ADHD'er? Nee, gewoon de jongste van de klas
- Nieuws
- ADHD'er? Nee, gewoon de jongste van de klas
[NTR] De jongste kinderen uit een klas worden waarschijnlijk vaak ten onrechte aangezien voor kinderen met ADHD. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van Finse en Britse onderzoekers.
Jongens hebben 26 procent meer kans op de diagnose ADHD als ze tot het jongste kwart van hun klas behoren en meisjes zelfs 31 procent meer. Dit ontdekten onderzoekers van de universiteiten van Nottingham en Turku. Ze vergeleken daarvoor álle Finse kinderen die tussen 1991 en 2004 geboren zijn en de diagnose ADHD kregen met elkaar, door ze in te delen op basis van hun geboortemaand.
Oudste scoort half punt hoger
De oudere kinderen in een klas of sportteam zijn groter, sterker en rijper. Als bij de beoordeling van hun talent geen rekening wordt gehouden met hun leeftijdsvoordeel hebben zij een grotere kans in sportselecties of excellentietrajecten terecht te komen. Daardoor worden hun talenten sterker ontwikkeld en wordt het oorspronkelijke krachtsverschil vergroot. Dit verschijnsel staat bekend als het geboortemaandeffect.
Uit eerder onderzoek was al bekend dat jongere kinderen uit dezelfde klas 5 tot 15 procent minder kans maken op een universitaire studie dan oudere kinderen en later 5 procent minder salaris ontvangen. Op eindexamens scoort de oudste van de klas (vertaald naar de Nederlandse situatie) gemiddeld een halve punt hoger dan de jongste van de klas.
Zo maken ouders van hun kind de oudste
In de VS is het een trend dat ouders actief proberen te zorgen dat hun kind een van de oudsten van de klas wordt. Dat heeft zelfs een naam:red shirting,naar het rode T-shirt dat jongere kinderen dragen als ze bij een sportclub komen snuffelen zonder mee te doen. Door langer doorkleuteren wordt een kind een van de oudere kinderen van de klas. In Japan is het aantal keizersneden hoger op dagen waarmee een kind een van de ouderen van de klas wordt.
Grotere kans op het eerste voetbalteam
Het is een bekend verschijnsel dat in sportploegen disproportioneel veel spelers in de eerste maanden van hun peiljaar geboren zijn. Zo werd in 2009 bekend dat voetballertjes in Nederland die in het eerste kwartaal geboren zijn bijna 3 maal zoveel kans hebben om in een vertegenwoordigend team terecht te komen als voetballertjes uit het laatste semester. In Nederlandse voetbalteams bleek 40 procent van de spelers in het eerste kwartaal geboren, 30 procent in het tweede kwartaal en de overige 30 procent in het laatste half jaar.
Geboortedatumeffect van belang bij diagnose
Eerdere onderzoeken naar het verband tussen het geboortemaandeffect en ADHD hadden al uitgewezen dat in landen waar de diagnose ADHD vaak gesteld wordt (zoals de VS, Engeland en Israël), relatief jongere kinderen een grotere kans hebben op die diagnose. Dit verband is nu ook voor het eerst vastgesteld in een land waar relatief weinig kinderen het label ADHD krijgen.
De onderzoekers roepen ouders, leraren en psychologen op om bij de vaststelling van ADHD het geboortemaandeffect in het achterhoofd te houden. Zo kun je voorkomen dat de jongere kinderen in een klas ten onrechte een stoornis toegeschreven krijgen én dat zo’n stoornis bij de oudere kinderen over het hoofd wordt gezien.
Eerder berichtte NPO Radio1 al over de mogelijke gevaren van het stellen van de diagnose ADHD:
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).
NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap
Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co