Waarom we toekunnen met minder proefdieren. Véél minder proefdieren
- Nieuws
- Waarom we toekunnen met minder proefdieren. Véél minder proefdieren
[NTR] De wetenschap zou met minder proefdieren toekunnen. Goede alternatieven zijn namelijk ruim voorhanden, maar acceptatie en toepassing gaat moeizaam. Waarom? Risicoaversie en conservatisme, ontdekte promovenda Marie-Jeanne Schiffeler.
Weinig onderwerpen liggen zo gevoelig als het gebruik van proefdieren. Je kunt met recht stellen dat de experimenten zielig zijn voor de 11,5 miljoen proefdieren die jaarlijks in Europa door de biomedische en educatieve molen gaan. Maar wetenschappers stellen ook steeds meer vragen bij het nut van proefdierengebruik. Resultaten behaald met proefdierenonderzoek blijken lang niet altijd te vertalen naar mensen.
Vervangen, verminderen en verfijnen
Reden genoeg dus om uit te wijken naar alternatieven voor proefdieren. Die bestaan al lang en het aantal beschikbare zogenaamde 3V-modellen neemt gestaag toe. Sommige experimenten kunnen bijvoorbeeld gedaan worden op celkweken of worden doorgerekend in de computer (vervanging). Dan heb je helemaal geen dieren meer nodig. In andere gevallen kun je met veel minder proefdieren toe (verminderen) en als het dan toch echt nodig is, kun je het lijden van de proefdieren verlichten (verfijnen).
Er zijn in veel gevallen goede alternatieven voor dierproeven beschikbaar. Toch worden die maar moeilijk geaccepteerd. Hoe komt dat? Dat vroeg Marie-Jeanne Schiffelers zich ook af. De beleidswetenschapper bracht in haar promotieonderzoek de obstakels in kaart. Hierbij keek ze naar de proefdieren die worden gebruikt voor het beoordelen van stoffen, producten en medicijnen op veiligheid en werkzaamheid. Dit is goed voor ongeveer een kwart van het proefdierengebruik.
Conservatisme
"Het belangrijkste obstakel is de hoge mate van risicoaversie," aldus Schiffelers. In de maatschappij klinkt een luide roep om veiligheid. Hierdoor zijn wetten en regels die mens en milieu moeten beschermen streng. Uit angst voor de gevolgen als er iets misgaat door invoering van alternatieven voor proefdieren, blijft de sector liever bestaande methoden gebruiken. Ook als de alternatieven beter zijn.
Schiffelers: "Een van de mensen die ik geïnterviewd heb, zei: 'het is beter om tien keer niet te veranderen dan negen keer een verbetering door te voeren en een keer een verslechtering.'" Dit conservatisme trof ze aan bij wetenschappers, de controlerende autoriteiten en de tijdschriften die studies publiceren.
Schijnzekerheid
De roep van de burger om veiligheid voedt de angst om te veranderen. Tegelijk roept diezelfde burger om de afschaffing van proefdieren. Onderzoekers verkiezen zekerheid boven het uitwijken naar alternatieven voor proefdieren. Maar zekerheid staat niet gelijk aan proefdieren. Schiffelers noemt dit dan ook ‘schijnzekerheid’, want in veel gevallen zijn proefdieren helemaal niet zo’n goede oplossing en liggen er al betere alternatieven op de plank.
Voor een van de casussen in haar proefschrift bekeek Schiffelers een vaccin tegen hondsdolheid. In deze test krijgen muizen de ziekte en doorstaan de akelige gevolgen. Door een andere aanpak waarbij naar de antilichamen in het bloed wordt gekeken, wordt de test beter en zijn 80 procent minder muizen nodig. De resterende 20 procent hoeft de ziekte niet langer te doorstaan.
Oplossingen
Schiffelers dacht ook na over oplossingen voor de moeizame acceptatie van 3V modellen. Deze acceptatie vraagt bijvoorbeeld dat toekomstige gebruikers betrokken zijn bij de ontwikkeling ervan. Ook is het belangrijk dat er duidelijker beleid komt. Het ontbreekt op dit moment aan een heldere ambitie voor de invoer van alternatieven of een tijdspad daarvoor. Verder is bewustwording van de betrekkelijke waarde van dierproeven en de toenemende waarde van alternatieven belangrijk.
Al met al is Schiffelers behoorlijk optimistisch. "Er zijn veel ontwikkelingen in gang gezet. De 3V modellen staan op de agenda,’ zegt ze. Maar het conservatisme van de spelers in deze sector is niet het enige obstakel. Vooral bij complexe systemen is de techniek nog beperkt. Bijvoorbeeld voor het testen van kankerverwekkende stoffen of stoffen die giftig zijn voor de voortplanting zijn er nog geen goede vervangingsmethoden voorhanden. Schiffelers: ‘daar kun je alsnog werken aan vermindering en verfijning."
Marie-Jeanne Schiffelers, Animal testing, 3R models and regulatory acceptance - technology transition in risk-averse context, Universiteit Utrecht, 2016.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van de De Kennis van Nu.