Bijna de helft van de Chinese varkens is dood, maar de overheid zegt niets

Eefje Rammeloo ging op bezoek bij een lokale Chinese varkensboer.

Meer winst

"Normaal verkocht de varkensboer zijn dieren als ze 100 kilo zwaar waren. Nu wacht hij tot ze 130 kilo wegen, daarna brengt hij ze naar de slager. De prijs die de varkensboer krijgt voor één kilo vlees is drie keer zo hoog geworden", vertelt Rammeloo.

Strikte regels

Maar om de varkens gezond te houden, nu en tijdens de epidemie, treft de boer speciale maatregelen: hij strooit kalk in de omgeving van de stallen, hij desinfecteert de stallen regelmatig. Ook laat de boer niemand zomaar binnen bij de varkens, ook Eefje Rammeloo niet: "Wil iemand wel echt naar de varkens, dan moet die persoon in het kantoortje een uitgebreide procedure doorlopen met witte pakken, laarzen en veel desinfectievloeistof."

Lokale autoriteiten gaan ook mee op het bezoekje naar de stal, ze kijken en luisteren mee. Zij proberen te voorkomen dat de 'verkeerde' informatie verspreid wordt. "De Chinese regering kreeg veel kritiek omdat ze de epidemie te laat en niet goed hebben aangepakt. Er zijn nu wel maatregelen genomen, maar ze willen zeker niet dat er over de hele zaak bericht wordt." Want, zo vertelt ze: "Verkeerde of negatieve informatie zou tot grote paniek kunnen veroorzaken."

Wie in kaart probeert te brengen hoeveel varkens er nog zijn in China kan worden aangeklaagd wegens het verspreiden van 'geruchten'. Varkensvlees is zo’n belangrijk levensmiddel dat de prijs ervan cruciaal is voor het vertrouwen in de economie.