Babeth Fonchie Fotchind schrijft Regenbooggedicht 'wij waren'
- Nieuws
- Babeth Fonchie Fotchind schrijft Regenbooggedicht 'wij waren'
In De Nieuws BV is zojuist bekendgemaakt dat het Regenbooggedicht dit jaar is geschreven door Babeth Fonchie Fotchind. Stichting CPNB vraagt elk jaar een dichter om een poëtische noot te verzorgen in het kader van Pride Amsterdam. Dit jaar is dat Fonchie Fotchind's gedicht 'waar wij'.
Video niet beschikbaar
Babeth Fonchie Fotchind (1993) is jurist en dichter. Ze debuteerde in 2022 met de dichtbundel Plooi en draagt regelmatig voor op podia en festivals. Haar Regenbooggedicht wordt verspreid via sociale media. Ook zal ze het op 19 juli voordragen in De Nieuwe Kerk bij de Pride Talk.
'Vrijheid claimen'
Het gedicht schreef Fonchie Fotchind voor haar vriendin. "Ik kreeg deze opdracht en toen dacht ik, (...) volgens mij is het alweer een jaar geleden dat ik een gedicht specifiek voor haar heb geschreven, dus het werd weer eens tijd."
Maar het gedicht is meer dan dat: het is ook voor mensen in de queergemeenschap geschreven. Oftewel: "Dat het voor hen is en niet over hen." Fonchie Fotchind wil 'vrijheid claimen' in het gedicht, zoals ze die bijvoorbeeld ziet bij heterostellen die uitgebreid kussen op straat. "Ik zie dat niet veel queermensen doen, behalve op festivals of op feestjes waar ze zich vrij voelen."
Luchtig, speels, met een zware lading
"Als het in literatuur over queermensen gaat, dan is het vanuit trauma of leed", zegt de dichter, "maar ik wilde ook iets schrijven waar iets luchtigs in zat. Waar de speelsheid in zit. En tegelijkertijd is het ook een gedicht waar een wat zwaardere lading aan kleeft. Omdat ik merk in de huidige tijdsgeest dat de rechten die we hebben verworven voor queermensen onder druk staan. Dat is iets waar ik het over wilde hebben. Tegelijkertijd probeer ik in het gedicht kijken naar de binnenkant."
Fonchie Fotchind hoopt dat mensen bij haar gedicht stilstaan en er ook bij kunnen lachen: "En te kijken naar, deze liefde is er ook. En die liefde is best gewoon."
'waar wij'
van hoge plafonds droomde ik, een gelijkmatige lichtinval vanuit het noorden
jij van een groene bank, misschien twee parkieten die overdag
vrij door het huis vliegen
niemand kent deze kosmos behalve wij
en de mens die dit gedicht leest en nog eens
in de eerste kringloopwinkel vonden we onze groene velours driezits
dat was geen toeval maar had zo moeten zijn
zoals hoe jouw hand exact om mijn borst past
deze bank is het vertrekpunt voor onze dagen
buiten op de magere brug staand of een willekeurige brug in een andere stad
het mag ook in een park maar wel stop ik mijn vinger, nat,
in jouw oor en lach breed. als teken van vergiffenis
plaats jij je lippen op de mijne
iedereen mag ons zien
zij die eenzelfde genegenheid kennen
zij die haar schuwen of vreemd zijn
niet omdat wij twee vrouwen maar omdat wij twee mensen
die kozen voor de goedkopere plakplinten met de belofte
dat als het folie loslaat we het meteen herstellen
onze pantoffels zullen niet kleven zoals de sokjes
die ik van mijn moeder kreeg, niet vuil zijn
jij en ik hebben oog ook voor het stof
boven op de hanglamp die van je vader is geweest
de mensen die ons zien mogen denken dat we geen plek hebben
en daarom op een brug traag durven kussen
maar wij weten van de ruimte buiten, het licht tasten en van de groene bank
die altijd op ons wacht thuis
Regenbooggedicht 2024
Vorig jaar werd het Regenbooggedicht geschreven door Valentijn Hoogenkamp. Luister het hieronder terug, of lees het hier.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.