Factcheck: Gaan plastic vretende rupsen ons afvalprobleem echt oplossen?
- Nieuws
- Factcheck: Gaan plastic vretende rupsen ons afvalprobleem echt oplossen?
Op het eerste gezicht lijkt het een waardevolle doorbraak te zijn. Met de ontdekking van plastic etende rupsen zou een ‘natuurlijke’ oplossing in zicht zijn voor onze bergen plastic. Maar is dat ook echt zo? George van Hal Sprak er over in De Ochtend.
Het was naar eigen zeggen een toevallige ontdekking. De Spaanse biologe Federica Bertocchini was haar bijenkasten aan het zuiveren van de rupsen van de Grote-Grasmot (ook wel waswormen genaamd) die de honing en was aan het opvreten waren. Haar verbazing was groot toen bleek dat de rupsen, die ze in haar plastic zakje stopte, het zakje even lekker vonden. Door de gaatjes die ze vraten waren er vele ontsnapt.
Luister het gesprek met George van Hal terug:
Wormen die plastic eten: oplossing voor plasticafvalprobleem?
Er zijn vermoedens dat de waswormen dit kunnen, omdat bijenwas en plastic min of meer dezelfde chemische structuur hebben. Toch is de ontdekking van Bertocchini niet zo uniek. In 2010 rapporteerden Chinese en Amerikaanse onderzoekers al dat de rupsen van de Indische meelmot plastic aten. En niet toevallig hadden deze rupsen bacteriën in hun ingewanden die voor hen het plastic verteerden. Want wetenschappers hebben ook al ontdekt dat sommige bacteriën eveneens plastic kunnen afbreken.
Toch kan geen van hen voorlopig de snelheid evenaren waarmee de waswormen van Bertocchini het plastic naar binnen schransen. Bij een experiment met een andere plastic zak hadden honderd rupsen na twaalf uur 92 milligram plastic op. Is dit dan genoeg om onze grote overschotten aan plastic weg te werken? Hoewel Bertocchini al meteen patent heeft aangevraagd op haar ontdekking, kom je met duizend rupsen na twaalf uur nog altijd niet tot een enkele gram. Erg weinig dus.
Van plastic- naar glysol-overschot: ook niet milieuvriendelijk
Toch heeft de ontdekking wel degelijk waarde. De rupsen konden het plastic afbreken tot een chemische stof die gemakkelijker oplosbaar is. Zelfs als de beestjes geplet werden en over het plastic gesmeerd werden, kwijnde het plastic weg. De rupsen hebben dus misschien wel enzymen of bacteriën in hun lijfjes die op grote schaal nagemaakt kunnen worden.
Maar zelfs als dit op grote schaal mogelijk is, kun je je afvragen of het milieu wel baat heeft bij deze oplossing. Want de chemische stof die overblijft na het verteren van het plastic is het schadelijke (ethyleen)glycol. Je mag het vooral niet drinken, maar ook via de luchtwegen en contact met de huid kan het gevaarlijk zijn. En hoewel glycol in de natuur gemakkelijker afbreekt dan plastic, duurt dat volgens het Amerikaans Milieu-agentschap minstens een week. Daarom zullen er nog manieren gevonden moeten worden om massa’s glycol op een afgesloten plaats te verwerken zonder milieuschade te creëren.
Je kunt glycol natuurlijk ook voor technologische toepassingen zoals polyester en antivriesmiddel inzetten. Maar ook minder onschuldige producten zoals mosterdgas zijn met glycol mogelijk. De jaren kort voordat de burgeroorlog in Syrië uitbrak exporteerde Nederland trouwens meerdere keren glycol naar het land. Tot nu toe lijkt het er gelukkig voor Nederland op dat het regime (ondanks andere soorten gifgasaanvallen) nog geen mosterdgas gebruikt heeft.
Op de website van De Kennis van Nu kun je een filmpje zien waarbij de wormen zich een weg door het plastic banen.
Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap
Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co
Dinsdag en vrijdag rond 10.50 uur in De Ochtend
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR).