Kleine criminaliteit wordt bijna niet gehandhaafd door politie

"Het probleem ligt genuanceerder," stelt Kunst. "Jaarlijks worden er heel veel aangiften gedaan bij de politie, vanwege allerlei zaken. Het is heel goed dat mensen aangifte doen en in de toekomst moeten mensen dat ook blijven doen. Toch kan de politie niet met alle aangiften aan de slag. Daar zijn te weinig mensen voor", aldus Kunst. "We moeten keuzes maken in de zaken die we kunnen behandelen."

Volgens Kunst is het belangrijk dat voor het oppakken van een zaak een hoge opsporingsindicatie moet zijn. Kunst: "Dit betekent dat er een redelijke kans moet zijn voor het oppakken van een dader." Ze noemt het voorbeeld van een gestolen fiets. "De politie kan niet achter de dader aangaan van een fiets, maar zijn er in een wijk veel fietsen gestolen, dan is er sprake van een veiligheidsprobleem." Dan kan er volgens Kunst in overleg met de driehoek, samen met de burgemeesters gekeken worden of er alsnog iets aangedaan kan worden.

Lindeman begrijpt het verhaal van Kunst: "Ik begrijp het verhaal heel goed. Het Openbaar Ministerie is al veertig jaar bezig met dit dilemma en stelt zich vaak de vraag: waar kunnen we onze capaciteiten het beste voor inzetten?" Toch ziet Lindeman alsnog een belangrijke rol voor politie en justitie, maar dan in een andere vorm. "Ik snap dat mensen schrikken als de politie zegt: we komen niet meer in actie bij een oplichting, als het bedrag rond de 2000 euro is." Met goede voorlichting door de politie en justitie kunnen dit soort aangiftes in de toekomst ook dit soort aangiften voorkomen worden. Hierdoor kan de focus ook weer op andere zaken gelegd worden, aldus Lindeman.