'Staat betaalt al bijna veertig jaar dubbel voor onderhoud paleizen'
- Nieuws
- 'Staat betaalt al bijna veertig jaar dubbel voor onderhoud paleizen'
Het koningshuis ontvangt sinds 1982 jaarlijks een vergoeding voor het onderhoud van paleisinventarissen, terwijl de staat al die tijd het onderhoud heeft bekostigd. Dat meldt NRC op basis van eigen onderzoek. Het gaat dit jaar om een vergoeding van naar schatting 320.000 euro. De Rijksvoorlichtingsdienst spreekt in een reactie tegenover de NOS uitdrukkelijk tegen dat er dubbel wordt betaald.
Merijn Rengers over de dubbele betalingen voor paleisonderhoud
Tussen 1982 en 2009 nam de rijksoverheid vrijwel de gehele inboedel over van de paleizen Noordeinde, Huis ten Bosch, Het Loo en Soestdijk. Voor de huisraad van de eerste drie paleizen werd in de jaren 80 zo'n 20 miljoen gulden betaald aan prinses Juliana. Dat komt nu neer op ongeveer 17 miljoen euro. Het parlement werd daarover niet geïnformeerd. In 2009 werd een onbekend bedrag betaald voor de inventaris van Soestdijk.
Met de aankoop van de inventarissen kreeg de overheid de plicht deze te onderhouden, maar het staatshoofd bleef de vergoeding elk jaar ontvangen. Uit een nota die recent openbaar is gemaakt door het Nationaal Archief blijkt dat in 1978 in totaal 280.000 gulden werd betaald. Dat bedrag is geïndexeerd en opgelopen naar zo'n 320.000 euro dit jaar.
Twee overheidsdiensten
De RVD wijst erop dat de inboedel van de paleizen, die samen de zogenoemde paleisgebonden Rijkscollectie vormen, worden onderhouden door twee overheidsdiensten: de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Dat RVB zorgt voor het groot onderhoud van het Paleis op de Dam, Paleis Huis ten Bosch, waar koning Willem-Alexander met zijn gezin woont, en de werkplek van de koning, Paleis Noordeinde. Daarbij gaat het om ingrijpende zaken als renovatie en restauratie.
Video niet beschikbaar
Het dagelijks onderhoud is daarentegen in handen van de Dienst van het Koninklijk Huis. Daarbij valt te denken aan kleine reparaties, vervanging van lampen en schoonmaken, zegt de RVD.
Stijgende kosten
De kosten voor het groot onderhoud staan op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken, terwijl het geld voor de dagelijkse werkzaamheden uit de jaarlijkse Begroting van de Koning komt.
Uit de nota blijkt verder dat toenmalig premier Dries van Agt in 1978 de aanzet gaf tot de aankopen. In de jaren daarvoor was het koningshuis meerdere malen beloofd dat de staat de inventaris van de paleizen zou overnemen, omdat toenmalig koningin Juliana moest interen op haar vermogen vanwege de stijgende kosten van de paleizen.
Van Agt drong er wel op aan de uitkeringen aan het staatshoofd na de aankopen naar beneden bij te stellen, omdat ook de onderhoudskosten voor het koningshuis daalden. Het is onduidelijk waarom dat nooit is gebeurd.
Meubels in slechte staat
Na de aankoop gaf de staat de inboedel van Noordeinde en Huis ten Bosch kosteloos in bruikleen aan de Oranjes. De huisraad van Het Loo werd in het in 1984 geopende rijksmuseum Paleis Het Loo ondergebracht.
De RVD zegt tegen NRC dat de inventaris destijds is gekocht, omdat de meubels in Noordeinde en Huis ten Bosch in matige tot slechte staat verkeerden. Ze zijn de afgelopen decennia hersteld op kosten van de overheid om de paleizen een "historisch betekenisvolle inrichting" te geven.