Diep in het brein: hoe elektrische stimulatie dwangstoornissen kan beïnvloeden
- Nieuws
- Diep in het brein: hoe elektrische stimulatie dwangstoornissen kan beïnvloeden
Voortdurend je handen willen wassen, krabben aan plekjes op je huid, of dwangmatig bepaalde bewegingen uitvoeren, allemaal gestuurd door angstige gedachten. Wat gebeurt er precies in het brein van iemand met een dwangstoornis? En hoe kan Deep Brain Stimulation (DBS) ervoor zorgen dat mensen na jaren van mentale gevangenschap weer een normaal leven leiden? Neurowetenschapper Tara Arbab van Amsterdam UMC vertelt in De Nieuws BV over een baanbrekend onderzoek dat na tien jaar eindelijk tot publicatie is gekomen.
Video niet beschikbaar
Een dwangstoornis, ookwel bekend als obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), is een psychische aandoening waarbij iemand last heeft van dwanggedachten of dwanghandelingen. Patiënten ervaren de drang om bepaalde rituelen steeds opnieuw uit te voeren en voelen veel spanning wanneer ze dat niet doen. Voorbeelden zijn herhaaldelijk controleren of de deur op slot is, overmatig schoonmaken of het herschikken van objecten tot ze 'perfect' staan.
Een pacemaker voor het brein
Op de psychiatrie-afdeling van het Amsterdam UMC worden OCD-patiënten behandeld. Meestal gebeurt dat met therapiemedicatie, maar dat werkt niet bij iedereen, vertelt Arbab. "Er zijn mensen die jaren in behandeling zijn, maar niet van hun dwang afkomen. Die mensen komen in aanmerking voor een soort 'pacemaker'."
Ondanks dat dit Nederlandse pionierswerk inmiddels al 10 tot 15 jaar geleden begon, heeft het Amsterdam UMC nog steeds de grootste groep psychiatrische patiënten wereldwijd, die behandeld worden met deze 'Deep Brain Stimulation'.
Hoe werkt Deep Brain Stimulation?
Arbab legt uit dat er chirurgisch elektrodes diep in het brein worden geïmplanteerd, die zijn verbonden met een kastje dat constante stroom afgeeft. Hersencellen communiceren via 'chemische stofjes', die zorgen voor elektrische veranderingen. Die veranderingen zijn meetbaar én beïnvloedbaar. Bij mensen met OCD werken bepaalde hersennetwerken niet zoals ze zouden moeten. Met een speciale 'hersenpacemaker' kun je die netwerken elektrisch stimuleren, zodat ze weer normaal functioneren.
Om te begrijpen wat er nu precies gebeurt in het brein van mensen met OCD, gebruikte het onderzoeksteam pacemakers die niet alleen stimuleren, maar ook meten. Tijdens het testen van obsessies en dwanghandelingen met patiënten, zagen ze een duidelijke activiteitstoename in de hersenen.
Tot diep in het brein
Volgens Arbab zijn de gemeten gebieden voornamelijk betrokken bij het uitvoeren en aansturen van handelingen. Voor obsessies werd verwacht dat die meer in 'de hersenschors', ofwel aan de oppervlakte van de hersenen zouden zitten. Dat is volgens Arbab namelijk waar het denken plaatsvindt. Toch vonden ze de obsessies tot verbazing ook diep in het brein terug: "Gebaseerd op dat we die obsessies dus diep in de hersenen meten, kunnen we nagaan hoe heftig patiënten het ervaren."
Nieuwe inzichten, nieuwe kansen
De uitkomsten van het onderzoek bieden volop mogelijkheden voor vervolgstudies. De dwang zoals die voorkomt bij OCD is volgens Arbab ook herkenbaar bij verslavingen en eetstoornissen. "Door de dwang aan zich te bekijken, kunnen we misschien ook wat met de behandeling van andere stoornissen."
Tegelijkertijd is er nu meer begrip van het hele hersencircuit. Arbab hoopt dat er gerichter onderzoek gedaan kan worden naar nieuwe behandelmethodes. Zelf experimenteert ze met diepe metingen in combinatie met metingen aan de hersenschors, in de hoop een betere definitie te vinden van de communicatie in het brein die mensen gevangen houdt in hun dwang.