Opinie & Commentaar
AVROTROS

Partijdigheid of chauvinisme

foto: NPOfoto: NPO
  1. Nieuwschevron right
  2. Partijdigheid of chauvinisme

Het was een wat verwarrende week. In Nederland woedde de strijd om de tafels (u begrijpt wat ik bedoel) en elders in de wereld begon de aanloop naar escalatie van ons bestaan. Daar tussendoor keek ik (ook voor deze rubriek) naar de internationale sport en raakte verward in hoe anderen werkten in een vak dat ik nog mondjesmaat doe (commentaar geven).

Commentaar geven

Ik zal proberen mijn gevoelens weer te geven. Als je naar het heilige blauwe oog kijkt, zie je beeld en hoor je (vaak) een stem. Die stem vertelt wat en waarom je wat ziet. Ik keek naar de NBA-wedstrijd Phoenix tegen Sacramento en hoorde twee collega’s. Phoenix stond 21 punten voor met nog 15 minuten speeltijd en verloor (!!??) de partij met 14 punten verschil. Dat was meer dan opmerkelijk. Ik zag een poedelende groep spelers, ik zag fouten, blunders en missers, maar ik hoorde daar niets van. De Amerikanen spraken, zo te zeggen, naast de werkelijkheid, naast de waarheid ook. Zij deden wat in de USA bij de NBA voor gemeengoed wordt aangenomen: ze lieten het menselijk falen in woord achterwege en probeerden met zalvende woorden recht te praten wat niet kon.

Geen woord van kritiek, geen afkeuring, geen verbazing zelfs, neen, het bleef glad, bijna partijdig geklets van twee professionals die per seizoen 41 thuis- en 41 uitwedstrijden voor hun organisatie verbaal begeleiden en aangenomen zijn om hun commentaar gekleurd en Amerikaans positief over te brengen. Waar ik geleerd heb om zoveel mogelijk objectief commentaar te geven en eventuele persoonlijke voorkeuren weg te laten en dus gewoon een slechte pass of een gemist schot te benoemen, doen de Amerikanen dat dus niet. Daar, aan de andere kant van de plas, zijn de mannen en vrouwen die namens een club, gelieerd aan een thuisstation, er vooral om het ideale plaatje weer te geven. Het ‘product’ van de basketbalwedstrijd moet verkocht worden; kritiek past daar niet bij.

Sportief entertainment

Zeggen dat iemand faalt, het noemen van namen van spelers die de wedstrijd vergooien, die vrije worpen staan te missen, die de bal verspelen en die een offday hebben, is niet aan die ‘commentatoren’ besteed. Zij begeleiden een zekere vorm van sportief entertainment en negatieve klanken of subjectieve meningsvormen horen daar niet bij. Dat proces bestaat al jaren en wordt steeds heftiger. Of het overwaait? Een klein beetje, denk ik. Ik hoor hier in Nederland ook al wel ‘opgepoetst goed commentaar’ waar de werkelijkheid er anders uitziet en integriteit van de betrokkenen langzaam in het spel komt.

Naar Nederland dus. Ik zag op donderdagavond de Nederlandse volleybalvrouwen van Polen verliezen. De wedstrijd kwam uit Apeldoorn, had weinig invloed op de voortgang van het toernooi (Nederland was immers al geplaatst voor de halve finale), maar de plaatselijke verslaggever van Ziggo Sport hanteerde een spreekwijze die me opviel. Terwijl de Poolse vrouwen zichtbaar beter speelden en voorstonden, roemde de man vooral de sfeer in de zaal, en neigde hij naar een lichte partijdigheid die wij, in onze sport-journalistieke wereld, nooit aangeleerd of meegekregen hebben. Hij was enthousiast, kende zijn sport en bekeek de wedstrijd door een oranje bril. Zijn commentaar, de inhoud en de toonvoering daarvan, weken soms flink af van het plaatje, so to speak.

‘In de persbox wordt niet gejuicht’

Ik begreep hem, maar ook weer niet. Waar was het aloude gezegde en de stelregel: “In de persbox wordt niet gejuicht!” gebleven? Ik had vroeger een baas die dat “Kritisch afstand nemen en toch betrokken blijven” noemde. Als het goed is wordt iedereen die een sportwedstrijd als commentator of commentatrice gaat begeleiden met die gulden stelregel opgevoed. Een baas, bazin, eindredacteur of -trice ziet daar, als het goed is, ook op toe. Ik geef het toe: je vervalt, ook als professional, makkelijk in het mooier en spannender maken van je commentaar en je schuift dan inderdaad op naar iets dat op partijdigheid of chauvinisme of zelfs tot subjectieve woordkeuzes gaat leiden. Je wordt dus a.h.w. een extra speelster in je manier van commentaar geven. Licht partijdig mag je het ook noemen.

