Oorlogswrakken Javazee mogelijk verkocht als oud ijzer
- Nieuws
- Oorlogswrakken Javazee mogelijk verkocht als oud ijzer
[NOS] Het mysterie van de verdwenen Nederlandse oorlogsschepen op de bodem van de Javazee heeft waarschijnlijk te maken met commerciële belangen, zegt maritiem historicus Jaap Anten in Met het Oog Op Morgen op NPO Radio 1. Volgens hem hebben Aziatische bergingsbedrijven het vaker gemunt op oude gezonken oorlogsbodems, die ze verkopen als oud ijzer.
Luister hier naar het gesprek met Jaap Anten in Met het Oog op Morgen:
'Afgegraasd'
De schepen van ruim 160 meter lang zijn te groot om zo maar te kunnen verdwijnen, zegt maritiem historicus Anten. "Ik denk dat bergingsbedrijven erachter zitten. Er is een tekort aan staal. Wrakken worden met een grijper als het ware afgegraasd. Een deel van die schepen wordt zo naar boven gehaald."Dat gebeurde bijvoorbeeld met de O 16, een Nederlandse onderzeeboot die in 1941 op een Japanse mijn liep en verging. "Die boot is ook grotendeels beschadigd door een bergingsbedrijf. Daar is ook een foto van. Daarop zie je zo'n enorme grijper op een platte schuit."
De bedrijven weten volgens Anten waarschijnlijk heel goed dat het historische wrakken zijn, soms met de status van oorlogsmonument, maar het is moeilijk om de bergers aan te pakken. "In het geval van de O 16 bijvoorbeeld ging het om een bedrijf uit Cambodja. Dan moet je daar contacten zien te leggen - er is niet eens een Nederlandse ambassade - en als je dan iemand te pakken hebt, zeggen ze: ja, sorry, wij weten het ook niet."
Het kabinet wil dat er een onderzoek komt naar de verdwenen wrakken in de Javazee. Of dat iets oplevert, is volgens Anten vooral afhankelijk van het land waar de verantwoordelijke berger vandaan komt. "Het is makkelijker als het een Indonesisch bedrijf is. Als het er eentje is uit Cambodja of Bangladesh wordt het erg lastig."