Opinie & Commentaar

Kampioenen

  1. Nieuwschevron right
  2. Kampioenen

Laat ze met zijn drietjes over de Coolsingel of door de Kalverstraat lopen en niemand zal omkijken, zal hen herkennen, om een selfie vragen, om een handtekening bedelen of hen aanspreken.

Het zijn drie zwarte mannen; een reus van een kerel met baard, tamelijk zwaar uitgevoerd die naar de naam Kenley Jansen luistert. In 2020 won hij met zijn ploeg, Los Angeles Dodgers, de World Series, het ultieme honkbaltoernooi bij de Amerikaanse professionals. De man is 34 jaar oud en werd geboren op Curaçao en woont het grootste deel van het jaar met zijn vrouw en vier kinderen in Los Angeles.

De middelste, de kleinste van de drie, komt ook van dat eiland. Hij heet Ozzie Albies en heeft een enorm geinige toet, ietwat opgeknipt haar met een klein toefje dat je een matje mag noemen. Hij is “slechts” 24 jaar jong en enorm succesvol dit jaar. Deze week zorgde hij, mede door zijn goede spel, dat zijn Atlanta Braves de World Series wonnen. In de stad Atlanta is hij een cultheld en kan niet onopgemerkt over straat gaan. In de wintermaanden woont hij bij zijn familie op het Caribische eiland.

De derde man heet Xander Bogaerts en is geboren in het rustieke plaatsje Sint Nikolaas dat je op het eiland Aruba kan vinden. Hij is 29 jaar oud, heeft een zeer vriendelijk uiterlijk en wist in 2018 met zijn Boston Red Six de titel te pakken in de Verenigde Staten. Ook de Red Sox wonnen de World Series toen en net zoals Jansen en Albies is Bogaerts in de USA een sportvedette van de eerste orde. Hij huist in Boston en kan daar niet alleen over straat gaan zonder aangesproken te worden; hij is een der meest sympathieke helden van de prof honkbalploeg, de Red Sox, zo ongeveer het sportieve oer-ankerpunt van de stad.

De kleinste van de drie, Ozzie Albies

Zuid- en Midden-Amerika

Alle drie deze mannen kunnen dus een aardig houtje honkballen, een sport die ze op hun resp. eilanden leerden spelen toen ze jong waren. Zoals wellicht bekend is dit het gedeelte van de wereld waarin honkbal (de Engelstaligen spreken van 'baseball' en de Spaanstaligen wijken uit naar 'béisbol') zeer goed en intensief gespeeld wordt.

Weet ook dat behalve in de USA de sport zeer geliefd is op Puerto Rico, in de Dominicaanse republiek, in Mexico, Venezuela, Colombia (opkomend bekend, zou ik zeggen), zeker op Cuba en ook op twee van de ons bekende eilanden: Curaçao en Aruba. Merkwaardig genoeg is het geen veel gespeelde sport op Bonaire, hoewel Bogaerts juist daar honkbal leerde spelen toen hij er voor enige tijd woonde. Op Bonaire voetbalt men liever. Sint Maarten overigens levert op dit moment drie spelers voor onze nationale ploeg, Saba en St. Eustachius zijn “te klein” voor een honkbalveld, lijkt me toe.

Drinkwater

Er is mij weleens grappend door mensen van de eilanden verteld dat de reden dat zo vele jonge jongens van daar zich met honkbal bezighouden zijn basis vindt in het drinkwater. Grapje natuurlijk, maar wat is de reden dan wel dat een opmerkelijk aantal jonge kerels van (zoals we vroeger zeiden) “de Antillen” goed kunnen honkballen?

Het klimaat helpt, het feit dat vele buurlanden honkbal als favoriete sport kennen ook, en de aanwezigheid van Amerikaanse televisie, wordt gezien als basis voor de liefde voor een sport die in Nederland slechts spaarzaam gespeeld wordt (klimaat!) en waarvan de spelregels voor de gemiddelde Nederlander toch altijd nog een beetje vaag of eigenlijk abacadabra zijn.

Met hoeveel man speel je in een team, wat betekent vier wijd, hoe hard gooien die mannen en waarvan zijn die kleine lederen ballen gemaakt? Wat is een drie-honkslag? Weet u het?

Weet wel dat Nederland het topland in Europa is als het honkbal aangaat, dat 'we' liefst 24 maal Europees kampioen zijn geworden en dat Italië sinds jaar en dag 'onze' grootste rivaal is. Behalve die hele rits aan Europese titels werd de nationale ploeg (tien jaar geleden) ook wereldkampioen zonder dat er dure profspelers van andere grote honkbalnaties meededen.

Breaking news

Honkbal is op en af een Olympische sport en Oranje heeft diverse malen een ploeg mogen uitsturen naar dat sportfeestje. In 2000, in Sydney, versloeg de Nederlandse ploeg de nummer een kandidaat voor de Olympische titel: Cuba.

In de gehele sportwereld werd daar direct melding van gemaakt (CNN onderbrak de nieuwsvoorziening met een 'breaking news'), terwijl op de Nederlandse televisie een hockeywedstrijd werd uitgezonden en Holland maar even moest wachten met het aanhoren van deze sensationele uitslag. Het was immers maar honkbal. Het opmerkelijke was toen wel dat de Nederlandse ploeg haar volgende wedstrijd, tegen Zuid Afrika, verloor.

