Binnenland

De wereld van Pyke Koch: nuance van goed en fout

foto: JEROEN WIELAERT / NOSfoto: JEROEN WIELAERT / NOS
  1. Nieuwschevron right
  2. De wereld van Pyke Koch: nuance van goed en fout

Bij binnenkomst in de eerste zaal keert de bezoeker in gedempt licht direct terug in de jaren broeierige jaren dertig. Onontkoombaar is het treffen met de blikken van Mercedes de Barcelona en Asta Nielsen. De een kijkt recht vooruit met opengesperde ogen, de ander blikt dromerig weg naar rechts.

Centraal hangt Kochs zelfportret met zwarte hoofdband waarmee hij zich toonde als fascist. Het zijn treffende contrasten op de tentoonstelling De wereld van Pyke Koch, in het Centraal Museum in Utrecht.

Als jongen uit de betere stand was Koch verplicht om te studeren. Het werd rechten in Utrecht, maar daar trok de kunst hem vol verve van de wetboeken vandaan. Autodidactisch als hij was schilderde hij het ene na het andere pleidooi voor een eigen, wondere werkelijkheid, vaak met Utrecht als decor, dan weer frivool, dan weer sinister, bijtend, dreigend.

Aan al zijn doeken uit die jaren dertig is te zien hoe precies Koch kon observeren en hoe gefascineerd hij was door de vrolijke dingen van het leven, maar ook voor de zelfkant. Hij was niet alleen in die beleving. Op Oudegracht 341 maakte Koch deel uit van een bijzondere kunstkring met schrijvers en dichters Martinus Nijhoff, Cola Debrot en Jan Engelman.

Het Centraal Museum heeft al eerder Koch-exposities gehad, maar die bleven beperkt tot zijn eigen werk. De nieuwe tentoonstelling wordt extra boeiend door de gulle flankering met werken van collega’s als Carel Willink, Raoul Hynckes en Charley Toorop en buitenlanders als Georg Grosz en Otto Dix – allemaal even magisch, met droomwerken vol onvoorstelbare schoonheid en drastisch onheil. Het zijn uitleningen uit verzamelingen, maar ook uit musea, zoals het MORE in Gorssel.

Bewonderaar Mussolini

Uit 1930 dateert Kochs Nocturne, een tweeluik waarmee Koch zijn eerste schandaal veroorzaakte. Dit realisme werd als al te obsceen beoordeeld. Op het ene doek staat een door homoseksuelen gefrequenteerd urinoir en het andere is een zelfportret, plassend, ver voor zoiets ophef baarde in het Groninger Museum.

Vlakbij hangt Kochs omstreden zelfportret met zwarte hoofdband uit 1937. Met die ferme selfie begonnen de grootste moeilijkheden voor Koch, al was hij zich daar niet direct van bewust bij het schilderen. Hij zat hoog in het heil van het fascisme, als bewonderaar van de Italiaanse dictator Mussolini. Zijn vrienden Engelman, Debrot en Nijhoff konden het hem blijkbaar niet uit zijn hoofd praten.

Toen het portret werd afgedrukt in het Utrechts Nieuwsblad noemde de krant het ‘aantrekkelijk, maar ook afstotend.’ In een schaars interview uitte Koch zijn bedenkingen over de vrijheid: ‘Het heeft veel gif gebracht.’

De rest is geschiedenis: Koch kwam bekend te staan als fout. Dat hij zich tijdens de oorlog al van de NSB afkeerde kon dat hardnekkige oordeel niet meer veranderen. Tot ver na de bezetting is hij door blijven schilderen als de meester die hij was. Het is te zien in deel drie van de expositie: Koch’s Droom. Dan keert het circus terug met een vrouw in een ingewikkelde handstand, blakende boerinnen. Het is de magische realistische renaissance van Pyke Koch met Piero della Francesca als een van zijn voorbeelden. Er is helemaal niets verkeerds aan te ontdekken. Het zijn de onschuldige landschappen van Pyke Koch.

Goed en fout

Voor het Centraal Museum gaat het om de nuancering van begrippen als goed en fout. Conservator Marja Bosma vindt dat de tentoonstelling past in de huidige tijd vol rechts-populisme en een hang naar sterke leiders. Museumdirecteur Bart Rutten meent: ‘Dat zelfportret was in zijn ogen zeker niet fout. Je had onlangs nog de discussie over linkse hobby’s, linkse kunst. Onze voorganger van nogal rechtlijnige opvattingen Baudet riep op tot de kunst van Koch. Dat kunnen we in een hedendaags perspectief opnieuw tonen. Ik vind dat een museum als het goed zijn werk doet vragen stelt over toen en nu. Daarmee breng je de maatschappij verder. Daarom is het goed dat we Koch in deze tijd hebben.’

Koch zelf heeft zich er in het openbaar nooit over uit gelaten. Daarom was het des te aardiger om bij de opening in de Nicolaaskerk zijn eerste zoon Peter (1940) te ontmoeten, inmiddels gepensioneerd diplomaat. Hij vertelde: ‘Met ons thuis ging het vooral over de Koude Oorlog. Mijn vader was een cold-warrior, sterk tegen Rusland. Hij was meer voor conventionele strijdkrachten dan voor kernwapens. Verder had hij niet meer dan een betrekkelijke straf gekregen voor zijn postzegels uit de oorlog. Ze zijn te zien op de tentoonstelling. Heel mooi!’

Dus het was allemaal niet zo beladen thuis? ‘Nul!’

Ster advertentie
Ster advertentie