Frank Bosman: de militairen komen nooit meer terug uit Mali
- Nieuws
- Frank Bosman: de militairen komen nooit meer terug uit Mali
[EO] Het ging er deze week bijna tussendoor. Een bijna marginaal bericht. Ingeklemd tussen Tour de France, Formule 1, voetbal en atletiek. ‘Omgekomen militairen Mali terug in Nederland.’ Twee Nederlandse militairen lieten het leven tijdens de VN-vredesmissie in het Afrikaanse land, niet door vijandelijk vuur, maar door een ongeluk met een mortier.
Het is passend hen eer te bewijzen, die vielen voor het vaderland. Dat klinkt obligaat en archaïsch, maar het zal je zoon maar wezen.
Maar er is meer. Wat mij opvalt aan de berichtgeving zijn vreemde koppen. ‘In Mali omgekomen VN-militairen terug in Nederland’ (de Volkskrant). ‘Omgekomen militairen Mali terug in Nederland’ (RTL Nieuws). ‘Omgekomen militairen maandagavond terug in Nederland’ (RTV Noord). ‘Omgekomen militairen terug in Nederland’ (Hart van Nederland). Maar hoe kan je terugkeren als je dood bent? Is de tragiek van sterven juist niet dat je nooit meer ergens naar kan terugkeren? Die twee militairen, die twee zonen van hun ouders, zij komen nooit meer terug.
Maar goed, hoe praat je anders kort en bondig over deze repatriëring? ‘De lijken zijn teruggekeerd’ is te bruut. ‘De stoffelijke overschotten zijn teruggekeerd’ klinkt te archaïsch. De NOS lost het sec op: ‘Lichamen omgekomen militairen Mali terug in Nederland’.
Ik merk dat ’t me enorm aan het denken zet. De twee omgekomen landgenoten zullen – op een bepaalde manier – nooit meer terugkomen en altijd in Mali achterblijven. Tegelijkertijd wordt er wel degelijk ‘iets/iemand’ met militair ceremonieel opgewacht als het vliegtuig in Nederland landt.
Hetzelfde gebeurt met een graf. ‘Mama ligt hier,’ en je staart naar de grafsteen met namen en jaartallen. Wederom: ja en nee. Wat eens jouw moeder was, is op een bepaalde manier voor altijd verdwenen. Dat is de tragiek van de dood. Maar tegelijkertijd ligt er wel degelijk iets in dat graf aan je voeten. Het lichaam dat eens je moeder was? Ook dat voelt net niet juist.
Leven na de dood?
Misschien heeft het te maken met de secularisering, met het collectief afschudden van het idee van een leven na de dood. Wie geloofde in een leven na de dood, kon over geliefden blijven spreken, al waren ze gestorven. ‘Mama ligt niet hier. Ze is bij God.’ Vandaar die oude formulering: ‘De stoffelijke overschotten van de twee militairen’.
Archaïsch, maar op een bijzondere manier troostend. ‘Gedenk mens dat gij stof zijt, en tot stof zult gij wederkeren,’ is een bekende bede in de christelijke traditie. Volgens critici een luguber teken van een op de dood gefixeerde ideologie. Maar voor wie er nog in kan geloven een vreemde troost. Het lichaam is er nog, en moet met alle eerbied worden omgeven. Maar er ontbreekt iets. Leven.
De gelovige denkt dat leven bij God. En dat overschot? Misschien slaat dat wel meer op ons, die moeten achterblijven tot het ook onze tijd is. Wij schieten over. Zij zijn er al.
Ik wens de familie, vrienden en collega’s van deze twee militairen, gestorven voor de vrede die niet de hunne was, in een vreemd land waar ze niet geboren zijn, zegen en troost.
Frank G. Bosman is cultuurtheoloog