Waarom de giraf misschien vier keer zo veel bescherming nodig heeft
- Nieuws
- Waarom de giraf misschien vier keer zo veel bescherming nodig heeft
[NTR] Er is een bijzondere ontdekking gedaan. De giraf, tot op heden altijd gezien als één soort met negen ondersoorten, blijkt uit vier soorten te bestaan. Dat zegt althans een groep onderzoekers die de genetische variatie tussen de verschillende giraffen heeft bestudeerd. Tegelijk wordt de giraf bedreigd in zijn voortbestaan. De kans dat we een giraffensoort kwijtraken, is dus aanwezig. Moet de giraf extra beschermd worden?
Het Wereld Natuur Fonds laat weten geen speciaal programma te hebben voor het beschermen van giraffen. Hun projecten focussen zich met name op de olifant en de neushoorn. "Het is helaas altijd een kwestie van keuzes maken," zegt woordvoerder Nathalie van Koot. "Bovendien redeneren we dat als we het leefgebied van de olifanten en neushoorns beschermen, we daarmee indirect ook de giraf helpen."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Beschermingsmaatregelen per soort
Het gegeven dat er vier verschillende soorten zijn, verandert dan ook niet direct iets aan het totale aantal dieren en verspreidingsgebied van de giraf. Wél betekent het dat alle vier de soorten aparte beschermingsmaatregelen zouden moeten krijgen.
Gert Polet is manager van internationale projecten bij het WNF en legt dit uit. "Bij een calamiteit kun je niet terugvallen op een andere giraffengroep, omdat zij tot een andere soort gerekend worden. Ze zijn niet inwisselbaar en dat maakt bescherming ook lastiger." Een goed voorbeeld hiervan is de olifant. De bosolifant is een andere soort dan de savanneolifant, en aanzienlijk lastiger te beschermen vanwege zijn leefgebied. Het verplaatsen van olifanten heeft daarmee geen zin, omdat de soort daar niet mee geholpen is.
Maar wanneer noemen we iets eigenlijk een soort? Laura Bertola is onderzoeker op het gebied van zoölogie en genetica aan de universiteit Leiden. Per mail vertelt ze: "Er zijn veel verschillende manieren om een soort te definiëren en men is het niet eens over de beste methode." Traditioneel wordt gekeken naar zogenaamde reproductie-isolatie: als twee dieren samen geen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, zoals een ezel en een paard, worden ze tot verschillende soorten gerekend.
Wel of geen soort?
De onderzoekers in het artikel gebruiken de methode van genetische isolatie. Dat wil zeggen dat verschillende dieren door bijvoorbeeld een geografische barrière dusdanig weinig met elkaar in contact komen dat zij genetisch veranderen ten opzichte van elkaar. Dit kan leiden tot nieuwe soorten, maar hoeft niet zo te zijn. Giraffen van verschillende (onder)soorten kunnen in gevangenschap namelijk gewoon nakomelingen krijgen, aldus Bertola.
Ze is dan ook niet geheel overtuigd van de soorten-classificering die de onderzoekers geven. ‘Hun sterkste argument is dat de genetische split lang geleden plaatsvond, zo’n 1 tot 2 miljoen jaar geleden. Dat ze vier groepen onderscheiden, is gezien hun gebruikte methodes goed te onderbouwen, maar die methodes zijn niet geschikt om te bepalen op welk niveau je deze groepen zou moeten indelen.’
Giraf wordt bedreigd
Soort of niet, het behouden van de biodiversiteit van de giraf is wel degelijk belangrijk. Juist de reeds bekende genetische diversiteit tussen de giraffen moet bewaard worden, aldus Bertola. "Je wil zo veel mogelijk giraffen in zo veel mogelijk gebieden hebben. Genetische diversiteit maakt een soort weerbaarder en in staat zich aan te passen aan bijvoorbeeld klimaatverandering."
De aantallen giraffen lopen al jaren terug. Cijfers van de Giraffe Conservation Foundation van dit jaar laten zien dat er nog ongeveer 90.000 dieren in Afrika rondlopen. Van de West-Afrikaanse, Nubiaanse en Thomicroft giraf zijn dat er zelfs minder dan 1000. De IUCN (International Union for the Conservation of Nature) maakt de zogenaamde Rode Lijst van bedreigde diersoorten en deelt die in op soortniveau. Als de giraffen worden aangemerkt als verschillende soorten, kan dat helpen bij de bescherming.
'Het gaat niet goed met wilde dieren in Afrika'
Bertola is als onderzoeker veel bezig met de Afrikaanse regio. "In het algemeen gaat het met de wildlife in West Afrika en delen van Centraal Afrika niet goed. Leeuwenpopulaties zijn bijvoorbeeld klein en versnipperd, sommige landen zijn hun leeuwen al kwijtgeraakt. Voor de giraf geldt iets soortgelijks." Het is volgens Bertola moeilijk te voorspellen wat het voor een ecosysteem betekent als een diersoort verdwijnt. Wel is bekend dat een diverser ecosysteem stabieler is en dus beter kan voortbestaan. "Als de giraf in West Afrika zou verdwijnen, sterft daarmee een deel van de genetische diversiteit uit. Uit evolutionair oogpunt wil je zoiets voorkomen."
Is er nog wel hoop voor de giraf? Gelukkig wel. Bertola is momenteel op het IUCN World Conservation Congress op Hawaii. Daar heeft zij voorgesteld een speciaal Species Action Partnership voor West- en Centraal-Afrika op te starten. Als constante aandacht naar deze regio gaat, is het tij voor de giraf misschien nog te keren.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.