Opinie & Commentaar
AVROTROS

We winnen. Want?

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. We winnen. Want?

Volgens een legertje wielervolgers gaat Tom Dumoulin de Giro d'Italia winnen. Dat er nog een kleine tweehonderd andere renners aan het vertrek staan in Bologna, maakt eigenlijk niet zo veel uit. Hij gaat winnen, omdat een merendeel van 'ons' dat waarschijnlijk vindt. Een Giro win je immers vrij makkelijk… Stop het cynisme, zegt mijn tweede tegen mijn eerste ik.

Maar hoe moet je dán naar sport kijken, als je een land hebt horen en voelen instorten toen een voetbalploeg uit Amsterdam op het werkelijk allerlaatste moment verloor van een stelletje ervaren voetballers die voor Tottenham, een redelijke topploeg uit Engeland, uitkomen.

Neen, het gaat mij niet om het strooien van bakken zout in de nog vers openstaande wonden. Het gaat me om de door velen aangehangen attitude dat Ajax deze klus wel 'eventjes' zou gaan klaren. Met schijnbaar achteloze zelfoverschatting deden velen dat. Neen, die overschatting had niets met de voetballers van Ajax te maken, maar enkel met de onwetendheid en het gebrek aan ware kennis van de hard roepende supporter en ook journalistieke volger: we zouden dat wel even klaren.

Juist die attitude nekte het gehele plaatje Ajax. Een zeer goed, fris en leuk spelende ploeg werd hoog op het paard gezet door ten eerste 'eigen kunnen' en door het bij tijden griezelige zelfbeeld dat Nederlanders soms van hun sportmensen hebben. Het zou wel goed komen. Mooi lied van de familie Marley… 'Everything's gonna be alright'… Klonk indrukwekkend, maar was net geen 'You never walk alone'.

Een weekje eerder had voetbalgoeroe Johan Derksen de hoon van het volk over zich hen gekregen door het spel van Ajax in de tweede helft van het duel in London kritisch (zeer terecht) te benaderen. Je kan van alles op het doen en laten van Derksen aan te merken hebben, maar niet dat hij geen gevoelig systeem aan boord heeft waardoor hij, nuchter en uitgesproken, weet te vertellen hoe het precies zit.

Aan Derksens analyse was niets verkeerd. Niet na de eerste en niet na de tweede wedstrijd. Het enige was dat hij, als een roepende in de woestijn, wel erg alleen stond. De rest liep namelijk al half dronken in de polonaise die voor ons het bewijs van heerlijkheid lijkt te zijn, of zat grienend in een hoekje.

De belangrijkste analyse voor ons volk was: konden we voor het eerst in 23 jaar de finale binnenlopen en wellicht winnen…gebeurt dit. Mazzelgoals van een Braziliaanse voetballer die nooit scoort. So?

Er gebeurde wat er gebeurde. Verwacht van mij geen voetbal tactische opmerkingen, maar wel deze gedachte: we, met nadruk, we, dachten dat het al gespeeld was, vóór de tweede wedstrijd, in de rust van de tweede wedstrijd en vijf minuten voor tijd liepen onze gevoelens ineens met twijfel vol toen we zagen dat de hooggewaardeerde Ajax-spelers op tactisch vlak overmeesterd werden.

Een wedstrijd duurt tot het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter en hoe je het ook wil bekijken: alle vier de Britse ploegen die zich plaatsten voor Europese finaleplaatsen (Liverpool, Tottenham Hotspurs, Chelsea en Arsenal), speelden tot bijna na de laatste minuut, knokten tot de laatste seconde en werden dan misschien niet zo verheerlijkt door hun achterban zoals bij Ajax het geval was, maar speelden met grit, een nauwelijks te temmen wilskracht en hadden de basisprincipes van de te volgen tactieken goed in hun mars.

Neen, dat kwam niet door het feit dat het Britse spelers waren, want alle topteams zijn tegenwoordig mixtures van nationaliteiten. Bij die Britse clubs echter lag een basis van ervaring, geluk, werkzaamheid, historie en kunde ten grondslag aan de successen. Ja, toegegeven, geluk was een wel heel grote factor voor Liverpool en Tottenham.

Ja, Ajax speelde twee maal een helft tegen Tottenham wonderschoon voetbal, maar dat was niet voldoende. Heel simpel gesteld: een wedstrijd kent twee helften. Topsport, ook de hoogste topsport, vraagt, neen, eist een honderd procent prestatie over de gehele speeltijd, ingevuld door sterke spelers die vooral tactisch perfect onderlegd zijn. Allerlei voetbalprofessoren hebben zich de afgelopen 48 uur al gebogen over het falen en feilen van de diverse pionnen van Ajax; van spelers tot en met coach. In die discussie meng ik me niet.

Als de wielerfans nu maar niet gaan denken dat een goed gereden tijdrit van Tom Dumoulin al reden tot een vroege polonaise is. Als de tennisfans nu maar niet gaan feesten als Kiki Bertens een behoorlijke Roland Garros-match heeft afgeleverd. Op de televisie werd ook al gezegd dat 'we' het Eurovisie Songfestival gaan winnen. Met twee vingers in de neus, dat ook nog. Nog voordat er een noot gezongen was, was dat al een vaststaand feit. Wordt Frans Timmermans ook moeiteloos de baas in Europa? Moet het WK damesvoetbal eigenlijk nog wel gespeeld worden?

Tot slot nog dit: ik vond het gezang van het Marley-lied bij Ajax heerlijk en eerlijk. Bij het zingen in Liverpool, een dag eerder, had ik de haren op de armen en in de nek recht overeind staan en was slikken wel even nodig. Dank aan de televisiemensen (ik keek via Ziggo Sport) die vooral de nazang in Liverpool lang aan ons toonden als een moment waar je als mens heel veel aan hebt.

Zingen brengt mensen samen, het Britse lied, overstijgt alle andere en de plaatjes van een zingend volk waren groots. Ook daar: historie, inzet, passie, geloof en volharding tot de laatste snik. Zelfs vals zingen is dan mooi. Televisiebeelden zonder commentaar: welk een heerlijkheid. Dat ook nog.

Ster advertentie
Ster advertentie