Als een mens nooit lijfelijk (door b.v. gymnastiek op school) met honkbal (of het zusje van deze sport die softbal heet) in aanraking is gekomen zal het een soort van 'Fremdkörper' in de Nederlandse sportwaaier blijven.

Zo’n kleine 20.000 mensen bij ons kennen de sport, de regels en spelen het in competitieverband. Heel veel mensen dragen honkbalpetjes met het logo van de beroemde New York Yankees, maar weten niet dat het logo van die club is; het is voor hen slechts een modieus hoofddeksel met een over de hele wereld herkenbaar logo: dat van New York. Dat daar een beroemde honkbalploeg aan vast zit, weet lang niet iedereen.

Xander Bogaerts

Meer dan grootverdieners

Terug naar die drie mannen. Vergis je niet; het zijn grootverdieners, meer dan dat zelfs. Jansen en Bogaerts zitten al heel hoog in de dollarboom met jaarsalarissen tegen de dertig miljoen. Jonkie Albies, die eigenlijk net komt kijken, moet het met een bescheiden bedrag van 35 miljoen voor zeven jaar doen. Na zijn prima optreden in de afgelopen World Series, zal daar, op een of andere manier, nog wel een schepje opgedaan worden en kan hij, als hij zich blijft verbeteren, zich kunnen aansluiten bij de twee grootverdieners naast hem.

Het is buitengemeen opvallend dat juist deze drie mannen de afgelopen jaren onderdeel waren van de winnende ploeg in de World Series, en het mag zeker opmerkelijk zijn dat kleine eilandjes (en voormalige onderdelen van het Nederlands Koninkrijk) deze lieden voortgebracht heeft.

Het bracht me bij de gedachte: zijn dat geen kandidaten voor sportman van het jaar?

Nu ze het toch alle drie zijn geworden (in 2018, 2020 en 2021) kunnen we hen wellicht samen iets aanbieden, want hun namen zijn niet op een shortlist bij de organisatoren te vinden geweest. Maar die drie mannen samen op een podium bij het jaarlijkse sportgala, zou zeker niet misstaan. Sterker nog….

Heus, in een andere sportcultuur dan die bij ons, tellen deze mannen zeer serieus mee. Ze zijn beroemd, geliefd en staan in aanzien. Wij? Wij halen makkelijk onze schouders op… Ach, dat zijn die jongens van de eilanden… Ze hebben weliswaar voor de ploeg van het Koninkrijk gespeeld (en hebben dus ook het Wilhelmus moeten aanhoren), maar het zijn natuurlijk wel een soort van 'vreemden' voor ons. Ze spelen ver weg, hebben allen wel familie in Nederland wonen, maar zijn toch, bij een nuchtere beschouwing, geen 'echte Nederlanders'.

Dat laatste is flauwe kul, dat weten die criticasters ook, maar ergens hangt er, ook binnen de honkbalwereld in Nederland, een lichte zweem van afwijzing over deze mannen.

Afwijzing als: oké, ze komen van de eilanden, maar ze spelen, wonen en leven in de USA en weten de weg niet in Zwolle of Maastricht. Ik heb ook weleens mensen horen zeggen: ze zijn een onderdeel van ons koloniaal verleden. En?

Zeker de helft

Als het Nederlands team echter op gelijnd staat voor een interland op welk toernooi dan ook, staat er één groep en zeker de helft van de spelers betreft het mannen van de eilanden in het pak van Nederland. Zo is het altijd geweest, want de sluitende regel is: als je een Nederlands paspoort hebt, kan je voor de Nederlandse honkbalploeg spelen. Dat gebeurde zeventig jaar gelden al en is sinds die tijd zo gebleven.

En ja, Jansen en Bogaerts speelden in de ploeg van het Koninkrijk en Albies was al te snel een prof in de Major Leagues in de USA om geselecteerd te worden voor de toernooien. Door zeer aparte en moeilijk uit teleggen regelgeving: major league-spelers die voor profploegen in de USA spelen mogen niet uitkomen bij EK’s en de (vroegere) WK’s. Voor hen is een speciaal wereldtoernooi ingericht dat World Basbeall Classic heet en dat, hoogstwaarschijnlijk in maart 2023, verspeeld zal worden.

Bogaerts en Jansen speelden ook al op de vorige uitvoeringen van dat prestigieuze toernooi waaraan ook de Aziatische grootmachten Japan en Zuid-Korea deelnamen. Daar, in die hoek van de wereld, is honkbal immers ook een nationale, grote sport.

In 1958 was ik elf jaar oud en mocht ik met mijn vader mee naar het EK honkbal dat in Amsterdam, aan de Kruislaan, verspeeld werd. Senior deed iets in de (sponsor)organisatie, als ik het goed heb.

Ik weet nog dat Nederland won. Met 5-2 van Italië en iedereen daar op het veld van OVVO was blij en er heerste een geweldige sfeer. Het was een der eerste keren dat ik (van mijn vader) moest gaan staan voor het volkslied en in de richting van onze nationale driekleur moest kijken. Mijn vader hield van manieren…

Vanaf dat moment zit honkbal in mijn bloed en ik ben bang dat het er nooit meer uit zal verdwijnen.

En als ik Jansen, Bogaerts en Albies zie samenlopen, zal ik een mooie buiging voor hen maken. Wereldberoemd in de United States, tamelijk onbekend in “eigen land”. Niet bij iedereen.

Ster advertentie
Ster advertentie