Sport
NOS

Evangelos Doudesis, Simone van de Kraats en Laura Aarts over het eerste WK-goud sinds 1991

  1. Nieuwschevron right
  2. Evangelos Doudesis, Simone van de Kraats en Laura Aarts over het eerste WK-goud sinds 1991

De Nederlandse waterpolosters zijn voor het eerst sinds 1991 wereldkampioen. Dit artikel is een beknopte samenvatting van het Langs de Lijn-studiogesprek met bondscoach Evangelos Doudesis en twee speelsters: Simone van de Kraats en Laura Aarts. Kijk het hele gesprek terug via Fragmenten op de pagina van Langs de Lijn.

"Dit brengt een glimlach op ons gezicht, om dit zo te horen. De blijdschap, de woorden: het brengt je terug naar het gevoel van die wedstrijd. Van dat moment, van die laatste penalty."

NOS Langs de Lijn is net begonnen als Laura Aarts een korte terugblik op de eerste wereldtitel sinds 1991 hoort. Haar wereldtitel. En ook die van bondscoach Evangelos Doudesis en teamgenote Simone van de Kraats, die naast haar in de studio zitten. Het was de hand van Aarts die Oranje uiteindelijk op de drempel van succes bracht, door redding te brengen op een van de Spaanse strafworpen. Oranje benutte ze alle vijf. De beste van de wereld, voor het eerst in 32 jaar.

De waterpolosters zijn nog geen acht uur terug in Nederland als ze alweer aan tafel zitten bij Tom van ’t Hek. Bijna drie kwartier lang praten ze over hun WK-triomf, de nasleep van het eerste succes in 32 jaar en de voorbereiding op de komende Spelen in Parijs. En publieke media-optredens staan de wereldkampioenen de komende tijd nog wel vaker te wachten.

Maar in de radiostudio blikken ze nog maar eens terug naar de penaltyreeks, zoals ze dat tijdens de lange terugvlucht ongetwijfeld al tientallen keren hebben gedaan. Naar het moment waar ze misschien al weleens hebben gedroomd. "Ik heb één keer geknipperd, op het moment van het fluitsignaal", lacht Van de Kraats. "Maar op het moment dat ik zag dat Brigitte (Sleeking, red.) de laatste ging nemen, had ik zo veel vertrouwen", vervolgt Aarts.

Trainen op strafworpen

In de aanloop naar de finale trainden de waterpolosters nadrukkelijk op het nemen van strafworpen. Dat was geen daverend succes te noemen. "Ik moet eerlijk zeggen: tijdens een van de laatste trainingen misten wij er echt veel", vertelt bondscoach Doudedis. Als de speelsters over hun trainer praten, hebben ze het vaak over 'Eva' – de verkorte versie van zijn voornaam Evangelos. "Ik denk dat 60, misschien 70% werd gemist."

Hoe dan ook was er weinig reden tot zorg binnen de ploeg, zeker gezien de kwaliteiten van de keepster van dienst. Niet voor niets werd Aarts uitgeroepen tot beste doelvrouw van het WK. En ziedaar: alle Nederlandse strafworpen verdwenen overtuigend in het doel. "Ik vind het zelf nemen van een strafworp minder spannend, omdat ik het gevoel heb dat ik daar meer controle over heb", vertelt Van de Kraats. "Op het moment dat iemand anders een penalty gaat nemen, dan word ik toch een stuk zenuwachtiger."

De penaltyreeks daargelaten, de waterpolosters hopen met hun WK-triomf een voorbeeldfunctie te worden voor de jeugd - en te blijven. "We willen op deze manier de volgende generatie inspireren", vertelt Doudesis. Net zoals de gouden waterpoloploeg van 1991 de huidige wereldkampioenen inspireerde. "Dat vinden wij cruciaal. Niet alleen belangrijk, maar cruciaal voor het waterpolo in Nederland."

Cruciaal dus, in de woorden van de bondscoach. Met de aandacht voor de wereldkampioenen zit het tot de Spelen van volgend jaar wel goed. Maar om ook op de langere termijn een inspiratiebron te blijven, is het zaak die aandacht te behouden. Zeker bij een relatief kleinschalige sport als waterpolo.

'We verdienen het om op tv uitgezonden te worden'

Met ruim twintigduizend leden heeft de sport een aandeel van minder dan 20% in de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB), de bond waar waterpolo onder valt. Dat roept de vraag op hoe het zit met de erkenning van de sport, zeker buiten de Nederlandse waterpolowereld. "Ik vind dat er meer aandacht mag naar andere sporten, waterpolo valt hier zeker onder", vertelt Aarts. "We verdienen het om op tv uitgezonden te worden tijdens halve finales en finales."

Voor de waterpolosters gaat de blik in ieder geval vooruit, naar Parijs 2024. Doudesis: "We zijn nu wel wereldkampioen geworden, maar we zijn nog niet de beste van de wereld." Nog genoeg werk te verzetten dus, vindt de bondscoach. "We speelden al toernooien als favoriet, maar hadden nog geen toernooien gewónnen als favoriet." Met WK-goud op zak is een eerste grote stap richting zijn doelstelling gezet.

Ster advertentie
Ster advertentie