‘Zelfcensuur biologen nodig om illegale dierenhandel te beperken’
- Nieuws
- ‘Zelfcensuur biologen nodig om illegale dierenhandel te beperken’
Een publicatie over een nieuw ontdekte diersoort kan de smokkel en illegale handel in die soort bevorderen. Biologen moeten daarom als de wiedeweerga “eeuwenoude publicatiegewoonten afleren” en gevoelige informatie zoals vindplaats en habitat achterwege laten in hun soortbeschrijving. Dat schrijven ecologen David Lindenmayer en Ben Scheele in het wetenschappelijk vakblad Science.
Wetenschappelijke artikelen over een nieuwe diersoort waarin de vindplaats genoemd of zelfs maar de habitat beschreven wordt, zijn voor smokkelaars handige routebeschrijvingen naar de buit. In De Kennis van Nu vertelde de Nederlandse bioloog Marinus Hoogmoed afgelopen februari hoe zijn beschrijving van een nieuwe variant van de Braziliaanse pijlgifkikker er onbedoeld toe leidde dat het dier in Europa op de zwarte markt verhandeld werd.
Informatie over vindplaatsen achterhouden
Er is groeiende aandacht voor het probleem, en verschillende wetenschappelijke tijdschriften gaan ertoe over informatie over vindplaatsen van kwetsbare soorten achterwege te laten. Maar volgens Lindenmayer en Scheele heeft de roep om regulering nog niet genoeg effect gehad en blijven de huidige maatregelen beperkt tot afzonderlijke tijdschriften en instituten.
De twee Australische wetenschappers pleiten daarom voor “zelfcensuur”: biologen moeten potentieel schadelijke informatie achterhouden. Zo’n bottom-up benadering, waarbij het initiatief bij de onderzoekers zelf ligt, zou volgens de auteurs sneller en effectiever zijn.
© J. SARTORE/GETTY IMAGES
Dilemma: wel of niet publiceren?
Publiceren brengt verschillende risico’s met zich mee. Niet alleen liggen er illegale handelaren op de loer; soms trekt een publicatie ook goedbedoelende natuurliefhebbers aan, die het leefgebied van het dier kunnen verstoren en die soms zelfs exemplaren meenemen.
Daar staat tegenover dat openbaarmaking van informatie over een zeldzame diersoort ook kan helpen om die soort de beschermen. Die informatie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te protesteren tegen bouwprojecten die de habitat van het beest vernietigen. Het delen van kennis is bovendien een wetenschappelijke waarde: het bevordert samenwerking en maakt het mogelijk onderzoek kritisch te wegen en te toetsen. Hoe minder informatie, hoe moeilijker om fouten te corrigeren of om te controleren of een onderzoeker het niet mooier maakt dan het is.
Wel of niet publiceren over een nieuwe potentieel kwetsbare soort is, kortom, een klassiek dual use-dilemma, waarbij openbaarmaking van kennis zowel schadelijke als gunstige effecten kan hebben. (Een beroemd voorbeeld van dat dilemma is het controversiële onderzoek van Ron Fouchier naar een variant van het vogelgriepvirus: waardevol inzicht in de werking van het virus of een handleiding voor het maken van een biowapen?).
Risicofactoren zorgvuldig afwegen
De auteurs pleiten ervoor om per vondst een risico-analyse te maken om te bepalen in welke mate de informatie openbaar gemaakt moet worden. Risicofactoren als zeldzaamheid, nieuwheid en ‘charisma’ van het dier moeten afgewogen worden tegen de negatieve effecten van het achterhouden van informatie, zoals een rem op wetenschappelijke ontwikkeling en ook op samenwerking met ‘citizen scientists’.
“Als een diersoort grote economische waarde heeft, zoals de Chinese grot-gekko, kan het weglaten van informatie over zijn leefgebied soms de enige optie zijn,” aldus de onderzoekers. (In het geval van die gekko is dat inderdaad gebeurd). In sommige gevallen kan besloten worden om de informatie alleen te delen met autoriteiten of andere partijen die verantwoordelijk zijn voor natuurbeheer, zeggen zij.
© A. Kitterman
De vraag is of zelfcensuur effectief zal zijn. Marinus Hoogmoed, de ontdekker van de lichtblauwe pijlgifkikker, sprak in januari op Radio 1 zijn twijfel uit of die info uit de openbaarheid te houden is. “Op een gegeven moment komen die gegevens toch in de openbaarheid, gezien de openbaarheid van natuurhistorische collecties. Musea zetten hun collecties uiteindelijk op internet, en dan kan iedereen erbij.”
Dit artikel werd verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR)
Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap
Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co
Dinsdag en vrijdag rond 10.50 uur in de Ochtend