen. Dan wordt daar de polderknop ingeduwd. En wat betekent dat? Dat mensen die dus niet bij de kwalificatiewedstrijden kunnen zijn toch nog aangewezen kunnen worden en dat zij die zich volgens de keurige regels wel en geldig geplaatst hebben, zich moeten schikken in dat lot af te vallen.
Als je derde bent bij een kwalificatietoernooi en er valt iemand van naam en faam uit als deelnemer, dan ben je je zaak nog niet zeker. Dan reageert er een frisse geest bij de schaatsbond: dat WE meer kans hebben om te winnen met iemand die niet meedeed aan het kwalificatietoernooi, maar die later een grotere kans heeft te schitteren voor Oranje.
Neem de kwalificatiewedstrijden voor de komende schaatskampioenschappen. Topschaatser Kjeld Nuis is ziekjes of herstellende en moet afzeggen. Klaag, klaag, maar de ontsnappingsroute staat wagenwijd open. Er kan dus iemand geslachtofferd worden. Jammer. Rot voor hem. De concurrenten van Nuis, Dai Dai Ntab en Koen Verweij rijden wel en werden de nummers drie op respectievelijk de 1000 en 1500 meter.
Loepzuiver gesteld: zij horen door de KNSB uitgezonden te worden. Tenminste als je loepzuiver redeneert. Waarom rijdt men kwalificatiewedstrijden? En met wie? Nog steeds loepzuiver: als je niet kunt rijden, om welke reden dan ook, ben je, hoe vervelend ook, niet in staat een kwalificatieplek af te dwingen. Blessures, ziekte, welk ander ongemak dan ook…jammer. Niet aan de start betekent: geen kwalificatie. Dat is dus de z.g. logische en vrij harde redenatie.
Aanwijsplek
In Nederland bedenken we dan een 'aanwijsplek': een gedrocht waardoor er altijd mensen opzij geschoven kunnen worden die wél aan de start stonden en zich wél plaatsten. Ik heb ooit geleerd dat in een ander land dan Nederland, de USA, de eerlijkste wijze van kwalificeren van alle mogelijkheden wordt doorgevoerd. Het is een keiharde selectieprocedure, die door sommigen té hard wordt bevonden, maar die wel duidelijk is.
Geen gedoe, geen gepolder, geen pappen en nathouden, geen getrut, geen excuses, geen helemaal niets. Een, twee en drie gaan. Heeft u een reputatie en wordt u vierde…jammer. Een verstuikte enkel op de dag van de wedstrijd: vreselijk jammer, maar helaas. Als je 1, 2 of 3 wordt ga je naar de kampioenschappen.
En nogmaals: ben je ziek? Jammer. Ben je geblesseerd? Jammer. Kan je niet rijden? Jammer. Het leven is hard en het sportleven is dat helemaal. Dat weet je en dat dien je te ervaren. Excuses tellen niet. Dan komt de Nederlandse sportofficial naar voren. Klein, bedompt en onzeker. Er moet nog over vergaderd worden. Ze zijn er nog niet uit. Over twee dagen weten we meer. Het polderen in optima forma. Het ruikt naar rotting.
Dodelijk gif
Polderen is een dodelijk vergif voor de topsportwereld. Ik steun niets en niemand van de betrokken schaatsers, ik zeg slechts dat het systeem niet deugt, dat de mensen die het uitvoeren zich zes slagen in de ronde dienen te schamen en uitgerangeerd moeten worden. Ga buiten spelen, please. Ver weg graag. Ik las de commentaren van een sportleider van de KNSB, zijn naam ben ik al vergeten. Zum kotzen!
Topsport gaat, ja, ik zeg dat, om winnen. Maar boven alles gaat het om duidelijke eerlijkheid. E-E-R-L-I-J-K-H-E-I-D. Het is maar waarvoor je kiest. De watjes bij de KNSB verheugen zich hoogstwaarschijnlijk op de komende kampioenschappen en op het idee dat WE gaan winnen. Ze zullen luid het Wilhelmus meezingen en trots zijn. Trots op polderen.
Pleur op!