Vogels maken de winter mooier
- Nieuws
- Vogels maken de winter mooier
"Het is immers niet de vraag óf Nederland ooit onder water komt te staan, maar wanneer. Over 100, 300, of misschien 2000 jaar: uiteindelijk wordt dit land de bodem van de zee", zegt Nikki Dekker in haar column voor Vroege Vogels. "En voor het zover is, staat ons nog veel ellende te wachten. Ellende die we zelf hebben veroorzaakt, want dat is de pijnlijke waarheid."
Vandaag is het de kortste dag van het jaar. Pas over een paar minuten komt de zon op, en om half vijf gaat ze weer onder. Jarenlang keek ik op tegen deze donkere dagen. Ik had last van winterdepressies, en het najaar leek me niks meer dan grauw en koud, een vreselijk seizoen van lijden waarin alles wat niet slaapt, doodgaat, en ligt te rotten onder een bladerdek.
Sinds ik vogels kijk, is mijn hele houding tot dit seizoen veranderd. Kleine bruine vogeltjes zijn een stuk makkelijker te ontdekken in een kale boom, en je hoeft ook niet zo vroeg je bed uit, als je iets leuks wil zien. Maar het allermooiste: in de winter komen de ganzen. Mijn lievelings zijn de brandganzen, met hun guitige bolle wangen. Omdat ze alleen in de winter in Europa voorkwamen, en hun snavel wel iets weghad van een schelp, geloofden we in de middeleeuwen dat ze uit de eendenmossel kropen (dat is overigens eend noch mossel, maar een zeepok, die in het Engels goose barnacle heet).
Maar ik houd ook van de grauwe ganzen met hun winterpeensnavels, het gekakel van de kolganzen, zelfs van die blaaskaken, de Grote Canadesen. Ganzen zijn leven. Ze doen me denken aan het beroemde gedicht van Dylan Thomas: Do not go gentle into that good night. Ganzen verdwijnen niet zomaar in de nacht; dat weet iedereen die ze in het donker heeft horen overvliegen.
Dit jaar is mijn winter overigens een stuk korter: ik had de mazzel dat ik een maand als schrijver-in-residentie in Zuid-Spanje verbleef, waar ik bijna elke dag in de volle zon wandelde, omringd door zwarte spreeuwen, Europese kanaries en zelfs af en toe een hop.
Ik werd geïnterviewd voor de lokale krant. Ze vroegen naar mijn boeken en wat ik die maand had geschreven, allemaal logische vragen die ik had verwacht, maar toen kwam de vraag die ik totaal niet had zien aankomen:
‘Hoe is het om te leven in een land onder zeeniveau?’
Ik keek de interviewer een beetje verdwaasd aan. ‘Hoe dat is?’
Hij knikte, ‘Zijn de Nederlanders bang?’
Er is veel waar de Nederlanders bang voor zijn: afschaffing van de hypotheekrente-aftrek, vleesbelasting, zelfs medemenselijkheid, maar overstromingen, dat hoor je niet vaak.
‘Nee,' zei ik, ‘Ik denk dat het net zoiets is als mensen die op vulkanen wonen; we zijn er niet echt mee bezig.’
Later dacht ik, misschien denkt hij wel dat ik over klimaat en natuur schrijf omdat ik Nederlander ben. Dat ik de noodklok luid, van: Help! Mijn land staat op het spel! Zoals ik lees over de bewoners van kleine eilanden in de Stille Oceaan.
En waarom ook niet? Het is immers niet de vraag óf Nederland ooit onder water komt te staan, maar wanneer. Over 100, 300, of misschien 2000 jaar: uiteindelijk wordt dit land de bodem van de zee. En voor het zover is, staat ons nog veel ellende te wachten. Ellende die we zelf hebben veroorzaakt, want dat is de pijnlijke waarheid: elke Nederlander is verantwoordelijk voor een berg aan CO2-uitstoot, met alle spullen die we kopen, de reizen die we maken, en de dingen die we eten.
We geloven graag dat alles goedkomt. Misschien omdat we als mens zijn geëvolueerd om te vertrouwen op die cyclische natuur. ‘Na regen komt zonneschijn’, zeggen we. Maar die cyclus is uit het lood geslagen. Ook in 2025 zijn er weer meerdere warmterecords gesneuveld. De planeet draait door, de winters zijn nog altijd donker, maar steeds minder koud. Het is nog maar de vraag of het gaat sneeuwen, en of er ooit nog een elfstedentocht komt.
In deze donkere dagen moeten we niet alleen hopen op licht, we moeten ervoor vechten, en ons leven veranderen.
Do not go gentle into that good night.
Rage, rage, against the dying of the light.
Vroege Vogels: iedere zondagochtend van 07.00 tot 10.00 uur.
Vroege Vogels is hét programma over natuur en milieu. Op zondagochtend te beluisteren op NPO Radio 1 en vrijdagavond te zien op NPO 2. Like Vroege Vogels op Facebook of volg het programma op Twitter of Instagram.
Gerelateerd




