Astrid Oosenbrug neemt afscheid als voorzitter LHBTI+-belangenorganisatie COC: 'Meer begrip, maar ook meer haat'

'Mensenrechten niet goed geregeld in Nederland'

Er zijn dus stappen gezet om discriminatie van LHBTI+-personen tegen te gaan, maar toch kijkt Oosenbrug met een dubbel gevoel terug op haar tijd als voorzitter. Veel meer mensen hebben nu begrip voor bi en bi-plus, een verzamelterm voor alle mensen die op meer dan één gender vallen. "Maar met zichtbaarheid komt ook dat meer mensen zich ertegen afzetten. Haat en geweld tegen de regenbooggemeenschap lijkt te zijn toegenomen."

Nederland staat dit jaar 13de in een ranglijst van 49 Europese landen als het gaat om lhbti-rechten in Europa. Bij haar aantreden was Oosenbrugs doel om in de top 3 te komen. Dat dat niet is gelukt, vindt ze heel teleurstellend. "Het zit 'm in de wetgeving in Nederland. Bijvoorbeeld conversietherapie, waarbij je zogenaamd zou kunnen genezen van iets wat je bent, we hebben nog steeds niet wettelijk vastgelegd dat dat verboden moet zijn. Ook wordt de transgenderwet opnieuw opgeschoven. Dat zijn gewoon mensenrechten, die zijn niet goed geregeld in Nederland op dit moment".

Dat Astrid Oosenbrug stopt als voorzitter van het COC, betekent niet dat ze zich niet meer inzet voor lhbti+-rechten. Dinsdag staat ze in Den Haag bij het homo-monument. "Er is een groep ultra-conservatieve mensen die ons probeert uit te wissen. Ze doen alsof we niet bestaan of niet mogen bestaan." Oosenbrug merkt in haar omgeving dat juist heel veel mensen in Nederland positief kijken naar de regenbooggemeenschap. "Ze steunen hun kinderen, vrienden, buren en klasgenoten die lesbisch, homo, transgender of bi-plus zijn. De steun is er dus wel, maar je moet het uit gaan spreken. Dat is de fase waarin we nu zitten".