Ik ben van de oude school en heb dat van diverse leermeesters meegekregen: een commentator dient objectief boven alles te zijn en mag niet gaan meejuichen of fel oranje gekleurde teksten op zijn of haar publiek los gaan laten. Objectiviteit boven alles en natuurlijk zijn zweempjes van (oranje) partijdigheid soms aanwezig; zeker in een atmosfeer zoals die in Apeldoorn in de zaal hing en zoals de wedstrijd verliep. Polen won: 3-1, eigenlijk vrij makkelijk.

Objectief

Ik verplaats me nu naar een ander soort programma dat ook op donderdagavond op de Nederlandse buis werd vertoond: De Lokroep. Programmamaker Sinan Can nam ons kijkers mee naar het Midden-Oosten waar hij Nederlanders die ooit naar het kalifaat vertrokken en nu hemelsgraag naar Nederland willen terugkeren, ondervroeg en teksten sprak bij een massagraf. Ik heb meer dan geboeid naar deze reportage zitten kijken. Hier interviewde een man anderen zonder zweem van partijdigheid, zonder vooroordelen, zonder dubbele bodem en vooral objectief. De vrouw, het kind (uit Gouda) en de gevangengenomen Hagenees die vertelde nooit in echte dienst van ISIS te zijn geweest, kregen zodoende een eigen podium waar Can nergens overdreef, nergens hielen likte, nergens partij trok en zodoende een prachtig beeld en geluid neerzette van de mensen die hij voor zijn camera kreeg, mensen waar wij eigenlijk niets van wisten.

Terwijl de ‘war of the tables’ deze avond weer doodleuk doorging en er blikken vol BN’ers werden opengetrokken op 1 en 4, was deze uitzending op 2 zo boeiend, zo goed gemaakt en zo recht in het epicentrum van ons leven van nu dat het me verstijfd en geroerd achterliet na het kijken en vooral luisteren. Dit was geen (licht) partijdige commentator, dit was op basis van kennis en kunde een televisiemaker die zijn vak verstond en normale, kritische en gewaagde vragen aan zijn gesprekgenoten in Syrië vroeg.

De Lokroep is indringend filmisch verslag

Hoe je als kijker in deze problematiek ook stond of staat: het ging ver door boeiend heen. Can gaf je een extra beeld wat we nog zelden gezien en gehoord hebben mee en dat heet dus een objectieve begeleiding van een indringend filmisch verslag. Ik leerde dat democratie en de islam niet samen kunnen gaan en dat geeft voedsel om goed over na te denken. De gevangengenomen Nederlander daar legde dat uit en kreeg er ook de ruimte voor. Neen, dat was geen opgezet abc-tje, dit was goede journalistiek; hoor en wederhoor.

Later, toen Can bij het delven van massagraven stond (en het bijna geurentelevisie werd), waren zijn woorden vermengd met opspelend gevoel van totale onmacht, triestheid en onbegrip en zelfs toen haalde hij heel even zijn schouders op als teken van die gevoelens; gepassioneerd en met zichzelf nog maar net in de hand. Of hij zat, geheel kapot, op de achtergrond van een still-shot van een stoffig plein: wat oorlog al niet met een mens kan doen. Er valt te twisten of je in zulke ‘zware’ documentaires zelf in beeld moet gaan lopen of staan (de basis daarvan is neen, dat hoort niet, ook vanuit de oude school), maar hier hinderde dat niet, het versterkte zelfs.

Ik miste dus de ‘battle of the tables’ en de zaken die daar passeerden, ik miste een glimlachende Kiki Bertens (in herhaling), ik viel later in de wedstrijd tussen Toronto en Portland, maar ik zag vooral een televisiemaker aan het werk zoals het hoort of ook moet: objectief, eerlijk, geraakt en toch vooral ook leerzaam. Zeg wat er gebeurt en doe dat eerlijk is ook zo’n credo van mijn oude baas.

Ster advertentie
Ster advertentie