'We komen op dag één binnen': de rol van Slachtofferhulp na een levensdelict
- Nieuws
- 'We komen op dag één binnen': de rol van Slachtofferhulp na een levensdelict
Hoe graag we het ook niet willen: elk jaar komen mensen om het leven door een ernstig ongeluk of misdrijf. Bij de meest complexe zaken met grote maatschappelijke impact, worden nabestaanden bijgestaan door speciale casemanagers van Slachtofferhulp. Het zijn mensen zoals Peter van de Luijster en Chantal van Disseldorp die je in zo’n situatie kunt tegenkomen. "Wij komen op het meest vreselijke moment in het leven van mensen", vertelt Peter in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Chantal werkt inmiddels al bijna tien jaar in dit vakgebied, Peter zelfs al vijftien. En dat terwijl er eigenlijk wordt gezegd dat je dit werk niet langer dan zeven jaar zou moeten doen. Geen gekke gedachten: casemanagers ontmoeten nabestaanden op een ondenkbaar dieptepunt in hun leven. "Wij komen vaak op dag één binnen bij de client. Hun leven staat dan volledig op z’n kop. We weten dan nog niet wat we aan gaan treffen", vertelt Chantal.
Levensdelict
Het gaat om uiterst complexe zaken met een grote emotionele en maatschappelijke impact. "Levensdelicten", is hoe Peter het noemt. Bij moord- en doodslagzaken wordt standaard een casemanager ingeschakeld. "Je komt binnen bij mensen op een ongelooflijk moment in hun leven. Het is gigantisch ontwrichtend wat ze hebben meegemaakt. De hele basis is weg. Het eerste wat je doet is zitten en luisteren", vertelt hij. Het is aan de casemanager om een situatie te creëren waarin afscheid mogelijk wordt en waarin mensen uiteindelijk, hoe onmogelijk ook, hun leven weer op kunnen pakken.
Langdurige band
En dat gebeurt niet van de één op de andere dag. "De band wordt heel nauw omdat we ook langdurig begeleiden", vertelt Peter. In principe blijven ze betrokken gedurende het hele juridische proces. "Tot het onherroepelijk worden van het vonnis", legt Chantal uit. "Dat kan 1 jaar zijn, maar ook 6 jaar", zegt ze. Maar zelfs daarna kunnen er nog ontwikkelingen zijn, bijvoorbeeld in de detentiefase. Nabestaanden mogen dan altijd opnieuw contact opnemen.
Toch zullen ze zelden zelf iets horen van hun casemanager. "We zijn ook een reminder van de gebeurtenis die ze ook heel graag achter zich willen laten", legt Chantal uit. Daarom sturen ze bewust geen berichtjes op verjaardagen of bellen ze niet om te vragen hoe het gaat. Dat betekent overigens niet dat het afscheid de casemanagers koud laat. Ze bouwen een echte band op met families. "Ik vind het wel eens lastig om afscheid te nemen. Dat gaat ook wel eens met een traan", vertelt Chantal.
Dat Chantal en Peter geraakt worden door hun werk, lijkt vanzelfsprekend. Casemanagers raken intens betrokken bij nabestaanden, maar ook bij het slachtoffer. Ze horen alle details van ernstige misdrijven – en soms zien ze die ook. Zo vragen nabestaanden in het verwerkingsproces soms om foto's van de plaats delict. "We kijken naar de behoeften van mensen. Waarom willen ze die foto zien? Wat hopen ze daarmee te bereiken?" vertelt Peter. Casemanagers maken dan een selectie en schatten in welke beelden wel of juist niet getoond kunnen worden, in het belang van het verwerkingsproces.
Aangrijpende beelden
Een dergelijke situatie die Chantal is bijgebleven, is die van een man die tien dagen lang in een warme woning lag voordat hij werd gevonden. Zijn moeder wilde de foto’s van het lichaam zien. Maar logischerwijs was die aanblik schokkend. "Dan bereid ik me zelf ook 2 dagen mentaal voor, voordat ik die foto überhaupt zelf ga bekijken", vertelt Chantal. Het is zaak dat ze de moeder goed kan begeleiden, en haar vooraf precies uitlegt wat ze zal zien.
Soms blijken deze foto’s cruciaal voor het rouwproces, vertelt ook Peter. Hij herinnert zich een zaak waarin een man bij een treinongeval om het leven kwam. Zijn vrouw werd toen afgeraden om de foto’s te bekijken. Twee jaar later besloot Peter dat het tóch behulpzaam kon zijn. "Deze vrouw kon niet verder met het verlies omdat ze de bevestiging van de dood van haar partner nooit heeft kunnen zien", zegt hij.
Op een van de foto’s was een specifieke tatoeage zichtbaar. Het zien ervan hielp de vrouw het verlies te accepteren. "Wat dat met mensen doet, is echt wonderbaarlijk", zegt hij. "Je ziet gewoon dat het besef van overlijden doordringt, dat ze gewoon weer ruimte krijgen om verder te gaan. Het is echt bizar", vertelt hij. Het is een voorbeeld van hoe Slachtofferhulp kijkt naar wat er per individu nodig is.
Veerkracht
Casemanagers hebben een bijzonder zwaar beroep, waarbij ze dagelijks geconfronteerd worden met diepe ellende. "Wij komen op het meest vreselijke moment in het leven van mensen", zegt Peter. Toch zien ze ook hoe mensen zich, ondanks alles, weer weten te herpakken. “We zien ook de veerkracht in mensen. (…) Het leven wordt nooit meer hetzelfde. Zeker als je iemand verliest ten gevolge van een misdrijf.” Maar toch staan mensen op, kleden zich aan en gaan verder. "Ik blijf daar zo ontzettend veel respect voor hebben", zegt Peter.
Hoewel Chantal en Peter erkennen dat hun werk emotioneel zwaar is, vinden ze het tegelijkertijd heel waardevol. "Het is niet iets wat je doet. Het is gewoon hoe je bent", zegt Chantal. Met haar tien jaar en Peter zijn vijftien jaar in het vak, overschrijden ze ruimschoots de aanbevolen termijn van zeven jaar. "Wij zijn het daar niet mee eens. Maar je moet, en kan dit werk doen zolang je je er zelf goed bij voelt", zegt ze. En voor hen is dat nog het geval.
Het werk van Peter, Chantal en nog 4 andere casemanagers is te zien in de docuserie Slachtofferhulp.