Waarom je nog hormoonverstoorders binnenkrijgt
- Nieuws
- Waarom je nog hormoonverstoorders binnenkrijgt
Hormoonverstorende stoffen vind je overal. In babyflessen, in conservenblikken, make-up en medische instrumenten. De stoffen verstoren je hormoonsysteem. Dat raakt vooral baby’s en jonge kinderen en kan leiden tot onder meer een verstoorde ontwikkeling van de hersenen, misvormde geslachtsdelen en kanker. Hoe kan het dat we ze dan toch nog gebruiken?
Eerder schreven we al op deze site over hormoonverstoorders. Voor de podcast van De Kennis van Nu was dat reden om hoogleraar toxicologie Martin van den Berg uit te nodigen voor een langer gesprek. In de podcast legt Van den Berg uit hoe het kan dat we nog steeds hormoonverstoorders gebruiken, ondanks het wetenschappelijke bewijs en het feit dat er alternatieven voorhanden zijn.
Luister hier naar het gesprek met Martin van den Berg:
Duivels dilemma
"Het is altijd een afweging tussen werkgelegenheid en preventieve bescherming van de volksgezondheid," vertelt Van den Berg. Hierbij gaat het om de economische schade die een verbod zou opleveren tegenover de winst voor de volksgezondheid. Het is aan de politiek om een keuze te maken in dit duivelse dilemma. Politici bepalen namens ons wat we als maatschappij aanvaardbaar vinden. Hierbij worden ze geadviseerd door experts. Dat kan gaan om wetenschappers die hen op de hoogte stellen van wetenschappelijke kennis, maar ook om lobbyisten die werken voor groepen (activisten en bedrijven) die hun belang onder de aandacht willen brengen en zo het beleid proberen te beïnvloeden.
"Nederland verschuilt zich regelmatig achter Europa."
De uitkomst van dit proces is dat Nederland op het gebied van hormoonverstoorders nog niets heeft gedaan en op Europa wacht. "Nederland verschuilt zich regelmatig achter Europa," zegt Van den Berg hierover. "Ik zie dat als een soort ‘dan hoeven wij voorlopig niets te doen en we hoeven ook niks te investeren aan geld om het antwoord te geven.'"
Europa heeft op zijn beurt het dossier jaren in de ijskast laten liggen, "onder druk van de industrie," zegt Van der Berg. Het bedrijfsleven houdt de ontwikkeling van regelgeving tegen, omdat uitwijken naar alternatieven geld kost en daarmee producten wat duurder worden. Dat verbaast Van de Berg. "Hoe vaak zie je niet staan: parabeenvrij? Daar springt de industrie nu op in om toch goed te verkopen." Parabenen zijn kankerverwekkende stoffen die bijvoorbeeld in shampoo zitten. Zo zou hormoonverstoordersvrij een verkoopargument kunnen worden. Van den Berg heeft zelf de economische schade van hormoonverstorende stoffen uitgerekend. "Daar schrik je enorm van. Op jaarbasis kan het oplopen tot honderden miljoenen of zelfs een miljard."
"Niemand is tevreden"
In juni kwam de Europese Commissie eindelijk met de langverwachte criteria. Dat ging niet van harte. De Commissie werd ertoe gedwongen door het Europese Hof. "Niemand is tevreden," stelt Van den Berg over de criteria. Bedrijven vinden het te streng, milieubewegingen te slap. Voor die laatsten is iedere blootstelling te hoog. Daar is Van den Berg het ook niet mee eens. "We kunnen moeilijk terug naar de IJstijd en in ons berenvelletje rond gaan lopen," zegt hij. "We zijn helemaal gewend geraakt aan een bepaalde leefstijl met synthetische middelen. De mens wil dat graag, dus moeten we accepteren dat ze er zijn."
Van den Berg verwacht dat de wetgeving er gaat komen. Dat betekent dat net als voor kankerverwekkende stoffen hormoonverstoorders niet boven een bepaalde drempelwaarde uit mogen komen. Dat leidt tot een volgend twistpunt. "De volgende discussie gaat over hoeveel het dan mag zijn," zegt Van den Berg, "en daar komen de lobbyisten weer in beeld."
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.