Woningnood: 'Er moet een stad ter grootte van Rotterdam worden bijgebouwd'
- Nieuws
- Woningnood: 'Er moet een stad ter grootte van Rotterdam worden bijgebouwd'
De woningcrisis in Nederland blijft voortduren en het eind is nog niet in zicht. Er is een tekort van bijna 300.000 huizen en dat aantal loopt de komende jaren verder op. "Er moet een stad ter grootte van Rotterdam bijgebouwd worden", zegt econoom van de Rabobank Nic Vrieselaar. "Dat is het tekort."
De Nederlandse Vereniging voor Makelaars stelde dat er niet langer sprake is van een woningcrisis, maar van woningnood. Ze vinden, net als het CDA, dat Den Haag de regie in handen moeten nemen om de crisis op te lossen. Het huidige plan van het kabinet is dat er 75 duizend woningen per jaar bij moeten komen, maar dat is niet voldoende. "Voor elke 26 huizen, moet er 1 bijkomen."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Tekort blijft groeien
Het huidige tekort, gemeten afgelopen voorjaar, is 294 duizend huizen om precies te zijn. Dat is gemeten op basis van het aantal personen ouder dan 25 jaar dat nog thuis woont of een woning deelt en waarvan wordt verwacht dat ze naar een eigen woning willen. Het aantal benodigde woningen zal de komende jaren alleen maar toenemen.
Jaarlijks komen er gemiddeld 70 duizend huishoudens bij. Per jaar wil het kabinet 75 duizend extra woningen, maar jaarlijks worden ook 8 tot 15 duizend huizen gesloopt. Dat betekent dat er op de eindstreep 60 duizend woningen per jaar bijkomen. "Dat betekent dat het tekort nog iets groter gaat worden."
Crisis duurt nog zeker tien jaar
Over twee tot drie jaar zal de groei van het aantal huishoudens stagneren en kan begonnen worden met het inlopen van het tekort. "Het duurt tot na 2030 voordat het tekort is gehalveerd, laat staan opgelost."
Het is ook de vraag of de 75 duizend woningen per jaar gehaald zullen worden, zeker met de huidige stikstofproblematiek. Daardoor zijn al duizenden minder woningen gebouwd.
Huren ook geen optie
In Nederland zijn steeds meer mensen aangewezen op een huurwoning in de vrije sector. "Je ziet ook dat de woontevredenheid van huurders een stuk lager is dan van huiseigenaren." Uit cijfers van het CBS blijkt dat veel huurders binnen twee jaar willen verhuizen en dat driekwart daarvan naar een koophuis wil.
Maar als nieuwe huurder betaal je al snel 1000 euro per maand. Huurders zijn daardoor gemiddeld een veel groter deel van het netto besteedbaar inkomen kwijt aan woonlasten.
Uit onderzoek van de Rabobank blijkt dat huurders twee keer zo vaak geen of nauwelijks spaargeld hebben. "Ze geven aan dat ze meer willen sparen, maar dat ze teveel vaste lasten hebben waarop ze niet kunnen bezuinigen." Dat bemoeilijkt de stap naar een koopwoning. "Het zijn vaak mensen met een hartstikke goede baan die bovengemiddeld verdienen, maar ook bovengemiddeld veel geld kwijt zijn aan vaste lasten en geen goede buffer hebben."
Maatschappelijk probleem
"In mijn ogen is het grootste maatschappelijke probleem de woningmarkt op dit moment." Niet iedereen merkt dat, omdat het merendeel van de Nederlanders in een koophuis woont. "Dat betekent dat heel veel Nederlanders de urgentie van dit probleem niet voelen."
De politiek kan volgens Vrieselaar verschillende dingen doen om de woningcrisis aan te pakken. Bijvoorbeeld gemeentes (financieel) prikkelen om meer te bouwen en inzetten op innovatie zodat sneller en goedkoper te bouwen. "De overheid doet veel, maar we kunnen veilig stellen dat het niet voldoende is."