Achtergrond
BNNVARA

Jan Schaefer verdient standbeeld met 'In gelul kan je niet wonen'

foto: NPO Radio 1foto: NPO Radio 1
  1. Nieuwschevron right
  2. Jan Schaefer verdient standbeeld met 'In gelul kan je niet wonen'

Jan Schaefer verdient een standbeeld. Dries Roelvink kan er lang of kort over wezen, maar dat is hoe het zit. In De Nieuws BV vertelt hij waarom de man van de gevleugelde uitspraak 'In gelul kan je niet wonen' een gebeiteld kunstwerk verdient.

In 2,5 jaar tijd kan veel veranderen. Voor Jan Schaefer was dat de tijdspanne waarin hij van banketbakker staatssecretaris werd. In de jaren '60 begon Schaefer als buurtactivist. Hij verzette zich tegen de grootschalige sloop in de Amsterdamse wijk De Pijp. De sloop zou nodig zijn om de bouw van luxe appartementen, kantoren en een brede boulevard op de plek van de Ferdinand Bolstraat mogelijk te maken.

De man met het geblokte overhemd

"Ik ken hem vooral uit de buurt waar ik ben opgegroeid. Ik ben geboren in de Jordaan en toen ik twee jaar oud was, zijn mijn ouders verhuisd naar De Pijp", vertelt Dries Roelvink. "De Pijp was toen een heel andere buurt dan nu. Het was een arbeidersbuurt met veel werkloosheid, grote gezinnen, ook wel wat criminaliteit, een stukje prostitutie."

Roelvink: "Jan kennen wij als de man met een geblokt overhemd aan met een schrijfblok en die ging de wijk door. Het was een soort kruising tussen een wijkagent en een ombudsman. Hij ging bij de mensen naar binnen, luisterde en nam je klacht mee naar de gemeenteraad of zelfs naar Den Haag."

Schaefer ten voeten uit

Eberhard van der Laan leerde het politieke vak van Schaefer. "Dus die stijl van besturen, echt van de straat, dat was Schaefer ook ten voeten uit," zegt Roelvink. Een echte volksvertegenwoordiger dus. Van der Laan vatte de beleidsnotities samen voor Schaefer omdat de voormalig banketbakker dyslectisch was, en het was een doener: hij wilde de straat op.

Nuchter, a-politiek, normaal: dat was Schaefer. "Op de Albert Cuyp nam hij een haring, bij de banketbakker nam hij een saucijzenbroodje en bij de HEMA nam hij een stuk warme worst", vertelt Roelvink. Eén keer zag hij op de Albert Cuypmarkt iemand in een veel te dunne jas, in de kou de zware karren van de markt wegrijden. Schaefer nam hem mee naar een tweedehandszaak om voor hem een dikke winterjas te kopen. "En toen zei de eigenaar van de winkel, 'ach, als het voor jou is Jan, dan krijg je hem gewoon'," vertelt Roelvink. Schaefer ten voeten uit.

Schaefer verdient een standbeeld

Schaefer kwam in 1971 voor de PvdA in de Tweede Kamer, en trad twee jaar later als staatssecretaris voor Volkshuisvesting toe tot het kabinet-Den Uyl. Later was hij ook nog wethouder in Amsterdam, waar hij onder andere de 'Schaefer-woningen' bedacht, leegstaande slooppanden die voor weinig geld werden verhuurd aan woningzoekenden. Een bekende verzuchting van Schaefer uit die tijd: 'Is dit beleid, of is er over nagedacht?' In 1994 overleed hij op 53-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval.

Kortom, volgens Roelvink verdient Schaefer een standbeeld. En hij weet er ook wel een goede plek voor: "Je hebt op de kruising van de Ferdinand Bolstraat en de Albert Cuyp een pleintje, het Gerard Douplein. Daar moet hij komen te staan, met natuurlijk op de sokkel zijn beroemdste uitspraak: 'In gelul kan je niet wonen'."

Jan Schaefer verdient een standbeeld

Meer van De Nieuws BV?

Volg ons op Instagram, Facebook en Twitter.

Ster advertentie
Ster advertentie