Wetenschap & Techniek

Bevers vergroten de biodiversiteit

foto: NPS Photo / Kent Millerfoto: NPS Photo / Kent Miller
  1. Nieuwschevron right
  2. Bevers vergroten de biodiversiteit

[NTR] De zalm in Noord-Amerikaanse rivieren heeft het moeilijk. Maar het watermanagement door bevers zou een redding kunnen zijn. Ook in Nederland profiteren veel dieren als insecten, vogels en zelfs otters van de bouwwerken verzorgd door de bevers.

Elk jaar stijgt de temperatuur in Amerikaanse beekjes door de klimaatverandering. Deze beekjes zijn essentieel voor de voortplanting van zalm, omdat zij daar hun eitjes leggen. Ecologen maken zich grote zorgen dat deze vis uitsterft, omdat de jonge zalm erg temperatuurgevoelig is. Ze ondergaan extreme stress bij 25°C en overlijden bij een watertemperatuur van 29°C. Deze week verscheen er een onderzoek waaruit blijkt dat bevers de redders in nood zijn.

Lagere maximale watertemperatuur

Acht jaar lang volgden wetenschappers de bevers langs 34 kilometer van een rivier in Oregon. In deze jaren groeide het aantal beverdammen van 24 naar 120 stuks. Aan het einde van deze acht jaar was de maximale watertemperatuur 2.6 °C lager.

De onderzoekers vermoeden dat dit komt, omdat het water rond de beverdammen hoger is. Het zou kunnen dat deze grotere watervolumes meer tijd nodig hebben om op te warmen. Een andere theorie is dat de waterstijging leidt tot meer uitwisseling met het grondwater, dat een stuk koeler is dan het water in de rivier. Zo blijft het water onder de fatale temperatuur voor zalmen, waardoor er meer overleven.

Het belang van bevers voor de Nederlandse biodiversiteit

De bever stierf in 1826 uit door menselijk toedoen. Sinds dit dier in 1988 opnieuw is uitgezet, groeide de beverpopulatie in Nederland sterk. Het precieze aantal is niet bekend, maar geschat wordt dat er inmiddels zo’n 1.000 bevers hun plekje hebben gevonden in ons land. Volgens Vilmar Dijkstra, beverdeskundige van de zoogdiervereniging, heeft de bever in het algemeen ook hier ook een positief effect op de biodiversiteit.

Bijvoorbeeld door een beverdam kan uit een klein stroompje, binnen dat stroompje, een stuwmeertje. Hierdoor neemt het aantal broedparen van watervogels toe, aldus Dijkstra. ‘Ik woon in Arnhem en we hebben een bever zitten die daar een dam heeft gebouwd. Daar was al een moerasje, en dat werd dat door de dam nog groter en natter. Als je daar in het najaar doorheen loopt dan wemelt het er van de watersnippen.’ Watersnippen komen veel in Nederland voor als trekvogel, maar zijn bedreigd als broedvogel door verdroging van het agrarische landschap. Daarom staat deze vogel op de Nederlandse rode lijst.

Tekst loopt door onder radiofragment en foto.

Beverdeskundige Vilmar Dijkstra vertelt over beverdammen, maar ook over mogelijke overlast van deze dieren.

Bever maakt van een klein riviertje een stuwmeer. Bron: Willy de Koning

Bevers helpen otters

Naast dammen, bouwt een bever burchten en holen. Deze zijn niet altijd tegelijkertijd in gebruik waardoor er een plekje vrijkomt voor andere dieren. Dijkstra: ‘Ik heb in de Biesbos met enige regelmaat microfoons in de burchten aangebracht om te horen of er jonge bevers in aanwezig waren (luister het onderstaande fragment om jonge en volwassen bevers te kunnen horen, red.). En als je dan zo’n microfoon plaatst, kom je op zo’n burcht ook allemaal soorten tegen. Van pissebedden tot allerlei zoogdierachtigen, zoals muizen en ratten. Maar ook de otter maakt gebruik van een beverburcht.’

Tekst loopt door onder radio- en videofragment.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Otters zijn ook blij wanneer een bever een boom omknaagt en de top in het water valt. Dit gebeurt regelmatig omdat een boom vaak over een rivier heen groeit. Dijkstra: ‘Wanneer de kroon van een boom in het water valt ontstaat er een soort oerwoud onder water. Hier komen veel vissen op af. Deze trekken op hun beurt weer watervogels aan, maar ook otters.’

Vergroten van het leefgebied

Er is nog een ander fenomeen dat bevers doen dat veel minder bekend is, namelijk het graven van kanaaltjes’, vertelt Dijkstra. ‘Bevers houden er niet van om op het droge te komen. Als ze een belangrijk voedselgebied hebben dat wat verder van het water af ligt, dan graven ze vaak kanaaltjes om niet over land te hoeven. Een soort als de waterspitsmuis profiteert daar enorm van.’ Deze muis leeft van waterinsecten en kleine waterkreeftjes en krijgt door zo’n geul een groter leefgebied.

Soms ook negatief effect

Dijkstra geeft aan dat uit jarenlang onderzoek naar bevers in de Biesbos wel is gebleken dat er ook hier en daar een negatief effect te zien is. ‘Dit gebied is vrij eentonig qua struiken en boomsoorten, vooral wilg. De bevers eten heel gericht juist een aantal soorten die er minder voorkomen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met bepaalde voedingsstoffen die zij daaruit kunnen halen die minder in wilgen zitten.’ Een zo’n soort is de inheemse vogelkers die langzamerhand uit de oeverzone verdween. Maar toch kunnen we concluderen dat de bever vooral bijdraagt aan de verrijking van de biodiversiteit.

Luister ook naar deze uitgebreide uitzending over bevers:

Bevergekte

Dit artikel werd verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu (NTR)

Ster advertentie
Ster advertentie