Zorgwerkgevers zien weinig in voltijdsbonus: 'Helpt vooral artsen'

Vanwege de personeelstekorten onderzoekt minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) hoe werknemers financieel gestimuleerd kunnen worden om meer te gaan werken. Daarom wil de minister een voltijdsbonus invoeren, in eerste instantie in de zorg en het onderwijs.

Dat er gekeken wordt naar prikkels om mensen meer uren te laten werken vindt Westerlaken een goede zaak. "Daar valt absoluut iets te winnen. In de zorgsector werkt maar 20 procent van de werknemers fulltime. Het zou een enorme stap zijn als we mensen meer kunnen laten werken."

Voltijdsbonus is onvoldoende

Toch zet ze haar vraagtekens bij het invoeren van zo’n voltijdsbonus. "Dat is echt onvoldoende. Het is vooral belangrijk dat werken in de zorg over de hele breedte lonender wordt. Dan heb ik het over structureel meer geld voor salarisverhoging, niet alleen mensen die voltijds werken. Dan zou het geld met name bij artsen terecht komen, en die verdienen vaak al een stuk meer."

De sector zou er volgens Westerlaken beter aan doen om in te zetten op andere zaken. "Er valt enorm veel te winnen als zorgmedewerkers langere dagen kunnen maken in plaats van elke dag korte diensten. In de zorg heb je te maken met piekbelasting, zoals het helpen van mensen in de ochtend en daarna de avond. Mensen zouden meer fulltime gaan werken als het een meer aaneengesloten dag wordt."

Een ander hardnekkig probleem is volgens Westerlaken de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. "Het wordt in Nederland heel erg gewaardeerd als mannen fulltime werken en vrouwen meer zorgtaken op zich nemen. Daar moeten we ook vooral iets aan willen doen zodat dat meer gelijkgetrokken wordt."