61 jaar na mijnramp Charleroi: 'Mijn vader kwam nooit meer thuis'
- Nieuws
- 61 jaar na mijnramp Charleroi: 'Mijn vader kwam nooit meer thuis'
[KRO-NCRV] De streek rondom Charleroi wordt ook wel 'Le Pays Noir' genoemd: het zwarte land. Dit vanwege de kolenmijnen. Vandaag is het precies 61 jaar geleden dat dichtbij Charleroi één van de grootste mijnrampen van Europa plaatsvond. 262 mijnwerkers kwamen hierbij om het leven, waaronder ook de vader van Loris Piccolo.
Over leven in de stad
In deze serie gaan zeven NPO Radio 1-verslaggevers naar zeven wereldsteden. Hier lees je de bijzondere verhalen van deze wereldburgers, die een groter geheel vertegenwoordigen. Deze week: verslaggever Mariëlle Beers vanuit Charleroi.
Loris Piccolo
Piccolo: "Ik ben geboren in Italië. Het was net na de oorlog en het leven was daar slecht. Mijn vader had geen werk maar wel een vrouw en kinderen. Dus toen hij hoorde dat er hier werk was, is hij vertrokken. Hij ging op blote voeten met de trein naar België. Wij kwamen later. We woonden in barakken die nog door de Duitsers waren neergezet."
"Natuurlijk wisten we dat het gevaarlijk werk was. Ik herinner me nog dat mijn vader tegen mijn moeder zei: 'als het ooit misgaat in de mijn dan zitten we als ratten in de val. Er is geen andere uitgang'."
"Op die ochtend, 8 augustus 1956, was ik 8 jaar oud. Mijn moeder werkte op de terril en zag rook en vuur uit de mijn komen. Ze rende naar huis en zei: 'Er is een ramp gebeurd bij de mijn. Ik ga erheen met je broer om je vader te zoeken. Blijf jij hier en pas op je kleine broertje'.''
"Mijn vader kwam nooit meer thuis. Hij behoorde tot de 262 slachtoffers van de ramp bij Le Bois du Cazier. Hoewel het een verdrietige tijd was, herinner ik me ook de enorme solidariteit die er heerste. Tussen de mijnwerkersgezinnen, maar ook in de Italiaanse gemeenschap en vanuit de rest van de stad. Onder leiding van de burgemeestersvrouw werd er iedere dag eten uitgedeeld. En toen mijn moeder later van de uitkering een klein huisje kon krijgen, maar niet genoeg geld had voor de borg, werd dat door vriendelijke mensen betaald. We waren de koning te rijk in dat huisje. We hadden een eigen wc en stromend water."
"Ik heb nog steeds een hele goede band met de mensen die ik ken uit die tijd. Dat gaat nooit meer stuk. Sinds de dag van de ramp is mijn moeder zowel mijn vader als mijn moeder geweest. Ze heeft altijd gezegd dat ik niet mocht gaan werken, maar dat ik eerst mijn school af moest maken. Daar ben ik haar nog steeds dankbaar voor. Ze was een geweldige vrouw."
Over leven in de stad is elke werkdag te horen op NPO Radio 1, rond 10.30 uur. Lees hier meer verhalen van wereldburgers en kijk of luister hier de reportage.