Op de laatste dag van de Olympische Spelen moeten de mannen nog de loodzware klassieke marathon verwerken. Hoewel fysieke training superbelangrijk blijft, denken steeds meer wetenschappers dat de nieuwe inzichten in prestatieverhoging uit de psychologie moeten worden gehaald. Welke huidige technieken kunnen lopers dan gebruiken om die ene extra kilometer uit zichzelf te halen?
"Algemeen beschouwd zijn er twee aandachtsstrategieën die je kunt gebruiken om je persoonlijke grenzen bij het rennen te verleggen," stelt bewegingswetenschapper en sportpsycholoog Vana Hutter (Vrije Universiteit Amsterdam):"Als eerste is er de zogenaamde dissociatieve strategie, waarbij je je aandacht op alles behalve je eigen lichaam probeert te richten. Je luistert naar muziek, je loopt en praat samen met iemand anders, je kijkt naar wie er aan de kant staat te supporteren, je herhaalt voortdurend eenzelfde mantra, je denkt na over het weer, over wie er aan de finish staat, op hoeveel seconden je gaat eindigen, enzovoort."
De tweede strategie is de associatieve strategie waarbij de hardloper de aandacht juist wel op het lichaam richt. Dat klinkt in tegenspraak met de vorige strategie, maar Hutter legt uit dat deze juist veel door de toplopers wordt gebruikt. Hutter: "Zij kennen hun eigen lichaam doorgaans door en door en hebben tegelijkertijd een grote pijntolerantie opgebouwd. Zij proberen zich bewust te worden van hoe verzuurd hun spieren zijn, hoe snel hun hart klopt, hoeveel pijn ze voelen. Door hun lichaam juist goed te monitoren en op de positieve kanten te focussen kunnen zij het onderste uit de kan halen."