Binnenland
WNL

Militair redde leven van collega die ’s nachts werd beschoten: ‘Al is het het laatste wat ik doe’

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Militair redde leven van collega die ’s nachts werd beschoten: ‘Al is het het laatste wat ik doe’

Het leven van militair Dayrohn Wiesken (41) is voorgoed veranderd sinds hij tijdens een missie in Uruzgan het leven redde van militair Marc van de Kuilen. Van de Kuilen werd op een dak beschoten tijdens een kogelregen, waarna Wiesken met gevaar voor eigen leven het lichaam van zijn kameraad in veiligheid trok.

Dit alles gebeurde op 12 januari 2008. “Het was donkerder dan normaal”, vertelde Wiesken vandaag in WNL op Zaterdag.

“Het was bewolkt en bijzonder koud, bijna -18 graden.” “Het was een operatie van vijf dagen, die goed was begonnen. Mijn taak was, samen met mijn eenheid, om de Afghaanse collega’s te begeleiden tijdens de strijd. Tevens waren we de tussenpersonen tussen de Afghaanse collega’s en de rest van de coalitiepartners die daar waren.”

Taliban

“De Taliban was in onze omgeving bezig. De andere collega’s waren verschoven omdat zij geen contact hadden gehad met de vijand”, zegt Wiesken.

De Taliban zat tussen de twee groepen in. “We wisten dat de Taliban ons wilde aanvallen. Ik ging op wacht en ging het dak op.”

Collega Marc van de Kuilen, die ook op het dak was, werd geraakt. “Hij viel, en lag op zijn rug”, vertelt Wiesken. “De benen waren er niet helemaal afgeschoten, maar een groot gedeelte, ter hoogte van de knieën, was weg. Op dat moment had ik dat niet door, want er werd nog steeds geschoten.”

Schreeuwen door de radio

“Ik pakte mijn radio en begon te schreeuwen: ‘we hebben een gewonde’. Het duurde lang voor mijn gevoel. Dat doet adrenaline. Alles gaat om je heen in slow motion en jijzelf reageert heel snel. Als niemand reageert, dacht ik: ‘dan ga ik wel, al is het het laatste wat ik doe’.”

“Ik ging van achter de muur naar Marc toe en werd beschoten. Ik deed mijn ogen dicht en het laatste dat ik zag was één been. Ik kroop naar zijn hoofd toe en voelde de kogels voorbij komen, sommigen waren echt dichtbij.”

De militair zag lichtsporen van kogels. “Ik voelde de druk en hoorde ze voorbij vliegen.” Wanneer Wiesken bij Marc aankomt begint de militair meteen met een poging om de zwaargewonde te redden. “Ik probeerde te trekken, maar er was geen beweging. Elke keer als ik trok, schreeuwde hij. Ik kroop richting zijn benen, waar ik zag dat één been om een schoorsteen was geklapt.”

Kogel tussen twee gezichten

Nadat Wiesken de benen bij elkaar had gebracht kon hij beginnen met slepen. “Marc lag op zijn rug, ik boog over hem heen op mijn handen en knieën.”

“Op een gegeven moment kwam er een kogel tussen hem en mij, tussen onze gezichten. Mijn gezicht bewoog aan één kant, ik dacht dat ik geraakt was. Ik liet Marc los en pakte mijn gezicht, ik had alles nog. Er zat bloed op mijn handen, dus ik dacht dat ik geraakt was. Het bleek bloed van Marc te zijn.”

Been aan een pees en een stukje huid

Eenmaal achter het muurtje aangekomen, begonnen de kogels door de muur heen te komen. “Op dat moment gaat een schakelaar om. Hoe dan ook moest Marc van het dak af. Voor hem zo veilig mogelijk. Niet voor mij, maar hij had hulp nodig. Zijn ene been hing aan een pees en het andere been hing aan een stukje huid.”

Collega’s van Marc kwamen en hebben hem van het dak afgekregen. Het slachtoffer werd overgedragen aan collega’s die beneden stonden, Wiesken kroop terug naar zijn plek om tegen de commandant te melden dat hij niet was geraakt.

“Toen zag ik zag Marc liggen op de brancard. Typisch Marc, hij zei: jij mag me tillen, jij niet, en zei: ‘één, twee, hop.”

Ster advertentie
Ster advertentie