Hoe stevig staat de Amerikaanse rechtsstaat nog?
- Nieuws
- Hoe stevig staat de Amerikaanse rechtsstaat nog?
Amerika zit in een constitutionele crisis. Dat stelt jurist en Amerika-kenner Kenneth Manusama. De trias politica, die de drie machten gescheiden hoort te houden, is uit balans. En dat komt vooral door het Hooggerechtshof: een orgaan dat in principe alleen rechtsprekend zou moeten zijn, maar door de jaren heen ook een wetgevende rol is gaan spelen. Manusama legt in De Nieuws BV uit waarom dit een zorgelijke ontwikkeling is.
Video niet beschikbaar
Een zuivere trias politica maakt een zuivere rechtsstaat. In Amerika is de wetgevende macht het Congres, bestaande uit twee kamers: de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. De rechterlijke macht bestaat uit de federale gerechtshoven, waarvan het Hooggerechtshof de hoogste is. De uitvoerende macht ligt bij de Amerikaanse president, op dit moment Donald Trump.
"Ze moeten elkaar in evenwicht houden", zegt Kenneth Manusama over deze scheiding der machten. "Het probleem is dat die balans al zeker meer dan 100 jaar uit evenwicht is." Manusama schreef een boek waarin hij het onder andere heeft over wat hij beschouwt als een constitutionele crisis. Die is volgens hem vooral te herleiden tot het Hooggerechtshof. Het boek heet (On)grondwettelijk; over de cruciale rol van het Hooggerechtshof.
Dat de machten niet meer in balans zijn, legt Manusama zo uit: "De bedoeling was eigenlijk dat het Congres dominant zou zijn." Het Congres zou de net iets sterkere macht moeten zijn, maar die positie is verschoven naar de president. Het Congres heeft dit in zekere zin laten gebeuren, doordat het zijn taken heeft gedelegeerd. "Het Hooggerechtshof heeft op een gegeven moment die constitutionele toetsingsbevoegdheid naar zichzelf toegetrokken en daardoor ook veel meer macht gekregen", legt hij uit. Daardoor heeft het Congres nu onvoldoende invloed om de trias politica in balans te houden.
De toetsingsbevoegdheid houdt in dat wetten of rechterlijke uitspraken die strijdig zijn met de grondwet, kunnen worden vernietigd. In theorie hoort deze macht bij de wetgevende macht – dus bij het Congres – en niet bij het Hooggerechtshof. De scheiding der machten is daardoor niet langer zuiver. "Het Congres doet zijn werk eigenlijk niet goed", is hoe Manusama dit uitlegt.
Tegelijkertijd heeft Donald Trump dus veel macht gekregen. Het Hooggerechtshof oordeelde vorig jaar dat een president 'immuniteit' geniet, wat betrekking heeft op officiële handelingen tijdens zijn ambtsperiode. "Daarmee is de president bijna als koning verklaard", zegt Manusama.
"In een democratische rechtsstaat staat niemand boven de wet", benadrukt Manusama. Maar in dit geval lijkt dat dus wel zo te zijn. Zowel de president als het Hooggerechtshof hebben te veel macht. "De grondwet is zo heilig verklaard", zegt Manusama hierover. In combinatie met een Congres dat zijn rol niet meer goed vervult, is de rechtsstaat in Amerika stuk. Een constitutionele crisis dus, volgens Manusama.
Volgens hem is er maar één manier om dit op te lossen: het vertrouwen tussen de drie machten herstellen. Want dat is uiteindelijk wat ontbreekt.